Nog steeds elke dag levensmiddelen uit de rekken gehaald: hoe veilig is ons voedsel?

© .
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Al een hele zomer worden er in ons land zowat dagelijks levensmiddelen uit de rekken gehaald vanwege een te hoog gehalte aan het kankerverwekkende pesticide ethyleenoxide. Wat betekent dit voor onze gezondheid?

1. Over welke pesticide gaat het?

Ethyleenoxide is een gasvormig ontsmettingsmiddel dat ervoor zorgt dat producten niet gaan schimmelen. In Europa is het sinds 1991 verboden in de landbouw en sinds 2011 als industrieel voedselbeschermingsmiddel. Maar dat geldt niet in veel andere landen. De bal ging aan het rollen toen in september 2020 bij een toevallige controle bleek dat een partij vervuild sesamzaad uit India op de Europese markt was terechtgekomen. Sindsdien is ethyleenoxide ook ontdekt in onder meer specerijen, guargom (E412) en Johannesbroodpitmeel (E410). Een hele resem eindproducten als koekjes, crackers, brood, ijsproducten, sauzen, dressings en smeerkazen zijn uit voorzorg uit de handel genomen. Toch mogen we de omvang van deze verontreiniging niet vergelijken met de impact van bijvoorbeeld de fipronilcrisis in 2017, zegt Bruno De Meulenaer (hoogleraar voedselveiligheid UGent). ‘Die was vele malen groter dan wat we nu zien omdat eieren een basisvoedingsproduct zijn. Eigeel en eiwit worden in heel veel toepassingen gebruikt.’ Volgens de Europese voedselwaakhond Foodwatch is dit echter nog maar het topje van de ijsberg en zijn consumenten mogelijk al langer blootgesteld aan ethyleenoxide.

2. Hoe ongerust moeten we zijn?

Bij toediening van ethyleenoxide aan proefdieren gedurende een langere periode blijkt het al in zeer kleine concentraties schadelijk voor het erfelijke materiaal, waardoor kanker kan ontstaan. Op basis van die toxicologische effecten wordt het voor de mens geklasseerd als genotoxisch carcinogeen bij langdurig gebruik. Als je bijvoorbeeld dagelijks broodproducten met vervuild sesamzaad consumeert, loop je een verhoogde kans op nier- en leverkanker. ‘Er is een potentieel chronisch risico in de veronderstelling dat je er elke dag veel van binnenkrijgt’, weet Eric De Marteleire bio-ingenieur en auteur van Fabels en Feiten over voeding en Gezondheid. ‘Maar het effect, en zeker het acuut effect, is zeer klein. Je hoeft je geen zorgen te maken als je af en toe eens een industrieel ijsje of sesambroodje eet, want ethyleenoxide is een zeer vluchtig gas. Het is minder vetoplosbaar zoals DDT, waarvan we nu nog steeds sporen in moedermelk terugvinden. Wanneer men het sesamzaad thermisch behandelt, verdampt de stof al voor een groot deel. Bovendien zijn er door de reacties met bepaalde voedselcomponenten in het eindproduct vaak bijna geen sporen meer van terug te vinden.’ Ook De Meulenaer vindt paniek niet nodig: ‘Het is niet omdat de maximumnorm in voeding wordt overschreden dat er noodzakelijk een gezondheidsrisico is. Voor ethyleenoxide hanteren we een ruime veiligheidsmarge. Een veilige dosis voor een proefdier wordt voor de mens nog eens met factor 10.000 verkleind. Bovendien reageert de stof hevig met andere stoffen. Als het met een levensmiddel in contact komt, ontstaan omzettingsproducten die veel minder toxisch zijn.’

3. Waarom zit deze stof in onze voeding?

Toen er in 2016 problemen met salmonella opdoken in geïmporteerd sesamzaad uit India, eiste Europa dat de zaden op een veilige manier gesteriliseerd werden. Ethyleenoxide is evenwel goedkoper en een dagelijkse praktijk in India. Wellicht ligt daar de bron van de vervuiling. De EU controleerde tot voor kort niet systematisch op ethyleenoxide omdat er geen aanwijzingen waren dat de norm werd overschreden. Ook de bio-industrie blijkt slachtoffer en heeft ter goeder trouw verontreinigde grondstoffen verwerkt in producten. Maar het is een misverstand dat biologische voeding residuvrij is, zegt De Meulenaer. ‘Ook in biovoeding mogen bepaalde pesticiden gebruikt worden. Bio heeft alles te maken met productiemethoden die tot op zekere hoogte minder belastend zijn voor het milieu en de omgeving, maar niets met gezondheid.’

4. Zijn de vele terugroepacties terecht?

Europa hanteert principieel een nultolerantie voor ethyleenoxide in voeding of grondstoffen. De Europese Commissie eist daarom een recall van alle mogelijk vervuilde eindproducten. Maar tussen de lidstaten bestaat geen eensgezindheid. Frankrijk heeft bijvoorbeeld al meer dan 7.000 levensmiddelen teruggehaald, Duitsland een 50-tal. ‘Het is goed dat de controles er zijn en dat men voorzichtig is, maar de Unie reageert naar mijn mening iets te streng’, vindt De Maerteleire. ‘Natuurlijk is het voorzichtigheidsprincipe nobel, maar we moeten ook realistisch zijn. Als men ziet dat de concentraties van de stof dermate laag zijn dat ze bijna niet meer detecteerbaar zijn, heeft het dan nog zin om al die goederen te vernietigen?’ ‘In de Verenigde Staten tolereert men het gebruik van ethyleenoxide wel tot op een bepaald niveau. Mijn vermoeden is dat de situatie daar niet onveiliger is of dat bepaalde types kanker er meer voorkomen’, aldus De Meulenaer.

5. Moeten alle potentieel kankerverwekkende stoffen verbannen worden?

Foodwatch vindt dat stoffen die mogelijk kanker veroorzaken niet thuishoren in ons voedsel en verboden moeten worden. Ook de Hoge Gezondheidsraad (HGR) wil dat de blootstelling aan chemische stoffen die een mogelijk gezondheidsgevaar opleveren sneller aan banden wordt gelegd. Onbeperkte blootstelling aan potentieel gevaarlijke stoffen zou enkel toegelaten mogen worden na een uitgebreide evaluatie die aantoont dat er geen negatief gezondheidseffect is. Voedingswetenschappers reageren pragmatischer. De Meulenaer: ‘We moeten leren leven met een zeker risico. Tijdens de coronacrisis hebben de virologen ons doen geloven dat nulrisico bestaat, maar dat is niet zo. Je kunt niet bewijzen dat een bepaald product per definitie altijd veilig zal zijn. Het effect wordt bepaald door de stof en door de hoeveelheid die we innemen. Dat laatste heb je als consument volledig zelf in de hand.’ De Maerteleire beaamt: ‘Wie nultolerantie wil hanteren, moet daarin consequent zijn. Heb je vandaag al een paar kopjes koffie op, dan heb je ook acrylamide binnen, een mogelijks kankerverwekkende stof die wordt gevormd bij het bakken, braden en roosteren van voedingsmiddelen. Moeten we dat allemaal gaan verbieden?’

6. Wat kunt u zelf doen?

Europa heeft een van de strengste reglementeringen op het gebied van voeding, maar verontreinigingen blijven helaas door de mazen van het net glippen. Door zo gevarieerd mogelijk je eten, kun je het risico spreiden. Elke dag hetzelfde naar binnen werken, is geen goed idee omdat je dan systematisch aan een bepaalde groep chemische stoffen wordt blootgesteld. Vermijd ook te sterk bewerkte voeding die een waslijst aan ingrediënten bevat. Daarnaast moeten we er ons van bewust zijn dat we elke dag, wat we ook doen, onvermijdelijk zullen worden blootgesteld aan toxische stoffen, vindt De Meulenaer. ‘In ieder product dat we eten, zitten stofjes die tot op zeker niveau ongezond kunnen zijn.’ De Maerteleire meent dat we niet té bang hoeven te zijn voor toxische stoffen: ‘Natuurlijk moeten we giftige stoffen zoveel mogelijk vermijden, maar onderschat de kracht van onze eigen ontgiftingsmechanismen niet. Een gezonde lever is perfect in staat toxische stoffen te metaboliseren en zo snel mogelijk uit te scheiden. Er bestaat daarnaast ook zoiets als hormesis. Dat is een zeer merkwaardig fenomeen waarbij een giftige stof, binnen bepaalde grenzen, een beschermende tegenreactie doet ontstaan en het lichaam sterker maakt. We nemen dagelijks tussen de 5.000 à 10.000 natuurlijke toxische stoffen op, die in hoge dosis schadelijk zijn. Binnen het hormetisch effect stellen ze het lichaam net op scherp. En dat geldt ook voor pesticiden.’

Fabels en feiten over voeding en gezondheid, Eric De Maerteleire. Uitgeverij Manteau. ISBN: 9789022337844. 24.99 euro.
Fabels en feiten over voeding en gezondheid, Eric De Maerteleire. Uitgeverij Manteau. ISBN: 9789022337844. 24.99 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content