Van afasie tot dyslexie: als woorden stokken

Praten en luisteren, lezen en schrijven, we doen het zo vaak dat we er niet meer bij stil staan. Tot er een kink in de kabel zit. Dan is het zoeken naar manieren om te overleven in een samenleving die opgebouwd is rond communicatie. Eddy, die laaggeletterd is, en Magali, die lijdt aan afasie, getuigen.

Eddy Schatteman (57) heeft moeite met lezen en schrijven. Hij is niet alleen, want een op zeven volwassenen in Vlaanderen is laaggeletterd. “Ooit nam ik te veel pillen, omdat ik het briefje van de dokter niet kon lezen.”

Eddy Schatteman: 'Ik ben niet dom'
Eddy Schatteman: ‘Ik ben niet dom’© Milou Verstappen

Laaggeletterdheid is een ruim begrip. Wie niet voldoende met taal, cijfers en grafische gegevens kan omgaan om volledig zelfstandig te functioneren in onze samenleving is laaggeletterd.

Net zoals iedereen leert Eddy lezen en schrijven op school, maar het vlot niet. “Doordat ik niet mee kon, werd ik vanachter in de klas gezet en moest ik mijn plan trekken. Toen ik twaalf jaar was, ben ik naar het bijzonder lager onderwijs gegaan. In die tijd zaten kinderen met een verstandelijke beperking en die met leesproblemen door elkaar”, vertelt hij.

Mondeling rijbewijs

Twee jaar later stopt Eddy met school om te gaan werken. Tijdens zijn legerdienst krijgt hij nog wel wat les, maar verder weet hij het lezen en schrijven altijd te vermijden. “Op mijn 18 heb ik mondeling mijn rijbewijs gehaald. Ze lazen me een aantal vragen voor en ik duidde het juiste antwoord aan. Ik heb ook altijd jobs gezocht waarbij ik niet moest lezen of schrijven. Al ben ik daardoor ook nooit hogerop geraakt.”

Ik heb ooit veel te veel medicatie genomen. Ik moest telkens een halve pil innemen, maar had er elke keer anderhalve ingenomen. Ik kon het briefje van de dokter niet goed lezen.

In de fabriek waar Eddy werkt, kan hij het lezen en schrijven vermijden. In het dagelijkse leven ligt dat anders. “Als ik naar anderstalige televisieprogramma’s kijk, heb ik niets aan de ondertiteling. Als ik de helft heb gelezen, is de zin alweer weg.” Maar laaggeletterdheid heeft ook serieuzere gevolgen: “Ik heb ooit veel te veel medicatie genomen. Ik moest telkens een halve pil innemen, maar had er elke keer anderhalve ingenomen. Ik kon het briefje van de dokter niet goed lezen.”

“Ik schaam mij niet”

Op zijn vierentwintigste besluit Eddy opnieuw lees- en schrijfles te volgen: “Toen mijn vrouw zwanger was, bedacht ik me dat ik mijn kinderen wilde kunnen helpen met hun huiswerk. Ik ben bij Leerpunt (Centrum voor Basiseducatie, red.) terecht gekomen, waar ik nu nog steeds leesles volg. Daar ontdekten ze dat ik dyslexie heb. De reden waarom ik al heel mijn leven worstel met lezen en schrijven.”

Veel laaggeletterden denken dat ze gewoon niet intelligent genoeg zijn om bij te leren of vinden het gênant. Ook bij Eddy in de klas zitten een heleboel mensen die zich schamen: “In een groep van acht of negen waren er vier waarvan de familie niet mocht weten dat ze naar de les kwamen.” Zelf is hij er altijd voor uitgekomen: “Ik schaam mij niet. Ik kan kaartlezen, heb een goed geheugen… Ik ben niet dom,” benadrukt hij.

Beter kunnen lezen en schrijven heeft deuren geopend. Dat gevoel wil Eddy aan andere laaggeletterden ook geven: “Ik voel me zekerder. Toen ik wat beter kon lezen en schrijven, ben ik een computercursus gaan volgen. Iets wat ik vroeger nooit gekund zou hebben. Er ging echt een wereld voor mij open.”

Magali Biemans (28) liep acht jaar geleden een hersenletsel op en lijdt sindsdien aan afasie. Dat is een stoornis waardoor begrijpen en spreken voor haar niet meer evident is. “Mijn vrienden hebben niet altijd zin om met me te praten, omdat het te moeilijk is.”

Magali Biemans: 'Spreek is voor mij makkelijker dan begrijp'
Magali Biemans: ‘Spreek is voor mij makkelijker dan begrijp’© Miek Thieren

Afasie is een taalstoornis, veroorzaakt door een hersenletsel. Het maakt spreken en begrijpen moeilijk. Ook lezen en schrijven gaat in veel gevallen moeizamer. Welk aspect van taal moeizaam gaat en hoe erg dat is, hangt af van het deel van de hersenen dat beschadigd is.

Que?

Magali loopt het hersenletsel op door een virus, terwijl ze als vrijwilliger werkt in Peru. “In het begin was mijn hoofd leeg. Mijn moeder kwam naar Peru, maar ik herkende haar niet”, vertelt Magali. “Pas toen we weer in België waren, besefte ik: Ah, die vrouw is mijn moeder.”

Het is al snel duidelijk dat de afasie haar communicatie verstoort. Magali is van thuis uit tweetalig en heeft in Peru enkel Spaans gesproken, wat het communiceren nog ingewikkelder maakt. “In het begin sprak ik met drie talen in één zin, dus niemand begreep me en vice versa”, herinnert Magali zich. “Het allereerste woord dat ik kon zeggen was que?, het Spaans voor wat?.”

Spreek is voor mij meer makkelijk dan begrijp

In België begint een lange revalidatieperiode. Elke dag krijgt Magali van de logopedist oefeningen om weer te leren communiceren: “De logopedist zei bijvoorbeeld ‘zus’ en ik moest zoeken naar een woord dat erbij hoort, zoals ‘broer’. Dat ging elke dag een beetje beter.”

Na zeven jaar wordt de logopedie afgerond omdat uit tests blijkt dat haar niveau niet meer verbetert. Zo is werkwoorden vervoegen bijvoorbeeld iets dat voor mensen met afasie moeilijk blijft, bij Magali wordt dat: “Spreek is voor mij meer makkelijk dan begrijp.”

Een ander leven

Voor ze afasie kreeg, studeerde Magali fotografie. Dat kan ze niet meer afmaken omdat de cursussen te ingewikkeld zijn, al werkt ze nu wel als vrijwilliger in het Fotomuseum in Antwerpen. Ook op andere vlakken is haar leven drastisch veranderd: “Voor mijn vrienden van vroeger ben ik iemand anders geworden. Ik voel dat ze niet altijd zin hebben om met mij te praten omdat het te moeilijk is. Met vrienden die me enkel met afasie gekend hebben, is dat makkelijker.”

Tegen mensen die ze niet kent, bijvoorbeeld in de winkel, legt Magali altijd uit dat ze traag moeten praten. Mensen behandelen haar niet alsof ze te dom is om te begrijpen wat ze zeggen, maar doen volgens Magali soms wel té veel moeite. “Als ze het hebben over fotografie, doen ze met hun handen alsof ze een foto nemen. Of als ze moe zijn, leggen ze hun handen onder hun wang om dat te illustreren. ‘Foto’ en ‘moe’ zijn makkelijke woorden. Dat vind ik niet tof.”

Acht jaar nadat Magali haar hersenletsel opliep, is de impact ervan op haar leven nog steeds erg groot. Al kan ze wel haar plan trekken en zijn er ook positieve kantjes, lacht Magali: “Ik mag niet meer met de auto rijden, maar de bus is nu wel gratis voor mij.” (StampMedia/Ilse Cox)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content