Wat hebben we geleerd van het coronabeleid: ‘lui optimisme’ kan ons zuur opbreken

Een universele mondmaskerplicht kan de gevolgen van een opleving van de pandemie beperken. © Getty Images
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Er is een schrijnend gebrek aan solide evaluaties van het coronabeleid in België en elders. Toch is de kans reëel dat we opnieuw maatregelen zullen moeten nemen.

De Belgische epidemiologe Nele Brusselaers werkt in het befaamde Karolinska Instituut: een gereputeerde medische universiteit in Zweden. Met een aantal collega’s publiceerde ze in het vakblad Humanities and Social Sciences Communications een vernietigende analyse van het Zweedse coronabeleid. Zoals bekend traden de Zweedse autoriteiten vrij laks op om de verspreiding van het coronavirus in te dammen: geen lockdowns en amper verplichte socialeafstandsregels zoals thuiswerk, schoolsluitingen en mondmaskers.

Het werkte niet, hoewel tegenstanders van de coronamaatregelen bij ons Zweden regelmatig als een model naar voren schoven om te illustreren dat de strijd tegen het virus ook – en misschien zelfs beter – kon zonder het ‘rijk der vrijheid’ te beperken. Maar volgens de analyse van Brusselaers en haar collega’s stierven er in Zweden tien keer meer mensen aan corona dan in buurland Noorwegen, dat wel strengere maatregelen uitvaardigde. De Zweedse autoriteiten hadden geen anticoronastrategie, tenzij een desastreus gebleken laisser-faire.

Vrij spel

Zweden heeft een lage bevolkingsdichtheid en weinig grensverkeer en had de situatie dus makkelijk onder controle kunnen houden. Wetenschappers hadden daarvoor scenario’s gemaakt, maar ze werden niet gebruikt. Bevoegde ambtenaren promootten vanaf het begin ieders verantwoordelijkheid om op eigen initiatief maatregelen te nemen, zonder verplichtingen, laat staan bestraffingen. De Zweden kregen zo goed als vrij spel van een zwakke regering van sociaaldemocraten en groenen.

De overheid liet ook na de bevolking afdoende te informeren over de aard van de ziekte en de efficiëntie van maatregelen. De Zweden kregen niet te horen dat het virus zich via de lucht kon verspreiden, en evenmin dat mensen zonder symptomen het konden overdragen. Er werd niet gecommuniceerd over het nut van mondmaskers. Sommige zieke oude mensen kregen morfine toegediend in plaats van het potentieel levensreddende zuurstof, waardoor ze nodeloos stierven.

De Zweedse overheid hield wel controle over de toon van de berichtgeving in de mainstreammedia. Er mocht niet alarmerend worden bericht. Kritische wetenschappers werden niet alleen gemeden, maar indien nodig publiek in diskrediet gebracht. De overheid herhaalde tot vervelens toe dat de Zweedse aanpak ‘internationaal superieur’ was. Aan dat zelfgecreëerde succesverhaal mocht niet worden getornd. Brusselaers en haar collega’s eindigen hun studie met de aanbeveling dat ‘Zweden een zelfkritisch proces maakt van zijn politieke cultuur en gebrek aan aansprakelijkheid om toekomstige mislukkingen te vermijden’. Ze stellen ook de systematische afwijzing van wetenschappelijke evidentie aan de kaak.

Er is geen enkele garantie dat er geen nieuwe – en zelfs ergere – virusvariant opduikt.

Een compleet andere aanpak van de coronacrisis werd gehanteerd in Nieuw-Zeeland, een eilandstaat die vanaf het begin voor een zero-covidpolitiek ging: het virus moest en zou buiten de deur gehouden worden. Een analyse in New Scientist besloot dat het op lange termijn de beste strategie is, omdat er minder mensen sterven en de economische gevolgen het kleinst zijn. De aanpak steunt op strenge lockdowns en het opsporen en testen van mogelijk besmette personen. De vraag is natuurlijk of het realistisch is om dat ook in niet-eilandstaten toe te passen, waar grenzen sluiten niet zo makkelijk is. Het wedervaren in China, dat nog altijd zo’n politiek volgt, illustreert dat het niet vanzelfsprekend is om het lang vol te houden. In ‘lossere landen’, zoals het onze, zou het onmogelijk zijn zonder op verzet van de bevolking te stuiten.

In Social Sciences verscheen een analyse van het coronabeleid in Italië, waar een als ‘populistisch’ omschreven regering aan de macht was. Populistische regimes worden doorgaans geassocieerd met slecht bestuur, wat ook in de coronacrisis duidelijk werd: zie de presidenten Donald Trump in de VS en Jair Bolsonaro in Brazilië, die door hun lakse aanpak een groot aantal doden op hun geweten hebben.

Het Italiaanse Lombardije was de eerste regio buiten China waar het coronavirus ongenadig toesloeg. Velen herinneren zich de harde beelden uit de lente van 2020, toen de lokale gezondheidszorg instortte. Het leger moest worden ingezet om de stroom aan doden te verwerken. Het artikel omschrijft de situatie als ‘een van de treurigste periodes uit de recente Italiaanse geschiedenis’. De Italiaanse autoriteiten volgden snel en consequent de adviezen van wetenschappers om uit de crisis te raken. Ze konden niet anders wilden ze een totale catastrofe vermijden.

Zwakke regering

Ons land zat in het eerste jaar van de coronacrisis ook met een zwakke regering. Die liet niet, zoals in Zweden, alles over aan dominante ambtenaren, maar leunde op virologen en andere wetenschappers. Niet alles liep meteen van een leien dakje, omdat aanvankelijk niemand wist hoe er efficiënt op het nieuwe virus moest worden gereageerd. Er was de onverkwikkelijke saga rond het nut van mondmaskers, en er was vooral de compleet foute inschatting van de kwetsbaarheid van oude mensen in woonzorgcentra, waar het virus een ravage aanrichtte.

Er waren nog bestuursorganen die niet alert genoeg reageerden, en niet van de minste: een lange analyse in Nature behandelt de vraag waarom de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) er bijna twee jaar over deed om te accepteren en communiceren dat het coronavirus niet vooral via speekseldruppeltjes wordt verspreid, maar via de lucht ( airborne), wat een grotere verspreidingscapaciteit impliceert. De meeste virussen verspreiden zich niet gemakkelijk via de lucht, zodat men ervan uitging dat het ook hier het geval zou zijn. Bureaucratische starheid verhinderde dat het foute uitgangspunt tijdig werd aangepast.

Met de vorming van de regering- De Croo en de komst van Frank Vandenbroucke (Vooruit) als minister van Volksgezondheid nam de Belgische overheid de touwtjes meer in handen, steeds in nauw overleg met de adviserende wetenschappers. Hoe meer kennis er over het virus beschikbaar werd, hoe efficiënter de maatregelen werden om de situatie onder controle te houden. Wat niet belet dat het ook bij ons wenselijk zou zijn om de maatregelen en hun effect grondig te evalueren. De meeste wetenschappers gaan ervan uit dat de coronacrisis niet voorbij is.

Wondermiddel

Er zijn internationale studies die de coronamaatregelen evalueren, en zelfs al ‘meta-analysen’ die de resultaten van de evaluaties vergelijken. Een eerste verscheen in november 2020 in Nature Human Behaviour, twee andere in de herfst van 2021 in Biosafety and Health en British Medical Journal. Opvallend is dat zij niet tot eensluidende conclusies komen – het illustreert hoe sterk lokale omstandigheden het succes van coronamaatregelen bepalen.

De eerste analyse besloot dat combinaties van maatregelen nodig zijn. Minder drastische en economisch schadelijke maatregelen kunnen even doeltreffend zijn als lockdowns. De beperking van het aantal mensen in winkels en restaurants zou de maatregel met de grootste impact op de verspreiding van het virus zijn. De sluiting van scholen en grenzen maakte de top drie vol, op de voet gevolgd door het verplicht dragen van mondmaskers. Een silver bullet of wondermiddel was er niet.

De andere analysen concludeerden dat drastische maatregelen zoals lockdowns en schoolsluitingen efficiënt zijn, op voorwaarde dat ze vroeg genoeg in een epidemie genomen worden. Voorts stelden ze dat het ‘universele gebruik van mondmaskers in publieke plaatsen voldoende kan zijn om de ergste gevolgen van een opleving van de pandemie te vermijden’. Opmerkelijk was dat er weinig heil bleek te verwachten van contacttracing, mogelijk omdat het moeilijk is om die op zo’n grote schaal te doen dat ze de verspreiding van het virus kan indijken.

Een maatregel die amper aan bod kwam in de analysen is ventilatie. Wellicht omdat het belang ervan pas laat in de pandemie werd ingezien.

Mentale gezondheid

Sommige studies vergeleken landen ook om na te gaan wat hen precies kwetsbaar maakt voor een coronavirus. Een recent werk in Scientific Reports besloot dat er twee variabelen zijn die sterk bepalen in welke mate een coronavirus een ravage kan aanrichten in een land of regio: de bevolkingsdichtheid én de mate van overgewicht in de bevolking – zwaarlijvige mensen lopen een groter risico dat ze ernstig ziek worden door een coronabesmetting. Factoren als de ouderdom van een bevolking en de mate van toeristische activiteit in een land kwamen eveneens als relevant naar voren.

Een studie in The Lancet Public Health vergeleek de effecten van verschillende coronaregimes op de mentale gezondheid van mensen. Hoe strikter de genomen maatregelen, hoe minder mensen het beleid van hun overheden apprecieerden, maar die link verzwakte meestal zodra de maatregelen een gunstig effect op het aantal sterfgevallen bleken te hebben. De beperking van de bewegingsvrijheid en de sluiting van scholen en bedrijven hadden een geringere impact op de mentale gezondheid dan de verplichting om thuis te blijven, hoewel ze hetzelfde virusbestrijdende effect kunnen hebben. Vooral vrouwen werden hard getroffen door die laatste maatregel, omdat zij meer dan mannen een combinatie van werk en gezin thuis moesten zien te verwerken.

De vraag blijft open in welke mate het virus onder controle is. Er duiken voorlopig geen nieuwe varianten op, ook niet in het zuidelijke halfrond, waar het nu herfst is. Er is laksheid in het bestrijdingssysteem geslopen – ‘lui optimisme’ noemen sommigen het. Mensen denken dat de pandemie voorbij is, maar wetenschappers hameren erop dat het te vroeg is om dat te stellen. Er is geen enkele garantie dat er geen nieuwe – en zelfs ergere – virusvariant opduikt. Evolutie is nooit te voorspellen.

Ze waarschuwen ook voor de gemakzucht die binnensluipt met de notie dat het coronavirus ‘endemisch’ wordt in de mensheid: iets als de griep waar we elk jaar mee geconfronteerd worden, maar waar we mee leren leven hebben, onder meer dankzij efficiënte vaccinatiecampagnes. Voor veel landen, België inbegrepen, was de angst voor het overbelasten van ziekenhuizen en de gezondheidszorg, met het vooruitzicht van een groot aantal doden, de belangrijkste motivatie om draconische maatregelen te nemen. Zonder die dreiging zijn we blijkbaar bereid een aantal coronadoden te aanvaarden, zoals we elk jaar met de griep doen.

‘Ik weet niet of ik het een goede zaak vind’, zei een wetenschapper in Science, ‘dat ik elk jaar een corona-infectie zou kunnen krijgen.’ Vooral het perspectief van een groeiend aantal chronisch zieke mensen, die kampen met de langetermijngevolgen van een coronabesmetting, baart veel wetenschappers zorgen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content