Vrouwen hebben meer last van bijwerkingen geneesmiddelen

Vrouwen hebben een veel grotere kans op het krijgen van bijwerkingen als ze geneesmiddelen nemen dan mannen.

Vrouwen hebben een veel grotere kans op het krijgen van bijwerkingen als ze geneesmiddelen nemen dan mannen. Het verschil is het grootst bij geneesmiddelen tegen hart- en vaatziekten. Bij plaspillen bij hoge bloeddruk bijvoorbeeld is de kans dat een vrouw door nevenwerkingen in het ziekenhuis moet worden opgenomen tot vier keer hoger.

Dat blijkt uit een Nederlands onderzoek. Jaarlijks komen zo’n 7.000 Nederlanders in het ziekenhuis terecht omdat ze ernstige bijwerkingen van geneesmiddelen ondervonden. Onderzoekster Eline Rodeburg analyseerde duizenden opnamen en ze stelde meteen vast dat een derde van de ziekenhuisopnames te wijten is aan bijwerkingen van geneesmiddelen tegen hart- en vaatziekten. Binnen die categorie zijn het vooral de bloedverdunners die voor ernstige bijwerkingen zorgen.

Maar vooral het geslacht van de patiënt verwonderde de onderzoekers. Bij vier van de acht belangrijke groepen geneesmiddelen waarvan de bijwerkingen leidden tot een ziekenhuisopname, was er een significant verschil te zien tussen vrouwen en mannen. Het grootste verschil merkten ze op bij de plaspil, waar vrouwen vier keer meer kans lopen dan mannen op ernstige bijwerkingen. Zo ernstig dat een opname in een ziekenhuis onvermijdelijk is. Een belangrijke bijwerking bij de plaspil is een te laag zoutgehalte in het bloed. Dat kan leiden tot verwardheid en misselijkheid, maar in sommige zeer ernstige gevallen kan de patiënt zelfs in coma geraken en overlijden.

De onderzoekers pleiten dan ook voor waakzaamheid bij de voorschrijvers. Het gaat immers vaak om geneesmiddelen die al jaren bestaan waardoor de voorschrijvende arts minder alert is op bijwerkingen. Maar ook het geslacht van de patiënt maakt een verschil en dat moeten artsen in hun achterhoofd houden als ze deze middelen voorschrijven. Patiënten met een verhoogd risico zouden het zoutgehalte in hun bloed moeten laten controleren. Zeker hoogbejaarden en patiënten die de plaspil samen met nog andere geneesmiddelen gebruiken of patiënten die al hart- en/of nierproblemen hebben.

Désirée De PootBron: Erasmusmc.nl

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content