Nomofobie is de hipste angst van het moment

Stress krijgen wanneer je je gsm vergeet of erger nog, wanneer je buiten bereik bent. Steeds meer mensen hebben er last van. Zij lijden aan nomofobie, de hipste angst van het moment.

Een clichévraag: wat zou je meenemen naar een onbewoond eiland? Boeken? Je allerliefste? Foto’s (van je allerliefste)? Of toch liever je gsm? Voor heel wat mensen is het een realiteit: ze maken rechtsomkeert als ze hun mobieltje thuis vergeten zijn, controleren op vakantie meteen of er bereik is en duwen hun 6-jarige kind een gsm in de hand – een mens weet toch maar nooit. Het gevoel altijd bereikbaar te zijn en immer zelf te kunnen bellen werkt erg verslavend. Maar er loert ook angst om de hoek: nomofobie. No Mobile Phobia: het is de panische vrees om je gsm te verliezen, om te vergeten hem op te laden of om zonder belkrediet of netwerk te vallen. Nomofoben zijn constant bang om iets te missen en schakelen hun telefoon dus zelden of nooit uit. Popster Madonna legt haar Blackberry ’s nachts onder haar hoofdkussen. Misschien heeft ze ook wel last van de mogelijke bijwerkingen: paniekaanvallen, kortademigheid, duizelen, beven, zweten, versneld hartritme, pijn in de borststreek en misselijkheid.

Draaglijk met twee

De eerste studie over nomofobie kwam er 4 jaar geleden, in Engeland. Toen bleek dat 53% van de Britten, vooral mannen, leed aan deze angst. Intussen werd er een tweede (ook Brits) onderzoek gevoerd, en het wordt er niet beter op. Wees wel gewaarschuwd: beide “studies” werden besteld door bedrijven met gsm-belangen, en voor hen zijn al die mobieltjesgekken mooi meegenomen. Maar goed, uit de recentste enquête blijkt dat 66% van de Britten lijdt aan nomofobie. Opvallend is dat daar nu een pak meer vrouwen bij zijn. Dat wordt al snel verklaard. Mannen kopen vaker een tweede gsm. Zo blijven ze altijd bereikbaar en is de angst dus minder gegrond. Maar liefst 41% van de ondervraagden had 2 mobieltjes in huis. Jongeren zijn het vaakst het slachtoffer van deze angst: 77% van de 18- tot 24-jarigen is nomofobisch.

Eeuwig verbonden

Ook de wetenschappelijke wereld boog zich over de kwestie. Braziliaanse wetenschappers onderzochten een patiënt met paniekaanvallen en agorafobie (3). Ze wilden weten in hoeverre hij afhankelijk was van zijn gsm. Hij hield al 15 jaar lang constant zijn mobieltje bij de hand omdat dat een veilig gevoel gaf: zo kon hij “onmiddellijk de nooddiensten bellen als dat nodig zou zijn”. De patiënt kreeg medicatie en gedragstherapie, waardoor zijn angstsymptomen verdwenen. De paniekaanvallen en de agorafobie verbeterden sterk, maar de nomofobie nam niet af. Wat valt eraan te doen? Je kan de angst bezweren door een extra gsm of oplader te kopen en je simkaart te kopiëren. Maar ons lijkt de korte pijn toch zinvoller: schakel dat ding af en toe uit, of zet het ten minste op trilfunctie. Wie last krijgt van afkickverschijnselen, kan altijd een beroep doen op relaxatieoefeningen. Rustig in- en uitademen bijvoorbeeld, of yoga. Om het met de wijze woorden van schrijver/dichter Bernard Dewulf te zeggen, die alvast geen last heeft van deze fobie: “Het moet slopend zijn, immer aan het infuus van de anderen. Dan liever misantroop dan nomofoob.” (SV)

Bodytalk april 2012

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content