Optimisme in tien lessen

Optimisme © Thinkstock

Pessimisme overheerst. Mensen die alles van de goede kant zien – ondanks de economische crisis, het geweld en de milieuvervuiling – gaan door voor naïevelingen. Nochtans is optimisme een troef.

1. Wat is optimisme?

Er zijn drie vormen. Situationeel optimisme kan iedereen overkomen, zelfs pessimisten: je bent verliefd of je krijgt goed nieuws, en dat maakt dat je tijdelijk optimistisch bent. Gelukzalig en zelf-genoegzaam optimisme, de tweede vorm, is veeleer autosuggestie, struisvogelpolitiek. De ‘believer’ haalt het nooit van de werkelijkheid. De derde vorm, intelligent optimisme, is gebaseerd op de capaciteit om een gunstige afloop te verbeelden en meer positieve dan negatieve redenen te zien.

2. Word je als optimist geboren?

Onderzoek naar karaktertrekken toont aan dat optimisme voor 25 procent erfelijk is. Uit neurologisch beeldvormingsonderzoek blijkt dat er bij optimisten een verhoogd activeringsvermogen is ter hoogte van bepaalde hersengebieden die verbonden zijn met de prefrontale cortex. De meest bepalende factor is het milieu waarin je opgroeit, waar positief denken en levensvreugde belangrijke ingrediënten zijn.

3. Is opvoeding cruciaal om een optimist te worden?

Zeker. Een van de grote verschillen tussen optimisten en pessimisten is dat optimisten altijd een reden hebben om de problemen te verklaren, terwijl pessimisten de neiging hebben om te veralgemenen: alles gaat slecht. Om ervoor te zorgen dat kinderen niet te pessimistisch zijn, vermijd je dat soort veralgemeningen beter. Als een kind iets doms doet, dan moet daar wel over gepraat worden, maar niet met opmerkingen zoals ‘het is altijd hetzelfde met jou’, ‘je let nooit op’, enzovoort. Beter is het om erop te wijzen dat het om een eenmalige fout gaat en dat het de volgende keer wel beter zal lukken.

4. Waarom ben je beter optimistisch dan pessimistisch?

Omdat optimisme op verschillende manier een positieve invloed heeft op het bestaan, vooral op de geestelijke en lichamelijke gezondheid. Het biedt niet alleen bescherming tegen depressie, maar maakt ook stressbestendiger. Optimisme zorgt er vooral voor dat we beter in staat zijn om te anticiperen op goede ogenblikken, om het gevoel te krijgen dat we alle moeilijkheden kunnen doorstaan en om ons aan te moedigen om actief te zijn en niet passief af te wachten. Uit onderzoek blijkt dat optimisme samenhangt met een langere levensduur, minder hart- en vaatziekten, meer assertiviteit in geval van ernstige ziekte en een sneller herstel.

5. Is optimisme een vorm van ontkenning?

We leven in onrustige tijden waarin de angst voor onder meer de gevolgen van de techno-logische vooruitgang op het milieu groot is. Maar de mens heeft altijd al redenen tot ongerustheid gehad – denk maar aan oorlogen en epidemieën.

6. Wordt optimisme cultureel bepaald?

De neiging om het glas halfvol of halfleeg te zien is inderdaad cultureel bepaald. In Europa hebben intellectu-elen de neiging om pessimistisch uit de hoek te komen. Volgens economist Claudia Senik van de Sorbonne in Parijs is dat te wijten aan ons school-systeem. In tegenstelling tot in Angelsaksische landen worden kinderen hier op school vooral gewezen op hun negatieve resultaten, niet op hun goede prestaties. Daar komt nog een sociaaleconomisch aspect bij: na goede tijden met een aantal privileges moet een einde gemaakt worden aan heel wat van die voordelen. We weten dat we meer te verliezen dan te verwachten hebben.

7. Is optimisme een kwestie van willen?

Wilskracht is vaak de eerste raad aan mensen die klagen of zwartgallig zijn. Hoe dikwijls hoor je niet zeggen ‘het is allemaal niet zo erg’ of ‘bekijk het wat positiever’. Maar optimisme komt niet zomaar. En schijnbaar optimisme, doen alsof het allemaal wel gaat, voor jezelf en voor anderen, is nooit van lange duur.

8. Hoe kan een pessimist een optimist worden?

Je kunt wel degelijk iets doen aan excessief pessimisme. Met de hulp van optimisten bijvoorbeeld – net zoals bij koppels waarbij de ene optimisme inbrengt bij gebrek aan optimisme van de ander – of met de hulp van een psycholoog wanneer het pessimisme erg belastend wordt. Een van de twee belangrijkste methoden die gebruikt worden om optimisme te versterken is positieve psychologie. Daarbij is het doel de denkwijzen te veranderen en om weer zin te krijgen in het leven.

9. Is optimisme nooit negatief?

Excessief optimisme, dat aan irrealisme grenst, kan natuurlijk negatief werken. Dat blijkt bijvoorbeeld bij patho-logische gokkers. En pessimisme kan ook positief zijn, vooral als het om ‘defensief pessimisme’ gaat, een mentale, vaak gebruikte strategie om zich voor te bereiden op stressvolle perioden. Denk maar aan studenten tijdens de examens.

10. Hebben optimisten ‘middeltjes’ om het glas altijd halfvol te zien?

Ja. Een van die middeltjes is wat de Amerikaanse sociaal psycholoog Jonathan Haidt ‘ the progress principle ‘ noemt: in welke situatie dan ook grijpt een optimist liever in dan de dingen op hun beloop te laten. ‘Goede herinneringen’ ophalen draagt ook bij tot een optimistisch beeld. Studies met hersenbeeldvorming tonen aan dat de structuren die ons helpen om het verleden te herinneren ook helpen om de toekomst te verbeelden.

Het uitgommen van gevoelens van spijt is een andere karaktertrek van optimisten. Het maakt dat ze makkelijker kunnen leven in het hier en nu. Echte optimisten zijn ook in staat om ‘met de dingen te leven’, om te aanvaarden dat er mogelijk problemen zijn die opgelost moeten worden. En ten slotte hebben mensen die optimistisch zijn de zekerheid dat ‘niets voor altijd’ is en dat er momenten kunnen zijn waarop het er hopeloos uitziet, maar dat het leven wel altijd verder gaat.

(Marie-Françoise Dispa)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content