‘Skaters zijn geen criminelen’

Iedereen zoekt zijn plaats in het leven en sommige jongeren hebben daarbij de onweerstaanbare drang om te bewegen. Maar niet in sportclubs waar ze verstikt raken in strikte reglementen, richtlijnen en orders.

Onze maatschappij kijkt vaak met een afkeurende blik naar de losse, ongeorganiseerde groepjes jonge skaters, breakdancers, freerunners enzovoort. We beschouwen ze vaak als “problemen die opgelost moeten worden”. Professor Reidar Säfvenbom van de Norwegian School of Sport Sciences is het daar niet meer eens. Dat liet hij duidelijk verstaan op het recente congres van het European College of Sports Science in Brugge.

Ongedwongen steunen

Säfvenbom onderzoekt nieuwe mogelijkheden voor jongeren om in onze huidige leefwereld op te groeien tot verantwoordelijke, competente, zelfzekere en bezorgde volwassenen. Sommigen moeten daarvoor losbreken uit hun gewone leven, dat vaak overgestructureerd en overgeorganiseerd is door hun ouders, school sportclubs enzovoort. Veel sportorganisaties hebben immers alleen oog voor overwinningen, regels en conformiteit.

Maar losse groepen, die niet afhangen van sportbonden of andere instellingen kunnen volgens Säfvenbom iets bieden dat veel westerse adolescenten missen: een betrokken, warme en aandachtige omgeving die hen genereus ondersteunt, maar tegelijk autonomie en vrijheid geeft. Met kansen die ze in gewone sportclubs niet vinden, net omdat ze niet strikt gereglementeerd zijn. Want dat verplicht hen om zelf hun doelen te bepalen en zich verantwoordelijk te gedragen.

Onafhankelijke persoonlijkheden

Meer dan een jaar volgde Säfvenbom jonge atleten zoals Simen die op zijn 12de ontdekte dat hij zich helemaal niet thuis voelde in het voetbal, zich enthousiast op kungfu stortte, maar opnieuw weerzin ontwikkelde voor de competitie en uiteindelijk zijn weg vond in skydiving.

Op zijn 16de trok hij in zijn eentje, maar met toestemming van zijn ouders, naar de club, een heel eind buiten Oslo. Drie dagen later sprong hij op 3500 meter uit een vliegtuigje voor een eerste vrije val van 45 seconden.

Simen heeft heel aangename herinneringen aan de eerste maal dat hij op de club arriveerde: “Elke man en elke vrouw kwam me individueel begroeten. Iedereen was oprecht vriendelijk en geïnteresseerd. Ik was slechts 16 en het heeft me diep geraakt. Ik kijk nu anders tegen nieuwe ontmoetingen aan. Ik stap met een glimlach en open hand op hen af en ben toleranter geworden. Iedereen draagt iets moois in zich. Je wint niets door je ruw en hard tegenover anderen op te stellen. Geniet van het leven en help anderen mee genieten, is de filosofie van de groep.”.

Beleving boven competitie

Hoewel een sterke focus op competitie deze jongeren niet aanspreekt, zijn ze toch niet helemaal tegen. Ze zien het als een toevalligheid, iets dat gebeurt als mensen het tegen elkaar willen opnemen. Maar niemand mag zich verplicht voelen. Het is de vrije keuze van het moment.

Marte, een van de beste vrouwen in het Noorse downhill biking, stelt uitdrukkelijk dat “je nooit uitsluitend om te winnen naar een nationale race gaat. Je wil je amuseren samen met je vrienden. Dat is wat telt. Ze haalt een gezegde aan: “We don’t log miles, we log smiles.”

Groepsgenot

De drang om te bewegen is voor deze jongeren slechts een deel van het verhaal. De ervaring in de groep is minstens zo belangrijk. Longboarder Nina: “Je ziet nieuwe meisjes opduiken en je merkt hoe onzeker ze nog zijn. Zoals je zelf was in het begin. We houden met iedereen rekening als we iets doen en we trachten elkaar altijd te helpen, zelfs als we elkaar nog maar net kennen.”

Wat ze gemeen hebben, is voor deze jongeren veel belangrijker dan hun onderlinge verschillen. Ze trachten elkaar te motiveren en voor elkaar te zorgen. Ze weten hoe moeilijk een nieuwe move kan zijn en als het eindelijk lukt, is iedereen in de groep enorm blij. En dat verstevigt hun band.”

Säfvenbom geeft ook nog mee dat deze ongestructureerde, vrij evoluerende groepen geen oplossing zijn voor alle jongeren. Sommige groepen zullen een baldadige toer opgaan, mensen ongerust maken, vandalenstreken uithalen enzovoort. Maar vermoedelijk is dat slechts een minderheid.

Ondertussen blijven de andere groepen wel een een belangrijke aanvulling op de officieel erkende structuren. We moeten hen ernstig nemen en alle kansen tot ontwikkeling te bieden.

Jan Etienne, Bodytalk

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content