Vrije Tribune

Waarom het normaliseren van narcisme een probleem is

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

We hebben een samenleving gecreëerd waarin narcisten hun negatieve kanten konden ombuigen in maatschappelijk succes, schrijft onderzoeker Jeroen Lauwers. En dat is problematisch.

Psychische aandoeningen worden tegenwoordig vaak in verband gebracht met bredere maatschappelijke krijtlijnen. Gisteren, 1 oktober, stond in heel Europa depressie als maatschappelijk fenomeen in de kijker. Liefst eén op de drie Belgen zou te kampen hebben met emotionele problemen. Recent haalde ook de burn-out nogmaals de actualiteit, dankzij zijn wettelijke erkenning in België. Studies van Dirk De Wachter en Paul Verhaegen hebben eerder al gewezen op maatschappelijke tendensen om de stijging van respectievelijk borderlinestoornissen en identiteitsproblemen te verklaren.

Als uw opgepimpt Facebook-leven anderen een minderwaardigheidsgevoel bezorgt, draagt ook u verantwoordelijkheid

Alle bovenstaande aandoeningen lijken voort te vloeien uit een veranderende, competitieve maatschappij, waarin falen geen optie is. Op basis van de groeiende frequentie van zulke pathologieën in de praktijk van de psychiater zouden we kunnen spreken van het tijdperk van de burn-out, of, zoals Dirk De Wachter, van ‘borderline times’. Wanneer we echter focussen op de waarden en conventies die wij allemaal incorporeren in ons denken en handelen, op de pathologie in de richting waarvan we het meest zijn opgeschoven, is het allicht juister om te spreken over ‘narcissism times’. Narcisme lijkt van alle aandoeningen de meest uitgesproken psychische verinnerlijking van ons sociaal bestel.

Fenomenen als de populariteit van sociale media, selfies, disloyale arbeidsethiek en celebritycultuur lijken inderdaad te wijzen op een toename van narcistische tendensen in ieder van ons. Toch lopen de wachtkamers bij de psychiaters niet over van narcisten. Wil dit zeggen dat we met een non-probleem te kampen hebben dat geen maatschappelijk debat behoeft? Allerminst! De toename van pathologieën als depressie, burn-out en borderline en de normalisering van narcisme maken deel uit van hetzelfde verhaal.

In DSM-V, de meest contemporaine handleiding van psychische pathologieën, wordt expliciet gesteld dat men maar van narcisme kan spreken indien de gedragingen van de narcist niet worden verklaard als een conformering naar sociaal-culturele factoren. Maar stel nu eens dat sociaal-culturele factoren specifiek narcisten bevoordelen om deel te gaan uitmaken van het normale of zelfs ideale leven. Dan hebben we weliswaar niet meer klinische narcisten, maar vertoont de globale samenleving meer narcistische trekken.

We hebben een samenleving gecreëerd waarin narcisten hun negatieve kanten konden ombuigen in maatschappelijk succes

We hebben een samenleving gecreëerd waarbinnen narcisten hun psychologisch deficit kunnen ombuigen naar hefbomen voor maatschappelijk succes. Niet toevallig vallen veel narcistische eigenschappen – een goede eerste indruk, een dynamische flexibiliteit, een halsstarrig zelfvertrouwen, een hoog performantiegehalte – samen met kenmerken die niet zelden in het profiel van de ideale werknemer terugkeren. Dat deze kenmerken vaak vergezeld worden van een gebrek aan empathie, een blind geloof in het eigen gelijk en een destructieve competitieve werksfeer, is een minder aantrekkelijk bijeffect.

De narcist lijdt niet zelf – althans niet direct -, maar kan door excessief individualistisch en zelfvoldaan gedrag wel anderen doen lijden. Dat psychologen in hun praktijk meer borderliners zien dan narcisten, komt allicht doordat de narcist dankzij het verschuiven van sociale verwachtingspatronen minder dan vroeger als pathologisch wordt ervaren door zijn sociale omgeving. Waar de borderlinepatiënt de huidige maatschappelijke tendensen vertaalt naar een laag zelfbeeld en dus vaker psychologische hulp zoekt, lijkt de narcist vrijer dan ooit zijn persoonlijkheid te kunnen uitspelen in het publieke domein, zonder daarvoor op de maatschappelijke afkeuring te stoten die hem ertoe zou kunnen brengen zijn gedragingen kritisch te evalueren.

Een verleidelijke maar gevaarlijke redenering stelt dat een doorgedreven individualisering van de maatschappij past in de natuurlijke evolutie van de mens: doordat we minder op een groep aangewezen zouden zijn om ons veilig te voelen, zou het ik, althans volgens een dergelijke opvatting, onvermijdelijk steeds centraler komen te staan. De waarheid is volgens mij hoopgevender.

Het feitelijk probleem is dat we het najagen van persoonlijke doelen zo evident zijn gaan vinden dat we niet zien dat dit eerder het gevolg is van maatschappelijke discoursen dan van de menselijke natuur. De volgende generatie hoeft niet méér generation me te worden dan wij, als we besluiten dat de huidige individualistische vervlakking van onze belevingswereld een psychologische last met zich meebrengt waarmee we onze kinderen niet willen opzadelen.

Wie zijn kind niet aanmoedigt om te investeren in echte vriendschappen, mag niet verwonderd zijn dat het later meer op zichzelf geplooid is

Politieke beslissingen kunnen deze tendensen bekampen, maar we moeten ook op individueel niveau erkennen dat wijzelf de maatschappelijke conventies in die mate hebben verinnerlijkt dat wij niet zomaar vrij te pleiten zijn. Wie zijn kind niet aanmoedigt om te investeren in echte vriendschappen, mag niet verwonderd zijn dat het later meer op zichzelf geplooid is. Wanneer u de ontboezeming van een collega over diens psychische toestand gaat aangrijpen om de poten van onder zijn stoel te zagen, geeft u zelf toe aan de competitieve logica van onze narcistische maatschappij. Als uw opgepimpt leven op Facebook anderen een minderwaardigheidsgevoel bezorgt, draagt ook u verantwoordelijkheid.

Als we narcisme nog steeds beschouwen als de negatieve persoonlijkheidsstructuur die het sinds haar introductie in de psychoanalyse is geweest, moeten we ook kritisch zijn voor ons eigen doen en denken. De revolte begint in ons eigen hoofd.

Jeroen Lauwers is postdoctoraal onderzoeker van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek – Vlaanderen, en werkt aan de faculteit Letteren van de KU Leuven.

Zijn onderzoek spitst zich toe op de transhistorische voorwaarden voor de manifestatie van narcistische persoonlijkheidskenmerken, met een specifieke aandacht voor de Romeinse Keizertijd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content