Is België klaar voor een tweede golf? ‘Op immuniteit zullen we niet kunnen rekenen’

© serge baeken
Peter Casteels

Het land herademt, stilletjes. De piek ligt achter ons, de economie is heropgestart en we kunnen onze ouders weer zien. We zouden haast vergeten dat het coronavirus nog aan een tweede ronde kan beginnen. ‘De situatie is nu even gevaarlijk als bij het begin van de lockdown.’

De Spaanse griep kende een tweede golf die veel dodelijker was dan de eerste. In maart van 1918 werden de eerste uitbraken vastgesteld, terwijl vanaf november pas veel en veel meer doden vielen. In totaal – aan het begin van 1919 volgde nog een derde golf – stierven wereldwijd 20 tot 100 miljoen mensen aan die griep; er werd toen nog wat slordiger geteld dan nu.

De angst voor een soortgelijk scenario lijkt vandaag afwezig. We krijgen de ene na de andere versoepeling van de lockdown. Tot voor kort daalde ook het aantal nieuwe besmettingen en ziekenhuisopnames snel, na een piek begin april. Veel Belgen lijken ervan uit te gaan dat we het ergste achter de rug hebben. Stilaan keren we terug naar een wereld die begint te lijken op de wereld van vroeger. Vanaf deze week kunnen we zelfs naar de kapper of het museum. In het beste geval blijven alleen nog mondmaskers en anderhalve meter afstand over als herinneringen aan het voorjaar van 2020.

De natuurlijke immuniteitsopbouw van de bevolking tegen dit virus verloopt anders dan we hadden gehoopt.

Maggie De Block

De Spaanse griep was nochtans niet de enige pandemie waarbij een tweede golf nog verwoestender was dan de eerste. Dat gebeurde, bijvoorbeeld, ook tijdens de grieppandemie van 1957 en 1958. Het doet wetenschappers van de Universiteit van Minnesota in een breed geciteerde paper alvast concluderen dat zo’n tweede, grotere golf echt een van de toekomstscenario’s kan zijn voor covid-19. Een andere mogelijkheid is dat de eerste golf wordt gevolgd door een hele reeks van kleinere golven, of door een langdurige periode van kleinere opflakkeringen en nieuwe uitbraken.

Russische griep

Het coronavirus zal nog een hele tijd bij ons blijven, al zeker tot er een vaccin beschikbaar is. De versoepelingen van de lockdown kunnen het aantal besmettingen alvast opnieuw doen stijgen. Dat aantal daalt niet meer zo snel sinds de economie is heropgestart. Wat staat ons nog te wachten? Aan een concrete voorspelling durft niemand zich te wagen.

‘Alles hangt af van de evolutie van de verspreiding van het virus, en die kunnen we echt geen maanden op voorhand voorspellen’, antwoordt minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD), als we haar ernaar vragen. ‘De Nationale Veiligheidsraad besliste op 13 mei wel om tot 8 juni geen nieuwe maatregelen meer voor te stellen, precies om het effect op mogelijke nieuwe besmettingen en dus ook ziekenhuisopnames goed te kunnen inschatten.’

Ook virologen staan niet te springen om voorspellingen te maken over de rest van het jaar. ‘Niemand kan zeggen hoe onze wereld er in september zal uitzien’, zegt professor Marc Van Ranst (KU Leuven). ‘Alle sectoren vragen nu: geef ons perspectief. Een datum. Ze verwachten zekerheid in een onzekere situatie. Als ik premier was, zou ik veel meer benadrukken dat er niets met zekerheid valt te zeggen. Niemand heeft zekerheid. Wie vandaag een concrete datum noemt, maakt de mensen iets wijs.’

Over de mogelijke kracht van een gevreesde tweede golf wil Van Ranst ook geen uitspraken doen. ‘Vergelijkingen met de Spaanse griep geven je zeker een plek op de voorpagina van de kranten, maar niemand heeft daar iets aan’, zegt hij. ‘Ik denk trouwens dat je deze pandemie beter kunt vergelijken met de Russische griep in 1890, die 1 tot 2 miljoen mensen het leven heeft gekost. Daarvan dachten we altijd dat het griep was, terwijl ik vermoed dat het om cov-oc43 ging, een ander coronavirus met verrassend veel soortgelijke symptomen. Die Russische griep was een epidemie die zich geleidelijk, in een paar jaar tijd, over de hele wereld heeft verspreid. Dat zegt natuurlijk niet veel over dit coronavirus, want de verschillen met vandaag zijn enorm. In 1890 leefden er maar 1,6 miljard mensen op deze planeet. Die mensen reisden ook nog niet de wereld rond zoals wij.’

Het reproductiegetal R wordt de komende weken in elk geval heel nauwgezet gevolgd. Dat getal geeft aan hoeveel nieuwe besmettingen mensen die het virus kregen gemiddeld zelf veroorzaken. Zodra het cijfer onder 1 zit, neemt dat aantal af, en neemt dus ook de kracht van het virus af. In Duitsland – een van de landen die dat getal dagelijks publiceren – steeg R vorige week alweer lichtjes boven 1 uit. Dat kan er dus op wijzen dat het virus opnieuw aan kracht wint.

Als ik premier was, zou ik veel meer benadrukken dat er niets met zekerheid valt te zeggen.

Marc Van Ranst, KU Leuven

Maar is het reproductiegetal het belangrijkste cijfer? Niel Hens, biostatisticus en lid van de GEES-expertengroep die de exitstrategie moet uitwerken, heeft er niet zo veel vertrouwen in. ‘Die berekeningen gaan uit van veronderstellingen’, zegt hij. ‘Wij berekenen dat cijfer op basis van de nieuwe ziekenhuisopnames, terwijl onze Londense collega’s het aantal bevestigde nieuwe gevallen gebruiken. Dat geeft al een ander beeld, zeker als je plots meer begint te testen. Het aantal nieuwe ziekenhuisopnames blijft voor mij het belangrijkst, en die cijfers blijven we dagelijks opvolgen.’

Groepsimmuniteit

Het grootste verschil tussen de eerste en eventuele tweede golf van het coronavirus? De tweede keer zal een deel van de bevolking ondertussen immuun zijn voor het virus. Dat is althans de hoop. Want ook over die verhoopte immuniteit is nog niet heel veel bekend. Aan het begin van de wereldwijde uitbraak werd de Britse premier Boris Johnson als een paria behandeld omdat wetenschappers die zijn regering adviseerden openlijk pleitten voor herd immunity. Vandaag hopen een heel aantal landen op zo’n vorm van groepsimmuniteit. Zweden krijgt bloemetjes toegeworpen voor zijn lichtere vorm van lockdown. De Zweedse viroloog Anders Tegnell beweerde vorige week in Knack dat de Zweedse bevolking daardoor al voor 25 procent immuun is tegen het virus.

Samen met Pierre Van Damme voert Heidi Theeten aan de Universiteit Antwerpen onderzoek naar de immuniteit van de Belgische bevolking. In duizenden bloedstalen die verzameld worden na medische onderzoeken, zoeken zij naar antilichamen. Die bewijzen dat het immuunsysteem in het lichaam al eerder tegen het coronavirus heeft gevochten. In april, toen voor het eerst resultaten werden gepubliceerd, bleek slechts 3 procent van de bevolking over zulke antilichamen te beschikken. Deze maand was dat cijfer gestegen naar 6 procent.

Toch is Theeten erg pessimistisch over de kans dat immuniteit ons zal beschermen tegen een volgende uitbraak. ‘Het is eigenlijk griezelig’, zegt ze. ‘De situatie is nog even gevaarlijk als toen België voor het eerst in lockdown ging. Als niet iedereen de voorschriften en aanbevelingen strikt opvolgt, dreigen we gewoon weer in hetzelfde scenario terecht te komen als in februari en maart. Dat hangt als een zwaard van Damocles boven ons hoofd. Ik hoop oprecht dat mensen zonder antistoffen ook een soort van immuniteit kunnen opbouwen. Dat weten we voorlopig gewoon niet, en zo heel veel kunnen dat er niet zijn. We zullen niet kunnen rekenen op die immuniteit.’

Kunnen we dan niets leren van Zweden? Marc Van Ranst, die een tijd als gastdocent werkte in Zweden, is sceptisch. ‘Ik sluit niet uit dat groepsimmuniteit in Stockholm bereikt kan worden’, zegt hij. ‘Maar wat met de landelijke gebieden in Zweden? Vergelijkingen met België zijn sowieso weinig zinvol. Het is ook niet zo dat Zweden het virus helemaal de vrije loop heeft gelaten. Ik ken de geplogenheden in dat land wel een beetje. Zweden zijn al meer gereserveerd. Je moet ook niet proberen om daar met een verkoudheid te gaan werken. Bovendien is de bevolkingsdichtheid er twintig keer kleiner en hadden ze een veel beperktere instroom van besmettingen na de krokusvakantie. Een Zweedse aanpak had hier waarschijnlijk tot een grote ramp geleid.’

Dat betekent niet dat onze opbouw van immuniteit helemaal betekenisloos is. Niel Hens neemt de resultaten van Theeten en Van Damme in ieder geval mee in zijn modellen. ‘Alle beetjes helpen’, zegt hij. ‘We gaan nu richting 9 a 10 procent immuniteit. 10 procent betekent ook dat het reproductiegetal afneemt met 10 procent, en dat het virus dus 10 procent minder besmettelijk is door de barrières die mensen met immuniteit opwerpen.’

Inmiddels zijn de wittebroodsweken voorbij, en hebben we het met die lockdown wel gehad.

Elke Van Hoof, klinisch psychologe

‘De natuurlijke immuniteitsopbouw van een bevolking tegen dit nieuwe en uiterst besmettelijke virus verloopt anders dan we hadden gehoopt’, geeft ook Maggie De Block toe. ‘Wetenschappers hebben vandaag trouwens nog geen antwoord op de vraag of mensen die antistoffen tegen het virus ontwikkeld hebben voldoende beschermd zijn. En stel dat dat zo is, voor hoe lang? Een jaar? Anderhalf jaar? We moeten eerlijk zijn, we wéten nog onvoldoende om daar harde uitspraken over te doen. Groepsimmuniteit is inderdaad wel het doel, maar onze enige kans om die versneld te bereiken is een vaccin.’

Immuniteit is niet ons enige wapen tegen een tweede golf. We hebben uit de eerste golf ook heel wat geleerd. Alle experts zijn het erover eens: we zullen veel beter voorbereid zijn. Een cruciaal inzicht is dat mensen die geen symptomen vertonen, ook ziek kunnen zijn. Onze testcapaciteit is grondig uitgebreid, en in Vlaanderen zijn ondertussen 700 tracers aan de slag die besmette mensen opbellen en samen nagaan welke andere personen zij misschien hebben besmet.

Dat alles doet gezondheidseconoom Lieven Annemans van de Universiteit Gent besluiten dat een lockdown zoals in maart en april er wellicht niet nog eens komt. ‘We leren uit onze vergissingen’, zegt Annemans. ‘Al het verzorgend personeel in woonzorgcentra zal bijvoorbeeld ook van in het begin werken met het juiste beschermingsmateriaal. We zullen ons ook beter aan de belangrijkste voorschriften houden: anderhalve meter afstand en een mondmasker. Ik hoop ook nog altijd op een app om andere besmettingen op te sporen. Zo’n app kan perfect veiliger zijn dan WhatsApp, dus ik zie niet in waarom mensen die niet zouden vertrouwen.’

Blinde paniek

Nog een verschil met de eerste keer: we zullen over veel meer informatie beschikken, niet alleen over het coronavirus. Eind maart schreef Annemans in De Tijd over de afwegingen die we willens nillens maken in de strijd tegen het virus. Verloren we in de lockdown geen andere bezorgdheden en problemen uit het oog? ‘Voor alle duidelijkheid: dat gaat over een afweging tussen gezondheid en gezondheid’, zegt hij daar nu over. ‘Een strenge en langdurige lockdown leidt tot heel veel andere gezondheidsproblemen. De economie die niet draait doet werkloosheid en armoede toenemen, wat ook weer tot gezondheidsproblemen leidt. Ik kan niemand verwijten dat er verkeerde keuzes zijn gemaakt, maar de volgende keer zullen er zeker andere afwegingen meespelen.’

Dat is voor velen wellicht een geruststelling. Alleen al het idee van een tweede lockdown creëert blinde paniek bij ondernemers, bedrijfsleiders en zelfstandigen die nog niet eens de schade van de eerste lockdown konden opmeten. Vandaag leeft de hoop dat we de economische val van dit jaar misschien volgend jaar al helemaal kunnen goedmaken. Over die rekening zouden we dan een kruis moeten maken.

En kan de overheid een tweede keer op zo’n ongeziene wijze te hulp schieten? In een Leuvens Economisch Standpunt maakte econoom André Decoster van de KU Leuven een eerste inschatting van het effect van de coronacrisis op de overheidsfinanciën. Hij was voorzichtig optimistisch. De factuur was in ieder geval niet ‘onbetaalbaar’, op voorwaarde dat de groei snel weer aantrekt. Als we Decoster vandaag vragen om een inschatting te maken van de effecten van een tweede golf aan besmettingen op onze economie, onthoudt hij zich liever van alle commentaar. ‘De onzekerheid is zo groot dat je alleen daarover iets kunt vertellen’, vindt hij. ‘Eigenlijk wordt deze crisis elke dag nog verbazender.’

Een app om andere besmettingen op te sporen, kan veiliger zijn dan WhatsApp.

Lieven Annemans

KBC gaat in zijn economische vooruitzichten die vorige week bekendgemaakt werden alvast wel uit van een nieuwe golf besmettingen in het najaar. Dat zette de bank ertoe aan om haar voorspellingen naar beneden bij te stellen. KBC verwacht dus een grotere krimp van de economie dan eerst gedacht. Maar een tweede lockdown zal minder verregaand zijn, en dus zullen de gevolgen beter meevallen. ‘In de eerste lockdown zijn er heel wat bedrijven blijven draaien zonder enorme verspreiding van het virus’, zegt Lieven Annemans. ‘Als we de veiligheidsvoorschriften respecteren, zullen in een tweede golf dus ook wel meer bedrijven kunnen openblijven. De lockdown zal veel minder drastisch zijn.’

Daarmee is niet gezegd dat de lockdown nooit meer terugkomt. Annemans heeft het over een ‘lockdown light of zelfs very light’, en in april had epidemioloog Erika Vlieghe het in Knack al over een ‘jojo’. Maatregelen die versoepeld werden, kunnen later weer strenger worden. ‘Daar moeten we rekening mee houden’, zegt nu ook Niel Hens. ‘We zouden dat natuurlijk liefst niet doen, want zo’n afwisseling stelt de bevolking zwaar op de proef. De mensen moeten het ook nog willen volgen, dat blijft echt heel belangrijk.’

Lockdownfatigue

Die vraag wordt de komende maanden alleen maar belangrijker: wat met de bereidwilligheid van de bevolking om de regels te respecteren? Zal de bevolking, na wat versoepeling, een nieuwe verstrenging wel accepteren?

Klinisch psychologe Elke Van Hoof is lid van de subwerkgroep Mental Health, die advies geeft aan de expertengroep van Erika Vlieghe. Anders dan de virologen vindt zij dat de bevolking wél een perspectief moet krijgen. De bevolking, en zeker de minder gegoede burger, is moe. ‘In de eerste fase was het alle hens aan dek, met het bijbehorende samenhorigheidsgevoel’, stelt Van Hoof. ‘Inmiddels zijn die wittebroodsweken voorbij, en hebben we het met die lockdown wel gehad. Uit enquêtes blijkt dat ook. We zijn collectief overbelast. Veel mensen zijn cognitief, mentaal en emotioneel uitgeput en kunnen zich niet meer opladen. Dat heeft natuurlijk veel te maken met alle vormen van multitasken. Ik heb het dan niet alleen over Zoomvergaderingen, maar ook over de combinatie van rollen die we moeten opnemen. Heel veel mensen zijn vandaag werknemer, studiebegeleider, ouder en huisvrouw- of man tegelijk. Dat leidt tot overbelasting, die resulteert in lockdownfatigue. ‘

Eigenlijk wordt deze crisis elke dag nog verbazender.

André Decoster (KUL)

‘De versoepelingen bieden perspectief, maar als een heropflakkering van het virus opnieuw wat van de herwonnen vrijheid afneemt, zullen mensen het daar bijzonder moeilijk mee hebben. Bovendien hebben we nog niet de tijd gehad om die lockdown goed te verwerken. We hebben die tijd nodig vooraleer we klaar zijn om hetzelfde nog eens door te maken. Het opheffen van versoepelingen zou dus hard aankomen. Ook als psychologen moeten we daarom goed monitoren wat er gebeurt, de psychosociale zorg daarop afstemmen en ons voorbereiden op alle mogelijke reacties.’

Van Hoof roept op om daarbij vooral rekening te houden met kwetsbare groepen. ‘Dat is de voorbije maanden wat weggevallen. De behoefte aan een dagje zee is veel groter bij de mensen die in een kleine schoenendoos in de stad wonen, dan bij middenklassers met een grote tuin en een tweede verblijf die nog snel een zwembad hebben besteld. Die kwetsbare mensen krijgen er in veel gevallen nu ook nog eens geldproblemen bovenop, en moeten aan het eind van de maand gaan lenen voor het beleg op hun boterham. Ik denk dat we vooral die groep dringend een beetje perspectief moeten bieden.’

Het woord is gevallen. Perspectief. Maar kun je dat wel bieden, als virologen zeggen dat het er simpelweg niet is? ‘Als psycholoog ben ik geen voorstander van die boodschap’, zegt Van Hoof. ‘Ik denk dat het mogelijk is om wél een perspectief te bieden, zij het dan niet het perspectief dat virologen bedoelen. Ik heb het over de creatie van kleine ankerpunten in het leven van mensen die het vandaag extra zwaar hebben. We moeten nog veel meer nadenken over creatieve out-of-the-boxoplossingen die hun leven, al was het maar één keer per week, even kunnen verlichten.’

‘Ik denk, bijvoorbeeld, aan een wekelijks spelprogramma op een groot terrein. Zou het niet mooi zijn als we kunnen zeggen aan kinderen en ouders die al maanden opgesloten zitten in een kleine flat: vanaf 15 juni mogen de kinderen uit de even nummers van het appartementsgebouw zich wekelijks een namiddag komen uitleven op dit terrein, en de volgende dag mogen de oneven nummers komen. Voor ouders met kleuters bij wie de knop al die weken nooit heeft uitgestaan, zou het een moment zijn om even op te laden, al was het maar door een middag in hun bed te kruipen.’

Als adviseur van de expertengroep smeedt Van Hoof concrete plannen in die richting. ‘Er wordt achter de schermen heel hard nagedacht’, zegt ze. ‘Ik kan er in deze fase nog niet veel over zeggen, maar mijn contacten met de virologen zijn uitstekend. En ik heb zeker niet het gevoel dat ze er geen oren naar hebben.’

De impact van een mogelijke tweede golf, zo besluit Van Hoof, zal zwaar zijn. ‘Zeker bij kwetsbare mensen. Maar ik ga ook niet dramatiseren. Een tweede golf zal pijnlijke en moeilijke momenten opleveren, en we zullen er, in een latere fase, zeker een prijs voor betalen. Maar we hebben ook veel bijgeleerd uit de eerste golf. En, dat blijkt uit elke crisis opnieuw, de mens is een enorm veerkrachtig wezen.’

Partner Content