Koen Lowet

Psychologen mengen zich te weinig in het maatschappelijke debat

Koen Lowet Sectorverantwoordelijke klinische psychologie bij de Belgische Federatie van Psychologen

Psychologen mengen zich te weinig in het maatschappelijk debat, zegt Koen Lowet van de Belgische Federatie van Psychologen. Gevolg: we beschouwen mensen met psychische problemen als statische ziekten en dat bezorgt onze ziekteverzekering een infarct met de torenhoge kosten voor psychofarmaca en werkverzuim.

Vandaag is het de werelddag voor geestelijke gezondheid. Een dag om de geestelijke gezondheid in ’the spotlight’ te zetten, want dat is toch wel nodig. Geestelijke gezondheid blijft immers voor velen onder ons iets waar we niet altijd graag mee geconfronteerd worden. Nochtans is het onvermijdbaar. Een gezonde geest in een gezond lichaam, weet u wel. Als je problemen krijgt met je geestelijke gezondheid, dan kan je dat toch niet negeren. Eén op de vier onder ons zal geconfronteerd worden met psychische moeilijkheden. Die moeilijkheden zullen een steeds groter wordend aandeel innemen van onze ziekteverzekering. Geestelijke gezondheid is dus overal om ons heen.

Op een dag zoals vandaag willen we toch ook graag de mensen in ’the spotlight’ zetten. Zowel de mensen die geestelijke gezondheidszorg verstrekken alsmede de mensen die hem krijgen. Mensen zoals u en ik, want jawel, ook u zou wel eens te maken kunnen krijgen met psychische moeilijkheden. De Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid lanceert dan ook een bijzondere actie: “Ooit al zo gereageerd?” waarin men de vaak pijnlijke reacties van onze samenleving aankaart, die patiënten met psychische klachten vaak te verwerken krijgen.

Psychische ‘ziekten’?

Patiënten? Dat brengt ons bij de volgende pertinente vraag: zijn mensen met psychische klachten patiënten? Lijden ze aan een ziekte? En dan nog een biologisch gedetermineerde ziekte? Er is vandaag de dag veel rond te doen bij ons in de sector. We blijven mensen met klachten inderdaad bekijken vanuit een ziektemodel. Er is iets mis, er klopt iets niet, er is iets afwijkends wat we moeten vaststellen (diagnosticeren), zodat we het kunnen gaan behandelen. Op zich klinkt daar niets mis mee en voor onze lichamelijke klachten perfect te begrijpen. Er is iets mis met een deeltje van ons lichaam, we nemen daar een pilletje voor (of ondergaan een heelkundige ingreep) en dat deeltje wordt weer hersteld.

De perceptie is toch wel wat anders als we het hebben over psychische problemen. Over welk deeltje van ons lichaam hebben we het dan? Onze hersenen? Zijn psychische ziekten te herleiden tot biologische stoornissen? Is er dan iets mis met onze persoon? Onze psyche, onze ziel? Als we zo zouden denken, dan kunnen we plots begrijpen waarom het voor veel mensen moeilijk is om behandeling te zoeken voor psychische klachten. Toegeven dat er iets mis is met jezelf als persoon is voor de meesten onder ons te zwaar.

Wetenschappelijk onderzoek

Nochtans wordt er ook in de geestelijke gezondheidszorg nog veel te veel gedacht in termen van ‘ziekten’. De laatste editie van het ‘psychische ziektenhandboek’ de DSM – 5 is daar een mooi voorbeeld van. Als u denkt dat ik de zoveelste psycholoog in de rij ben die de DSM gaat verguizen, dan moet ik u helaas teleurstellen. Ik vind het nuttig dat we een instrument hebben die de verschillende psychische problemen tracht te groeperen en te benoemen. Op die manier ontstaat er een gemeenschappelijke taal onder hulpverleners, maar belangrijker nog, kunnen we dit ook gaan gebruiken om onderzoek te doen, bijvoorbeeld naar de effectiviteit van behandelingen voor deze problemen. Het problematische aan de DSM 5 ligt hem in de benadering van psychische problemen als ‘ziekten’. In de DSM 5 lees je bijzonder veel over biologische oorzaken en mechanismen. Je leest in verhouding veel minder over psychologische mechanismen en sociale factoren. Dat doet de realiteit, maar vooral de mensen met psychische klachten onrecht aan.

Wetenschappelijk onderzoek heeft ondertussen toch onomstotelijk vastgelegd dat psychische problemen het best benaderd kunnen worden vanuit meerdere factoren: biologische (jazeker), psychologische en sociale. Verbaast u dat er ook in de geestelijke gezondheidszorg wetenschappelijk onderzoek gebeurt? Dat verwondert me niets. Wanneer er een nieuwe radiotherapie voor kanker ontwikkeld wordt, leest u daarover in de kranten. Wanneer er een nieuwe behandeling is voor ADHD, wordt dat plots niet meer vermeld. Nochtans is de output van wetenschappelijk onderzoek in het domein van de psychologie groter dan dat in het domein van de geneeskunde. Kwatongen zouden beweren dat er een ‘duistere farmalobby’ de verspreiding van dit onderzoek tegenhoudt. Ik denk dat psychologen gewoon meer moeten durven vertellen wat ze geconstateerd hebben in hun onderzoeken. We mengen ons onvoldoende in het maatschappelijk debat. Wellicht daarom ook dat een erkenning van de klinisch psycholoog als zorgverstrekker zolang op zich laat wachten. Nochtans zouden we op die manier een nog belangrijkere rol spelen in onze samenleving.

Naar een bio – psycho – sociaal model

Laten we dus dat medische ‘ziekte’ – model maar overboord gooien. Het heeft er veel te lang voor gezorgd dat we mensen met psychische problemen beschouwden als statische ziekten, waar enkel medicatie voor een oplossing kon zorgen. Dat doet hen onrecht aan en bezorgt onze ziekteverzekering een infarct omwille van de torenhoge kosten voor psychofarmaca en werkverzuim. Bovendien ging dat ‘ziekte’ – model ook totaal voorbij aan het feit dat mensen met psychische problemen ook mensen waren met mogelijkheden, met ontwikkelingskansen, met krachten waar gebruik van gemaakt kan worden om hun psychische problemen te overwinnen. Oh jawel hoor, je kan gerust herstellen van een psychisch probleem en gewoon verder gaan met je leven. Bij een chronische aandoening kan je er ook gerust mee leren leven, net zoals een patiënt met een lichamelijke chronische aandoening zoals suikerziekte. Als we dat zouden doen, dan zouden we misschien niet zo hard aarzelen om naar een psycholoog toe te stappen wanneer we ons angstig voelen of somber. Dan zouden scholen misschien niet zo vlug een etiket op kinderen plakken, maar ouders misschien eerder aansporen om vroeg genoeg naar een professional in de geestelijke gezondheidszorg toe te stappen.

Koen Lowet is klinisch psycholoog en psychotherapeut. Hij is werkzaam in het MFC Bethanië te Genk en in een eigen praktijk MUDICO te Hasselt. Hij is sectorverantwoordelijke klinische psychologie voor de Belgische Federatie van Psychologen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content