Kirsten Catthoor

‘Psychisch welzijn van jongeren hangt niet alleen af van geld voor één dienst’

Kirsten Catthoor Wetenschappelijk secretaris van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie

‘Het aanpakken van geestelijke gezondheidsproblemen bij jongeren vereist inspanningen op meerdere fronten, te beginnen bij armoedebestrijding en een ambitieus woningbeleid’, reageert psychiater Kirsten Catthoor op de discussie rond de financiering van de jeugdpsychiatrie.

In de recente discussie rond de herfinanciering van de kinderpsychiatrische dagbehandeling werd verkeerdelijk de indruk gewekt dat alleen meer geld van Maggie De Block belangrijk is voor aangepaste zorg voor psychisch kwetsbare kinderen en jongeren. Dat is een illusie. Er zijn noodzakelijke inspanningen vereist op meerdere fronten. Te beginnen met armoedebestrijding en huisvesting, onderwijs en andere vormen van primaire preventie. Helaas liggen de verantwoordelijkheden hiervoor bij verschillende bevoegde ministers.

Psychisch welzijn van jongeren hangt niet alleen af van geld voor één dienst

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is formeel. 1 op 5 kinderen wereldwijd krijgt te maken met geestelijke gezondheidsproblemen, ongeveer de helft daarvan voor de leeftijd van 14 jaar. In ontwikkelingslanden is de situatie bijna hopeloos, door een absoluut gebrek aan geschoolde professionals. Men blijft er echter niet bij de pakken zitten en probeert in te zetten op ondersteuning door de gemeenschap, op familie-interventies, fysieke activiteit en aangepaste huisvesting. De medische eerstelijnszorg krijgt een basisopleiding ‘omgaan met geestelijke gezondheidsproblemen’, wat tot bevredigende resultaten bij psychisch kwetsbare groepen leidt.

Kilometers achter de kist

Dichter bij huis komen er positieve signalen uit onverdachte hoek. Prins Harry van het Britse koningshuis – toch niet meteen het meest toegankelijke, vooruitstrevende of emancipatorische instituut – werpt zich op als voorvechter van goede geestelijke gezondheidszorg. Hij verwijst hierbij naar zijn eigen geschiedenis. Het traumatische overlijden van zijn moeder bracht hem in een zware emotionele shock. Hij was toen net geen 13 jaar, en moest kilometers achter haar kist lopen terwijl miljoenen toekeken. Geen enkel kind zou dit mogen ondergaan, zegt hij daarover. Toch weigerde hij 20 jaar lang psychologische begeleiding. Tot het niet anders meer kon. En dat was niet verstandig, zegt hij zelf. Te lang wachten met een behandeling leidt in een neerwaartse spiraal tot ernstige en blijvende problemen die professionele behandeling vereisen. Tijdig ingrijpen is dus de boodschap. Bovendien verwijst Prins Harry regelmatig naar de immense druk die kinderen en jongeren moeten weerstaan. We moeten ze weerbaarder maken, vindt hij. Weerbaarder tegen de waanzin van de sociale media en de verwachtingen van een steeds complexer wordende maatschappij.

Op het eerste gezicht hebben de geestelijke gezondheidszorg in ontwikkelingslanden, de missie van Prins Harry en de herfinanciering van de kinderpsychiatrische dagbehandeling geen enkel verband met elkaar. Maar schijn bedreigt. Geestelijke gezondheidszorg is namelijk een continuüm. Het begint laagdrempelig en weinig gespecialiseerd, en evolueert naar intensiever en professioneler bij persisterende problemen, en pas in laatste instantie moet een ziekenhuisbehandeling overwogen worden. Als het echt niet anders meer kan.

Psychisch welzijn is het gevolg van een delicaat samenspel tussen individuele en omgevingsfactoren. De omgeving waarin een kind woont en de omstandigheden waarmee het moet omgaan, kunnen een zware hypotheek leggen op diens psychosociale ontwikkeling. Denk daarbij aan een onbewoonbare flat, of een voortdurende strijd om voldoende voedsel en aangepaste kleding. Een dagelijkse realiteit, ook bij ons. Dat armoede tot psychische problemen leidt, is ontelbare malen wetenschappelijk vastgesteld. Een eerste stap in goede geestelijke gezondheidszorg voor kinderen begint bij het elimineren van aan armoede gekoppelde risicofactoren. Armoedebestrijding en ambitieus woningbeleid zouden daarom absolute prioriteit moeten krijgen.

Verwoorden van emoties in de juiste taal

Bovendien omvat een goed geestelijk gezondheidszorgbeleid onderwijsdoelstellingen over psychisch welbevinden. Kleuters leren op school heel snel over basisemoties: bang, boos, blij, verdrietig. Vaak knutselen ze er een gevoelensgraadmeter bij, met smileys die ze later op smartphones miljoenen keren zullen zien passeren. Het gebruik van de juiste taal in het verwoorden van emoties is cruciaal, en daar ontbreekt het in de latere schoolopleiding vaak aan. Als het gewicht van boekentassen gespreksonderwerp is in de lagere school, en rughygiëne daardoor aandacht krijgt, en als seksuele opvoeding leert spreken over SOA’s en seksueel misbruik, waarom kan het dan niet gaan over spanning en stress, angst en schaamte, onzekerheid over verwachtingspatronen en zelfbeeld? Over de druk van de sociale media en eenzaamheid, zowel in de lagere als middelbare school? Het stigma op geestelijke gezondheidszorg zal verminderen, het bewustzijn en de alertheid ervoor verhogen. Deze zaken zijn zo essentieel dat ze in de eindtermen horen. Wat is er nodig om deze urgentie op de politieke onderwijsagenda te krijgen?

Wanneer psychische problemen opduiken, zou het kind of de jongeren in eerste instantie terecht moeten kunnen in multidisciplinaire eerstelijnspraktijken, bij een verpleegkundige, maatschappelijk assistent, huisarts en terugbetaalde psycholoog. Waar ondersteuning en begeleiding mogelijk is in een vertrouwde omgeving, met professionals die hen al kennen. Een bijkomend voordeel is dat de huisarts zorgwekkende evoluties tijdig kan opmerken, en snel kan ingrijpen. Als dit vervolgens onvoldoende blijkt, moet doorverwijzing naar de tweedelijn georganiseerd worden. Raadpleging bij een kinderpsychiater, behandeling in een centrum geestelijke gezondheidszorg of therapie thuis, door gespecialiseerde teams die binnen het gezin intensief samenwerken met de ouders. Bijna alles wat in kinder- en jeugdpsychiatrische ziekenhuizen therapeutisch mogelijk is, kan ook ambulant aangeboden worden. Dat verdient om meerdere redenen de voorkeur. Alleen als de draagkracht van het gezin zwaar overschreden wordt, of er gevaar dreigt, is een opname noodzakelijk. En dan nog. Bij heel zwaar psychisch lijden, waarbij behandeling een verplichtend karakter krijgt, zijn er creatieve justitiële oplossingen mogelijk. Zoals behandeling in het gezin in het kader van de wet gedwongen opname.

Samenwerkende kabinetten

In Afrika weten ze al eeuwenlang: ‘It takes a village to raise a child’.

Natuurlijk is hooggespecialiseerde hulp voor kinderen en jongeren met ernstige psychiatrische problemen in ziekenhuizen nodig, of dat nu in een bed (opname) of op een stoel (dagbehandeling) gebeurt. Dat vraagt een correcte financiering en daarvoor is de overheid verantwoordelijk. Geen weldenkend mens die daar aan twijfelt. Maar dat is volstrekt onvoldoende om de psychische gezondheid van kinderen en jongeren te verbeteren. Er is absoluut en dringend nood aan een overkoepelend beleidsorgaan geestelijke gezondheidszorg kinderen en jongeren, waarin alle ministeries participeren die hiervoor gedeelde verantwoordelijkheid dragen: onderwijs, jeugdzorg, armoedebestrijding en woonbeleid, gezondheidszorg en zelfs justitie.

In Afrika weten ze al eeuwenlang: ‘It takes a village to raise a child’. Bij ons vergt het niet alleen de samenwerking tussen zorggebruikers en professionals, maar ook met een hoop kabinetten, die al te vaak in elkaars richting wijzen, of net soloslim spelen. Welke minister gaat als eerste de uitdaging gaan om fundamenteel werk te maken van een geïntegreerd plan? De Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie zal hieraan graag meewerken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content