Kinderziektes treffen jongvolwassenen steeds vaker

Jongvolwassenen zouden onvoldoende beschermd zijn tegen mazelen, bof en rodehond. Dat volgt uit onderzoek van dr. Heidi Theeten.

Tieners, twintigers en dertigers zijn vaak onvoldoende beschermd tegen ziektes als mazelen, bof en rubella (rodehond). Voor mazelen, waartegen 95 procent van de bevolking beschermd zou moeten zijn, is van de twintigers en dertigers maar 85 procent beschermd. Dat blijkt uit onderzoek van dr. Heidi Theeten, dat ze voorstelt op het Vaccinatiesymposium aan de Universiteit Antwerpen.

Theeten baseerde zich voor haar onderzoek over de antistoffenbepaling op gegevens van 2006. “Daaruit blijkt dat oudere kinderen vaak minder volledig gevaccineerd zijn en dat tieners, twintigers en dertigers onvoldoende beschermd zijn. Bij de oudere bevolking heeft nog een groot deel de ziektes doorgemaakt en bij jongere kinderen ligt de vaccinatie- en beschermingsgraad hoger.”

Kans op epidemie

Omdat een onvoldoende groot deel van de bevolking beschermd is tegen mazelen, zou een epidemie kunnen uitbreken. Dat gebeurde overigens al in 2011 met 579 gemelde gevallen van mazelen.

“Meer dan we de laatste tien tot vijftien jaar gezien hadden. Voor jongvolwassenen is het zeker zinvol na te gaan of ze inderdaad twee vaccins tegen mazelen, bof en rubella gehad hebben. Zoniet zouden ze zich best alsnog laten vaccineren. Zeker vrouwen die zwanger (willen) worden, moeten opletten voor rubella. We moeten geen alarm slaan, maar we moeten wel aandacht blijven schenken aan vaccinatie”, zegt Theeten.

Het onderzoek gaf eveneens aan dat respectievelijk veertig- en vijftigplussers minder goed beschermd zijn tegen kroep en tetanus. (Belga/INM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content