Klinische studies over nieuwe kankerbehandelingen, zullen voortaan ook rekening houden met hoe de patiënt de kuur ervaart.
Voortaan spelen meerdere factoren mee bij de beslissing of een nieuwe (experimentele) kankerbehandeling op de markt komt. Naast de levensduurverlening zal ook rekening worden gehouden met de levenskwaliteit. Dat meldt De Standaard.
Hoe voelt de patiënt zich als hij het medicijn neemt? Kan hij zich zelfstandig aan- en uitkleden? Zulke vragen zullen voortaan worden gesteld aan patiënten die deelnemen aan een klinische studie met experimentele kankergeneesmiddelen. Dat schrijft het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA) voor.
In het verleden gold slechts één criterium om experimentele kankerbehandelingen te beoordelen: Leeft de patiënt met de nieuwe behandeling langer (of vertraagt het middel de groei van de kanker). Katelijne De Nys, professor farmacologie aan de KU Leuven en hoofd van het Clinical Trial Center van het UZ Leuven, zegt in de krant dat ze het een goede zaak vindt dat ook subjectieve ervaringen meetellen. ‘Het heeft geen zin om het leven van een patiënt te rekken, als hij zich door de behandeling erg slecht voelt.’
Beter leven, belangrijker dan langer
Deze aanpassing strookt met de resultaten van een onderzoek uitgevoerd door het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). Voor Belgen is het vooral belangrijk dat een nieuwe medische behandeling de levenskwaliteit verbetert. Een beter leven is dus belangrijker dan een langer.
Concreet achten ze de nood aan een betere behandeling hoger voor een ziekte die gepaard gaat met een zeer slechte levenskwaliteit maar niet dodelijk is, dan voor een ziekte waarbij de levenskwaliteit relatief goed blijft, maar waaraan de patiënt wel eerder sterft. (AVE)
