Comédienne Dena Vahdani: ‘Religie is gelinkt aan een godfiguur, maar die heb ik niet’

Dena Vahdani: ‘Ik ben niet gelovig maar wel heel spiritueel. Ik geloof in energie en karma.’ © FOTO CARMEN DE VOS

Nu ze eindelijk kan fietsen en het genot van slaap heeft ontdekt, voelt comédienne Dena Vahdani zich sterker dan ooit. Al leeft ze nog altijd in de stilte van haar vriendin. ‘De lockdown was voor mij een redding.’

Elke week vraagt Knack aan ondernemende mensen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

Terwijl op het plein voor het stadhuis van Elsene een vrouw en een man zich opmaken voor hun huwelijk, zij in een witte sluier en hij in een maatpak met een iets te lange broek, zegt Dena Vahdani: ‘Mijn vriendin en ik freestylen vaak over hoe we zouden trouwen – in het zuiden van Frankrijk, met een optreden van Merol en zo – maar het is op dit moment absoluut nog geen prioriteit.’

Drie jaar is Vahdani nu samen met haar vriendin, een diplomate. In de nabije toekomst verhuizen ze naar een huis buiten Elsene, de Brusselse deelgemeente waar Vahdani is geboren en opgegroeid, als jongste dochter van twee naar België uitgeweken Iraniërs.

Een grote stap, Vahdani heeft nog nooit elders gewoond. Maar over trouwen spreekt de comédienne zoals weermannen- en vrouwen over regenbuien spreken: het kan gebeuren, wie weet, maar evenzogoed niet. Vraag haar naar haar kinderwens, en je krijgt overigens hetzelfde antwoord.

Vahdani heeft het zo al druk genoeg. De afgelopen weken reisde ze achtereenvolgens naar Genève (om daar haar show Warrior Princess te spelen), Turijn (waar ze het Eurovisiesongfestival bijwoonde) en New York (vakantie). Deze zomer treedt ze onder meer op in Avignon en Quebec, Parijs en Luik.

U hebt eerder al gezegd dat er altijd ruis is in uw hoofd, en dat u de stilte die uw vriendin in haar hoofd ervaart nu ook probeert te creëren. Lukt dat?

Dena Vahdani: Nee, het is heel moeilijk. Ik leef in haar stilte. Zij is erg evenwichtig en liefdevol, ze creëert een soort rust die me doet denken aan een oude tempel. Ze heeft iets holy, zoals een tempel in India, Rome of Griekenland, waar ik dan telkens als een alien kom binnenwandelen. Ik sprak er onlangs nog over met mijn psycholoog: I’m always on the run, tu vois? Ik heb een ongelooflijke energie in me, zo prrriiiiiieeeeeet-woe-woe-woe. (lacht) Ik praat ook de hele tijd in onomatopeeën, ik weet niet hoe je dat gaat opschrijven. (lacht) Af en toe moet ik geforceerd worden om wat stilte te implementeren in mijn dagelijks leven.

Ik heb een ongelooflijke energie in me, zo prrriiiiiieeeeeet-woewoe-woe.

Het is nodig?

Vahdani: Het is zeker nodig, want het is gezond. Ik heb een passie, stand-upcomedy, en alles in mijn leven draait rond die passie. Ik ben er de hele tijd mee bezig. Op het podium durf ik hoe langer hoe meer stiltes toe te laten, ernaast is het nog zo simpel niet.

Waar vindt u stilte, behalve bij uw vriendin?

Vahdani: In mijn slaap. Alleen daar.

U hebt een vermoeiend hoofd?

Vahdani: Heel erg, ja. Mijn hoofd is altijd bezig, het zit altijd dicht geplamuurd. Tenzij wanneer ik aan het slapen ben, en op het podium. Het cliché wil dat comedy een vorm van therapie is, maar zo zie ik het niet. Voor mij is comedy een voortzetting van wat ik in de therapie verwerk. Een uitdrukkingsvorm. Als je alleen maar in comedy gaat om jezelf te helpen, zal het niet genoeg zijn, of zal het een lang proces worden. Maar natuurlijk is het leuk als iemand van wie de ouders uit Italië, Albanië of Syrië afkomstig zijn je na de show komt zeggen dat ze zich helemaal heeft herkend in je verhaal, of zelfs een Belg zonder vluchtelingenouders, wat ook vaak gebeurt. Het raakt me telkens als ik dat hoor. Ik ben blij dat mijn verhaal het publiek niet alleen entertaint, maar ook ontroert.

Wat hebt u tijdens uw therapie geleerd?

Vahdani: Ik ben al jaren in therapie en ik kan het iedereen aanraden, maar ik denk dat ik vooral veel afgeleerd heb. Slechte patronen die ik had meegekregen van mijn ouders of van de maatschappij, en die ik mezelf heb moeten afleren. Alsof ik bij de therapeut aankwam met een zware boekentas en die sessie na sessie heb leeggemaakt, zoals bij (de Japanse opruimgoeroe, nvdr) Marie Kondo: ‘Dank je voor alles wat je me gegeven hebt, maar nu gooi ik je weg.’ Ik krijg bijvoorbeeld al mijn hele leven vaak stress om niets, en nu heb ik dat stilaan iets meer onder controle. Als er een brief in mijn brievenbus steekt, springt mijn hart al niet meer zo wild in het rond als vroeger. Mijn moeder was ook zo: iedere keer als zij een brief kreeg, was ze helemaal in paniek. Ze kende de taal niet toen ze hier aankwam, en bij elke brief was ze bang dat ze ergens een fout had begaan. Die stress van het vastzitten, van je nooit helemaal veilig te voelen heb ik van haar doorgekregen, maar dankzij therapie heb ik die angst leren relativeren. Van de paar brieven die ik krijg, is er zelden een echt stresserend. En dan nog: zo erg is een factuur nu ook weer niet. Het is een irrationele angst. Er hangt geen zwaard van Damocles boven mijn hoofd.

Uw moeder heeft zich op haar zestigste omgeschoold tot therapeute. Is die aandacht voor geestelijke gezondheid altijd al aanwezig geweest in uw familie?

Vahdani: Toch wel, ja. (denkt na) Al van jongs af voelde mijn moeder dat sommige structuren waarin ze moest leven niet de best mogelijke waren. Ze schudde graag aan bestaande denkbeelden. Toen mijn grootouders in een bepaalde periode veel ruzie maakten, zei ze doodleuk dat ze maar uit elkaar moesten gaan, iets wat in Iran zeer uitzonderlijk was. Ze is altijd al pro verandering en evolutie geweest, daarom is ze Iran ook ontvlucht: ze was gescheiden van haar eerste man, waar ze veel opmerkingen over kreeg. Ze vond het ook moeilijk om onder het nieuwe regime, na 1979, haar rechten plots drastisch te zien verminderen. (zwijgt even) Het was dus meer een gevoel van logisch denken, eerder dan aandacht voor geestelijke gezondheid.

‘Staken is menselijk’, zei u onlangs in het Middagjournaal van Nieuwe Feiten, op Radio 1. ‘Het is net zoals ons lichaam dat soms “stop” zegt. Het is belangrijk om time-off te nemen.’ Wanneer heeft uw lichaam voor het laatst ‘stop’ gezegd?

Vahdani: Ik heb een geluk bij veel ongeluk gehad. In maart 2020 voelde ik me enorm moe. Ik kon niet meer, ik had geen zin meer in mijn job, ik voelde me niet meer gelukkig op het podium. Een soort burn-out, denk ik, ook al komt het minder voor: een burn-out in een job die zich niet op een kantoor afspeelt. Toen ik er voor het eerst met collega’s over sprak, ergens backstage, kwam er opeens iemand de kamer binnen die zei dat er een lockdown was afgekondigd, dat we alles verplicht moesten sluiten. Ik was zo gelukkig. Ik voel me nog altijd schuldig om dat hardop te zeggen, want ik weet hoe hard veel mensen geleden hebben, maar voor mij was het een redding. Van de dokter moest ik al langer rusten, maar telkens wanneer ik het geprobeerd had, was de wereld blijven ronddraaien. Waardoor ik het gevoel had voortdurend opportuniteiten te missen: een voorprogramma, een show, een podcast, noem maar op. Nu was er niets en kon ik echt rusten, zonder bang te zijn om van alles te missen.

De lockdown heeft uiteindelijk veel te lang geduurd, maar ik ben wel gelukkiger nu. Al duikt de onrust nog altijd op. Gelukkig weet ik ondertussen dat slapen me echt helpt. Op dagen dat ik niets gepland heb, slaap ik de hele dag. Ik sta alleen ‘s avonds op om iets te eten en daarna kruip ik weer in bed. Zo kan ik mezelf even resetten. En elke week plan ik bewust momenten in om op adem te komen. Blokken van drie, vier uur die ik vrijhoud voor mijn mental space. Als iemand me vraagt om dan iets te doen, antwoord ik eerlijk: ‘Sorry, ik heb tijd, maar geen mental space. Als je wilt dat ik het goed doe, zal het op een ander moment moeten gebeuren.’ Vaak krijg ik als antwoord dat ik gelijk heb en dat ze het zelf ook zo zouden moeten aanpakken. Ik weet niet of het iets generationeels is, maar ik merk toch dat meer en meer mensen van mijn leeftijd op die manier omgaan met geestelijke gezondheid.

Mijn ouders hebben zich onmiddellijk na hun vlucht uit Iran aangepast aan het Westen. They couldn’t care less dat hun dochter lesbisch was.

U hebt eerder al gezegd dat u ook lichamelijk gezonder wilt leven. Hebt u de neiging om uw lichaam te vergeten?

Vahdani: O ja, ik heb echt de meest crazy levensstijl op het vlak van voeding. ‘s Ochtends drink ik een koffie en daarna ben ik zo druk bezig dat ik vergeet te eten. Maar plots is het zeven uur en dan eet ik snel mijn avondeten, en als ik nog moet optreden eet ik nadien altijd nog wat boterhammen, voor ik ga slapen. Er zit kortom geen enkele regelmaat in, en ik eet eigenlijk alleen graag aardbeien. Als ik vergeten heb om aardbeien te kopen, heb ik een probleem. (lacht) Wat ook meespeelt, is dat ik geen tijd voorzie voor hobby’s. Ik lees graag graphic novels, maar al liggend is dat nogal onhandig, zo’n zwaar boek boven je gezicht houden.

U zoekt een hobby die u liggend kunt uitoefenen?

Vahdani: Alle tips zijn welkom. (lacht) Ik wil altijd gaan sporten, maar ik houd het nooit lang vol. Ik ben nogal cerebraal, merk ik iedere keer opnieuw. Vorige maand heb ik wel leren fietsen, en ik heb nu gemerkt dat je tijdens het fietsen aan weinig anders kunt denken, toch niet in Brussel. (lacht)

Voor alle duidelijkheid: ik voel me goed in mijn vel, maar ik weet dat ik me beter kan voelen. Mijn eindejaarswerk aan de kunstschool ging erover hoe ik mijn hoofd aan mijn lichaam kon vastmaken. Ik had een sprookjesverhaal verzonnen over een boom die op zoek ging naar zijn hoofd, dat eraf was gevallen. Zodra het hoofd opnieuw op de stam stond, groeide hij uit tot een prachtige boom.

Is dat bij u al gebeurd?

Vahdani: Nee. Het hoofd staat er nu eens op en valt er dan weer af. Het gaat in cycli, zoals beren een winterslaap houden. Ik vind dat helemaal niet erg, het is niets dramatisch of zo. Ik heb die cycli aanvaard, ik zit gewoon zo in elkaar. Af en toe ben ik moe, of afwezig, maar ik weet dat die fase weer voorbijgaat. Ik ben niet langer bang wanneer ik me niet goed voel. Ik weet nu dat ik in die stille periodes aan het verwerken ben en dat mijn onderbewustzijn informatie aan het verzamelen is, en dat ik erna veel productiever zal zijn dan ervoor.

Telkens wanneer u uw ogen sluit, hebt u het gevoel in het oude Mesopotamië terecht te komen. Welke beelden hebt u dan voor de geest?

Vahdani: Meestal zie ik een soort bedoeïenenvolk dat in een woestijnachtige omgeving van plek naar plek reist en overal in joerten overnacht. Ik denk er erg vaak aan, alsof ik flashbacks heb naar een tijd waarin ik er nog niet was. En het gaat breder dan het oude Mesopotamië. Ik denk ook vaak aan het oude Egypte of het oude Griekenland. Momenteel ben ik de graphic novel-versie van Sapiens aan het lezen, van Yuval Noah Harari, en dat komt fel binnen. Dan beeld ik me de hele dag in hoe mijn leven eruit zou zien in de tijd waarin de mens ontstond en hij verhalen begon te vertellen rond het vuur. Zou ik dan ook stand-upcomedy zijn gaan doen? Bonsoir à toutes et à tous, waar is jullie silex? (lacht) Ik wou dat ik kon terugreizen.

Bent u gelovig?

Vahdani: Totaal niet. Maar ik ben wel heel spiritueel. Ik geloof in energie en karma. Religie is gelinkt aan een godfiguur, maar die heb ik niet. Voor mij is er gewoon wind. Alsof je op een zeilboot zit en hoopt dat de wind in de juiste richting blaast. Zo hoop ik voortdurend van alles. Bidden lijkt me nogal inefficiënt, er is weinig ruimte voor ontgoocheling. Bij puur hopen weet je dat het ook níét kan gebeuren, wat het gemakkelijker te aanvaarden maakt. Ontgoocheling is een onderdeel van het hopen.

Hebt u in uw leven al veel tegenslagen gekend?

Vahdani: Tuurlijk. Maar voorlopig wel alleen maar kleine tegenslagen. Projecten waar ik aan was begonnen en die sneller dan verwacht werden stopgezet, dat soort zaken.

U wist al vroeg dat u op meisjes viel, maar ook dat lijkt geen worsteling te zijn geweest?

Vahdani: Helemaal niet. Voor mij was het een evidentie, en voor mijn ouders gelukkig ook. De lievelingsauteur van mijn moeder was Forough Farrokhzad, een van de bekendste hedendaagse dichteressen van Iran, haar werk is vaak zeer erotisch geladen. Sensueel en romantisch, niet vulgair. Hoewel het in Iran, en ook in haar familie, best taboe was om daarover te spreken, laat staan om een liefje te hebben, stonden mijn ouders er wel voor open. Ik heb veel geluk gehad op dat vlak. Ik weet dat er vrouwen zijn die al twaalf jaar samen zijn met hun vriendin en het thuis nog altijd niet hebben durven te vertellen: hoe pijnlijk moet dat zijn? Mijn ouders hebben zich onmiddellijk na hun vlucht uit Iran aangepast aan het Westen, they couldn’t care less dat hun dochter lesbisch was. Voor een brief stressen ze, maar voor echt belangrijke zaken niet. (zwijgt even) Intussen weet ik wel dat tegenslagen het beste tegenwicht zijn om nadien weer te kunnen opstijgen. Zoals in een Playstation-game, waarbij je na elke val op een trampoline blijkt terecht te komen en zo naar een volgend level gekatapulteerd wordt. (telt op haar vingers) Ik zit zeker al in level 6.

Enig idee welk beest u aan het einde van het spel staat op te wachten voor het eindgevecht?

Vahdani: Waarschijnlijk iets heel metaforisch. Een grotere en enge versie van mezelf, waaruit blijkt dat ik de hele tijd met mezelf aan het vechten was. Of nog beter: helemaal niemand. Dat zou zo metaforisch zijn, dat aan het einde van mijn leven blijkt dat alles zich de hele tijd alleen in mijn hoofd heeft afgespeeld.

Wat is voor u de zin van het leven?

Vahdani:(denkt na) Voor mij is dat een gevoel, een emotie. Het gevoel dat ik altijd heb als ik in een vliegtuig zit. Ik ben bang, maar ik vind het ook heerlijk. Heel paradoxaal. Dat is voor mij de zin van het leven: je kunt niets controleren, je kunt alleen maar zitten en er het beste van maken.

Dena Vahdani speelt op 30 juni in Théatre de Liège.

Dena Vahdani

– is 30 jaar

– woont met haar vriendin in Elsene, waar ze is geboren en opgegroeid

– is comédienne en is ook op tv te zien, zowel op Franstalige als Nederlandstalige zenders

– haar ouders komen allebei uit Iran

– werd in Vlaanderen bekend door haar deelname aan De Slimste Mens

– treedt op in het Nederlands en het Frans, haar show heet Warrior Princess

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content