Nieuwe hoop op doeltreffende medicatie tegen migraine

Jarenlang werd migraine stiefmoederlijk behandeld. Omdat de ziekte niet dodelijk is en omdat ze drie keer meer vrouwen dan mannen treft. © Getty Images
Dirk Draulans
Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Voor het eerst is er specifieke medicatie tegen migraine in de maak. Wetenschappers krijgen ook greep op wat er in onze hersenen gebeurt bij een migraineaanval.

Migraine is niet zomaar hoofdpijn. Migraine is een aandoening van zenuwen en bloedvaten, die wereldwijd meer dan een miljard mensen treft. Ze is, na lage rugpijn, de ziekte met het grootste verlies aan fysieke capaciteiten, uitgedrukt in levensjaren, ter wereld. Desondanks is migraine jarenlang stiefmoederlijk behandeld, niet alleen omdat ze niet dodelijk is, ook omdat ze drie keer meer vrouwen dan mannen treft. Vrouwen zijn in de wetenschappelijke wereld lang ondergewaardeerd als onderzoeksobject: onderzoekers kijken vooral naar mannen en ‘extrapoleren’ vervolgens naar vrouwen.

Maar er is beterschap. De ziekte krijgt meer aandacht en er zijn nieuwe mogelijkheden voor behandeling. Zoals meer ziekten die zich in de hersenen manifesteren, is ook migraine iets met verschillende verschijningsvormen. Veel patiënten hebben hun ‘eigen’ migraine, die verschilt van andere. Een recente studie in het vakblad Nature Genetics ontdekte liefst 123 zones in ons genoom die gelinkt zijn aan migraine. Dat is drie keer meer dan tot dusver bekend was.

Sommige van die genetische zones vertonen eigenaardigheden bij alle migrainepatiënten, andere zijn gekoppeld aan specifieke subtypes. Zo zijn er zones die uitsluitend actief zijn bij mensen wier migraine gepaard gaat met zogenaamde auraverschijnselen: lichtflitsen of andere visuele manifestaties die meestal een voorbode zijn van de barstende hoofdpijn die de zwaarste en pijnlijkste manifestatie van de ziekte is. Maar zoals vaak bij grootschalig genetisch onderzoek zijn er slechts weinig concrete indicaties van wat de betrokken genen precies doen in ons lichaam.

Premigrainesyndroom

Er konden wel genen geïdentificeerd worden die verband houden met recent ontwikkelde medicatie. Migrainemedicatie bestaat meestal uit middelen die in- genomen worden om een aanval te voorkomen. Tot voor kort waren dat geneesmiddelen, zoals bètablokkers, die ontwikkeld waren voor andere aandoeningen en die meestal ook neveneffecten hebben. Maar nu komen er monoklonale antilichamen op de markt, die specifiek ontwikkeld werden voor de strijd tegen migraine. Ze hebben een remmende werking op het peptide CGRP, een kort eiwit dat als boodschapper tussen zenuwcellen fungeert, en dat in hogere concentraties voorkomt bij mensen die lijden aan migraine.

Veel patiënten weigeren de gangbare migrainebehandelingen vanwege de neveneffecten.

Sommige van de recent ontdekte genen spelen een rol in de productie van het peptide. Andere komen tussenbeide in de productie van een hersencelreceptor voor een tweede boodschappermolecule die met migraine in verband wordt gebracht, het peptide PACAP. Ook dat komt in verhoogde hoeveelheden voor bij migraineaanvallen. Volgens een overzicht in Nature zijn er meer dan honderd neuropeptiden bekend. De meeste daarvan hebben geen effect op migraine, maar toch gaan onderzoekers ervan uit dat ‘minstens een dozijn’ een rol spelen in het uitlokken van de ziekte. Daardoor worden er veel mogelijke schietschijven voor efficiënte behandelingen beschikbaar.

Misschien kan een cocktail van monoklonale antilichamen tegen een aantal van deze peptiden werken voor een groeiend aantal patiënten. Want het uiteenlopende karakter waarmee migraines zich manifesteren kan te wijten zijn aan de activiteit van verschillende peptiden. De gangbare behandelingen die niet specifiek voor migraine ontwikkeld werden, zouden 40 procent van de patiënten met tijdelijke migraine kunnen helpen, en alle patiënten met chronische migraine, aldus een schatting in het vakblad Headache. Maar veel patiënten weigeren die behan- delingen vanwege de neveneffecten. De nieuwe generatie middelen zou zo weinig neveneffecten hebben dat het gebruik beduidend hoger zal liggen.

De complexiteit van de hersenprocessen die aanleiding geven tot migraine, komt mooi tot uiting in een studie die gepubliceerd werd in Neurology. Onderzoekers toonden aan dat er een overlap bestaat tussen de hersenactiviteit die tot migraine leidt en deze die uitmondt in wagenziekte en duizeligheid. Hersenscans van migrainepatiënten laten ‘abnormale’ activiteit zien in hersenzones die instaan voor zicht, pijnervaring, bewegingservaring en balans. De hersenen van migrainelijders houden van regelmaat en evenwicht, van een regelmatig slaap- en eetpatroon. Hun activiteit is al ontregeld voor de barstende hoofdpijn zich manifesteert – veel mensen hebben een specifiek ‘premigrainesyndroom’ dat sterk kan verschillen van persoon tot persoon.

Angst voor een aanval

Instabiliteit zou verklaren waarom meer vrouwen last hebben van migraine dan mannen: gekoppeld aan de hormonenschommelingen van de menstruele cyclus. Vanaf de puberteit wordt de kans op migraine een stuk hoger voor vrouwen dan voor mannen. Vrouwen worden er, volgens een overzichtsanalyse in Nature, vooral in hun dertiger jaren door getroffen, net wanneer ze maximaal actief moeten zijn in hun gezin en voor hun werk. Steeds meer studies tonen aan dat een afname van de hoeveelheid oestrogenen in het bloed een trigger kan zijn voor een migraineaanval. Dat wil niet zeggen dat de hormonen zelf de pijnen uitlokken, wel dat ze een toestand in de hersenen kunnen creëren die een aanval vergemakkelijkt.

Een aanval kan door verschillende factoren uitgelokt worden, inbegrepen angst dat je weer hoofdpijn zult krijgen of dat je hoofdpijn erger zal worden. In het blad New Scientist verscheen een analyse van wat we weten over wat er misgaat in de hersenen bij migraine. De kans is groot dat het begint in de hypothalamus: een hersenstructuurtje dat de werking van hormonen regelt en verantwoordelijk is voor de sturing van basisbehoeften als eten, paren en vechten of vluchten. ‘Iets’ in de hypothalamus zou een ontregeling van de hersenactiviteit veroorzaken, die vaak begint in de sector voor visuele verwerking van informatie – vandaar de aura’s die veel migrainepatiënten ervaren. De verstoring zou zich dan verder door de hersenen verplaatsen en naargelang van de zones die getroffen worden, zouden patiënten verschillende verschijnselen ervaren.

Wat precies de hoofdpijn uitlokt, is nog niet duidelijk. Er zijn aanwijzingen dat ze een gevolg zou zijn van een stimulering van een belangrijke zenuw in de hersenen: de trigeminus. Die kan pijn veroorzakende chemische stoffen loslaten, misschien onder de druk van uitzettende bloedvaatjes. Deze zenuw verzorgt het gevoel in het gezicht – hij is een rechtstreekse link tussen de hersenen en het gelaat. Het peptide CGRP is gelinkt aan de trigeminus, want het zou een van de stoffen zijn die de zenuw onder druk lost. Bovendien bevat de trigeminus receptoren voor oestrogenen, wat een andere belangrijke link in het migraineverhaal is. Zo kristalliseert de veelheid aan symptomen stilaan in een allesomvattend plaatje. Het lijkt erop dat de wetenschap migraine – eindelijk – onder controle krijgt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content