Waarom volwassenen met een eetstoornis vaker onder de radar blijven

© iStock
An Swerts Journaliste BodyTalk magazine

Een eetstoornis op latere leeftijd wordt zoals op jonge leeftijd in de hand gewerkt door een samenloop van factoren. ‘Ik ontmoet helaas nog vaak mensen die al jaren met een eetstoornis worstelen en nooit eerder zijn behandeld voor het trauma dat ooit mee aan de basis ervan lag.’

Ongeveer de helft van alle mensen met een eetstoornis herstelt van de ziekte. Zo’n 30 % verbetert beduidend. Maar de overige 20 % blijft ‘langdurig’ – minimaal 7, volgens sommige bronnen 10 jaar – problemen hebben. Eetstoornissen, die meestal op puberleeftijd ontstaan, kunnen dus voortwoekeren tot op volwassen leeftijd.

Het gebeurt ook dat mensen er op volwassen leeftijd opnieuw of zelfs voor het eerst mee te maken krijgen. Precieze cijfers over het voorkomen van eetstoornissen op latere leeftijd zijn er niet. En er is behalve door de Britse professor Paul Robinson en de Amerikaanse professor Cynthia Bulik nog maar weinig wetenschappelijk onderzoek naar gevoerd. Els Verheyen, ervaringsdeskundige en klinisch psychologe bij de vzw AN-BN (Anorexia Nervosa-Boulimia Nervosa) zou dat graag anders zien. ‘Want volwassenen met een eetstoornis blijven sowieso al gemakkelijker onder de radar dan hun jonge lotgenoten.’

‘Onschuldige’ kwaaltjes

Europees onderzoek toont aan dat slechts 35 % van de mensen met anorexia nervosa en 48 % van de mensen met boulimia nervosa hulp zoeken. Voor mensen met een eetbuistoornis of andere, minder bekende eetstoornissen is dat zelfs maar 30 %. ‘En zoekt een volwassene al hulp, dan duurt het vaak lang voor hulpverleners daadwerkelijk de piste van een eetstoornis onderzoeken’, vertelt Verheyen. ‘Juist omdat eetstoornissen meestal op jonge leeftijd voorkomen.’

Anderzijds is het voor volwassenen eenvoudiger dan voor jongeren om hun eetstoornis bewust te maskeren. Denk aan symptomen als een uitgeput gevoel, gezwollen voeten, spijsverteringsproblemen, geërodeerd tandglazuur en ontstoken tandvlees. Die symptomen kunnen wijzen op boulimia nervosa, waarbij gebraakt wordt om te compenseren voor de eetbuien. ‘Volwassenen met deze eetstoornis kunnen hun omgeving misleiden door een eigen verklaring voor hun symptomen op te hangen. De omgeving stelt zich daar doorgaans weinig vragen bij, want volwassenen kampen nu eenmaal makkelijker dan jongeren met ‘kwaaltjes’. En de symptomen worden al zeker niet snel aan een ’typische puberziekte’ gelinkt. Volwassenen hebben ook een betere toegang tot compensatiemiddelen voor hun eetbuien, zoals laxeermiddelen.’

Enkele anonieme getuigenissen

Bron: Overleven met een eetstoornis

‘Eten heeft altijd een te grote rol gespeeld in onze relatie. Eten gebeurt immers nooit spontaan. Er is altijd goed over nagedacht. Zomaar in een frituur binnenspringen of snel iets bij de bakker halen, kan niet. Er wordt ook ruzie over gemaakt als mijn partner iets bereidt en dat met te veel vetstof doet (in mijn ogen dan toch). Mijn partner moet vaak alleen van iets eten, omdat ik het weiger.’

‘Het is heel moeilijk om te beseffen dat je geen volwaardige moeder kunt zijn wanneer je heel diep zit in je eetstoornis. Je wilt zo graag gezellig samen eten en leuke dingen doen, maar het enige wat in je hoofd zit zijn de kilo’s, de calorieën, het vasten en het braken. Dat maakte me heel boos, waardoor de eetstoornis nog harder aan me begon te trekken. Ik deed mijn kinderen tekort, ik schonk hen te weinig aandacht en ik was vaak prikkelbaar. Nu probeer ik dat te compenseren door hen te laten genieten van het eten, door van alles samen te doen en door zo open mogelijk te zijn over waarom ik bepaalde dingen doe.’

‘Tijdens de eerste jaren van mijn eetstoornis zonderde ik me in beperkte mate af. Ik ben altijd heel sociaal geweest. Ik zag nog wel veel vrienden toen, maar etentjes vermeed ik. Vlak voor eetafspraakjes voelde ik me soms zelfs echt ziek: ik kreeg buikpijn, maagpijn of werd misselijk. Ik ging ook veel minder uit in die periode, omdat ik fysiek verzwakt was en er vaak gewoon geen energie voor had. Maar toen het iets beter ging, was mijn sociale leven net datgene wat me hielp om tegen mijn eetstoornis te vechten. Nu is dat nog altijd het geval. Ik probeer zo veel mogelijk in gezelschap te eten, want dan lukt het mij beter.’

‘Toen ik in therapie ging voor mijn eetstoornis, leerde ik écht praten. Ik leerde me open te stellen, ik ontmoette mensen die benieuwd waren naar mijn ‘echte ik’ en die wilden weten wat achter de eetstoornis-façade zat. Stilaan leerde ik er mensen te vertrouwen.’

Houvast

Er zijn zo veel meer voedingsbodems voor eetstoornissen dan waarover de media voornamelijk berichten.

Els Verheyen, psychologe

Een eetstoornis op latere leeftijd wordt zoals op jonge leeftijd in de hand gewerkt door een samenloop van factoren. Veel onderzoek focust op de biologische oorzaken die in de genen en de hersenactiviteit kunnen liggen. Bepaalde persoonlijkheidskenmerken verhogen ook het risico op eetstoornissen, zoals een bovengemiddelde gevoeligheid, intelligentie, creativiteit, perfectionisme en faalangst. Ook trauma’s en life events die het leven op zijn kop zetten, doen een duit in het rugzakje.

‘Het valt me ook op dat mensen met een eetstoornis vaak meer moeite hebben met gevoelens, om erover te praten en ze te beleven. Ze weten wat ze in bepaalde situaties zouden moeten voelen, maar ervaren die gevoelens niet echt. Of ze durven de gevoelens niet toe te laten. Omdat ze zichzelf niet de moeite waard vinden, bijvoorbeeld, of omdat ze bang zijn om de controle te verliezen als ze ’ten volle’ zouden leven. Hun zelf opgelegd eetpatroon voelt dan vertrouwd, veilig en helemaal van zichzelf aan, en het helpt hen stand te houden. Of hielp hen stand te houden in een moeilijke periode, maar evolueerde met de jaren naar een automatisme dat nog moeilijk weg te werken is.’

Misvattingen

Hoe langer verkeerde eet- en denkpatronen aanhouden, hoe sterker ze ingesleten raken en hoe moeilijker ze nog te veranderen zijn. ‘Ik ontmoet helaas nog vaak mensen die al jaren met een eetstoornis worstelen en nooit eerder zijn behandeld voor het trauma dat ooit mee aan de basis ervan lag’, vertelt Verheyen. ‘En die trauma’s kunnen heel verschillend van aard zijn: van seksueel misbruik, het verlies van een naaste of een job, pestervaringen, tot littekens of beperkingen waarmee mensen na een ziekte of ongeval moeten leren leven. Er zijn dus zo veel meer voedingsbodems voor eetstoornissen dan waarover de media voornamelijk berichten. Als zouden alle mensen met eetstoornissen zich aan hyperslanke modellen spiegelen. Die hardnekkige misvatting houdt helaas veel mensen tegen om open te zijn over hun eetstoornis. Terwijl net dat kan helpen om te herstellen: erover praten met mensen die oprecht geïnteresseerd en betrokken zijn.’

Wil je als persoon met een eetstoornis of als naaste praten met ervaringsdeskundigen? Zoek dan contact via de website van het AN-BN (www.anbn.be) of stap binnen in het inloophuis van de vereniging (Blijde Inkomststraat 113, Leuven).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content