Louis Ide (N-VA)

‘Waarom is altijd de Vlaamse student verantwoordelijk voor betaalbaarheid gezondheidszorg?’

Louis Ide (N-VA) Algemeen Secretaris van N-VA en arts.

Minister Laurette Onkelinx (PS) wil de beperking op het aantal studenten geneeskunde deels opblazen. Louis Ide (N-VA) verzet zich het ‘onverantwoorde gedrag van de Franstaligen’: ‘Waar zijn wij in Vlaanderen mee bezig als wij de regels naleven en de Franstaligen hun zin doen, in naam van de federale loyauteit?’

Het gedeeltelijk opblazen van de numerus clausus zoals minister van Volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS) het wil en waarmee de ministerraad akkoord is gegaan – dus met de openlijke goedkeuring van CD&V en Open VLD – is echt wel een probleem. Je mag immers veronderstellen dat er nog meer Franstalige specialisten op ons gaan afkomen.

Want dat is wat de geschiedenis van de contingentering ons leert.

Toelatingsexamen

Eind vorige eeuw besloot de federale regering de problemen in de gezondheidszorg aan te pakken. De toenmalige minister van Volksgezondheid, Marcel Colla (SP), vond dat de kosten de pan uit swingden. Hij voerde begin jaren 2000 de zogenaamde contingentering in: de beperking van het aantal afgestudeerden dat een Riziv-nummer krijgt. Zo’n Riziv-nummer is nodig om de prestaties te kunnen laten terugbetalen. Minder voorschrijvers leidt tot minder overconsumptie, was de redenering.

Met die maatregel stelde de federale overheid de gemeenschappen voor een voldongen feit. De toenmalige Vlaamse minister van Onderwijs en partijgenoot van Colla, Luc Van den Bossche, was aanvankelijk niet op de hoogte van de plannen. Doch in Vlaanderen was iedereen het erover eens dat men het aantal artsen beter aan de instroom beperkt, voor ze aan hun studies geneeskunde beginnen. Beter dan na zeven jaar studeren. De vraag naar een toelatingsexamen was hiermee gesteld.

Hoewel een toelatingsexamen misschien ‘de minst erge oplossing’ leek te zijn, rezen er toch vragen, in het bijzonder in studentenkringen. Is een ingangsexamen zaligmakend? Neen, maar het heeft ook zo zijn voordelen.

Omwille van het ingangsexamen werd het curriculum geneeskunde grondig hervormd. Toen er nog geen ingangsexamen was, ressorteerde geneeskunde immers onder de faculteit exacte wetenschappen. Een heel jaar werd besteed aan wiskunde, fysica, scheikunde en biologie! Mede dankzij het ingangsexamen is dit verleden tijd. Dit was ook het sein om de studie geneeskunde naar zes jaar te brengen zoals in heel Europa.

Nog een aangenaam gevolg van het ingangsexamen is dat de slaagpercentages

veel hoger liggen. Daar waar vroeger geen 50% van de studenten in het eerste jaar slaagde, passeert nu bijna 90% vlot het eerste jaar. Inzake kosten, voor ouders en maatschappij, kan dat trouwens tellen. Ik merk trouwens dat studenten geneeskunde, artsensyndicaten én alle decanen van de Vlaamse faculteiten geneeskunde op die lijn zitten.

Franstalig België

Maar in Franstalig België reageerde men niet zoals in Vlaanderen. Aan Franstalige kant bleef het oorverdovend stil. De Franstalige studenten geneeskunde en hun beleidsmakers lieten alles op zijn beloop. Terwijl de Vlaamse studenten een actieve inbreng hadden in het tot stand komen van het toelatingsexamen voor (tand)artsen, zouden hun Franstalige collega’s, wel zien en werd een aantal maatregelen zelfs met terugwerkende kracht teruggeschroefd.

Het resultaat: aan Vlaamse kant was ‘het probleem’ beheerst en aan Franstalige kant gebeurde niets, waardoor Franstalig België al in 2004 met een overschot aan afgestudeerde artsen kampte. Waarop Franstalige politici de quota steevast opgehoogden. Eerst van 600 naar 650. Dan naar 700. Dan naar 833. Dan van 975 tot 1.025, om nu te eindigen bij 1.230. In functie van te veel Franstalige artsen werd het nationaal contingent opgetrokken zodat het de facto nooit beperkt werd. Onverantwoord gedrag waartegen ik mij altijd heb verzet.

Er werd daarenboven ook een systeem van ‘lissage’ doorgevoerd. Dit wil zeggen dat men erkenningen van de toekomst kon gebruiken. Met andere woorden: de Franstaligen peuzelen nu al erkenningen op die ze dan de komende jaren niet meer kunnen gebruiken voor de studenten die dan afstuderen. Tenzij er dan weer een Onkelinx komt die ‘het probleem’ op Franstalige wijze oplost.

Vlaamse kinesitherapeuten

Een flexibele contingentering voor de Franstalige artsen dus, maar een rigide contingentering voor de Vlaamse kinesitherapeuten. Want inderdaad, toen er te veel Vlaamse kinesitherapeuten waren moesten ze allen een uitgangsexamen doen. Elke jaar konden daardoor een 100-tal Vlaamse kinesitherapeuten niet als zelfstandig kinesitherapeut beginnen.

Toen later het Vlaams ‘probleem’ onder controle was en er te veel Franstalige kinesitherapeuten afstudeerden… werd het examen afgeschaft (met terugwerkende kracht): elke Franstalige kinesitherapeut kon netjes en zonder voorwaarden aan de slag. Ook volgens de nationale beroepsvereniging van kinesitherapeuten zal dit leiden tot een overspoeling van de markt – om het zo oneerbiedig uit te drukken.

Niet zaligmakend

Het ingangsexamen is niet zaligmakend. Het is bijvoorbeeld onzinnig dat een kandidaat-tandarts vragen moet beantwoorden over abortus of euthanasie. Beter ware een technische behendigheidsproef zoals die in het buitenland gevalideerd bestaat.

Ook pleit ik er tot in der treure toe om een adequaat kadaster aan te leggen: wie doet wat en hoeveel in de gezondheidszorg? Zijn er nu 15.000, 9.000 of 6.000 huisartsen? Vragen naar medische planning is dus de existentiële vraag stellen over welke gezondheidszorg we willen. En daar wringt het schoentje: het noorden en zuiden van dit land vinden elkaar daar (nog steeds) niet.

Federale loyauteit (sic)

En tot slot: een ingangsexamen werkt niet als ‘les autres‘ vierkant hun laars lappen aan afspraken en het steeds de Vlaamse studenten zijn die ‘verantwoordelijk moeten zijn’ in het belang van de betaalbaarheid van de gezondheidszorg. Dit laatste is misschien nog het sterkste argument om terecht het ingangsexamen in vraag te stellen.

Waar zijn wij in Vlaanderen dus mee bezig als wij gezagsgetrouw de regels naleven en de Franstaligen hun zin doen, in naam van de federale loyauteit. Moeten we met andere woorden het ingangsexamen in vraag stellen of iets anders? Leve België…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content