‘In het Westen hebben we een erg verengd beeld van homoseksualiteit’

© istock

We verwachten zo veel van de natuur, alsof daar het antwoord ligt op al onze morele hamvragen, zoals over homoseksualiteit. Vergeefse hoop, zo blijkt uit het heldere en toegankelijke boek Born this way van twee wetenschapsfilosofen.

België bekrachtigde in 2003 als tweede land ter wereld het homohuwelijk bij wet en staat sinds 2006 ook adoptie toe aan homoseksuele koppels. We kloppen ons graag op de borst voor onze vooruitstrevende wetgeving. Maar aanvaarden we homoseksualiteit ook voluit? Uit de meest recente SCV-gegevens blijkt dat weliswaar 91 % van de Vlamingen meent dat homoseksuelen ‘hun leven moeten kunnen leiden zoals zij dat willen’. Tegelijk vindt ook 36 % dat homoseksuelen ‘niet zo overdreven’ moeten doen. 31 % vindt het ‘aanstootgevend’ als 2 mannen in het openbaar zoenen, 24 % vindt hetzelfde als 2 vrouwen dat doen. En nog een laatste cijfer: 18 % vindt het ‘een probleem’ als zijn of haar kind zou samenleven met iemand van hetzelfde geslacht.

We kloppen ons graag op de borst voor onze vooruitstrevende wetgeving. Maar aanvaarden we homoseksualiteit ook voluit?

Ondanks een op het eerste gezicht brede, algemene aanvaarding is dus een meer impliciete negatieve houding tegenover homoseksualiteit nog altijd behoorlijk verspreid. Dat voedt ook de vertwijfeling die sommige mensen hebben: hoe ze – moreel – tegen homoseksualiteit moeten aankijken. Velen hopen richtingaanwijzers te vinden in ‘de natuur’ en de wetenschappen die haar bestuderen.

Wetenschappelijke bevindingen over homoseksualiteit worden gretig opgepikt en vrij vertaald naar morele argumenten die voor een homopositieve dan wel homonegatieve houding pleiten. Maar snijden die argumenten hout? En kunnen de zogenaamd homopositieve argumenten effectief bijdragen aan de strijd tegen homo-negativiteit?

Pieter Adriaens en Andreas De Block, beiden verbonden aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte van de KU Leuven, schreven er een helder en toegankelijk boek over: Born this way. Een filosofische blik op wetenschap en homoseksualiteit. Vanwege zijn grote maatschappelijke relevantie kreeg het boek de Maatschappijprijs 2016 van de KU Leuven.

Man is not a big rat

Ook in het dierenrijk is homoseksualiteit een gangbaar en wijdverspreid fenomeen, onderstrepen zoölogen. Een bevinding die sommigen dankbaar aangrijpen om het al te bekende argument te ontkrachten dat homoseksualiteit ‘een misdaad tegen de natuur’ zou zijn. “Dat sommige dieren geen occasionele maar een stabiele voorkeur hebben voor soortgenoten van hetzelfde geslacht, is inderdaad duidelijk aangetoond”, beaamt Pieter Adriaens. “Maar filosofisch gezien is dit argument – hoe goedbedoeld ook – weinig bruikbaar in onze strijd tegen homonegativiteit. Want je mag het onweerlegbare argument van tegenstanders verwachten dat niet alles wat gangbaar en wijdverspreid is bij dieren per definitie goed is. Denk bijvoorbeeld aan fenomenen als incest en verkrachting onder dieren.”

Ook in het dierenrijk is homoseksualiteit een gangbaar en wijdverspreid fenomeen, onderstrepen zoölogen.

Maar er zijn nog andere redenen waarom je het dierenrijk beter niet inzet als morele toetssteen voor de menselijke homoseksualiteit. “Door mensen met dieren te vergelijken, ga je voorbij aan het feit dat de menselijke homoseksualiteit aspecten heeft die bij dieren ontbreken. Voor veel homoseksuele mensen is hun geaardheid een fundamenteel onderdeel van hun persoonlijkheid.”

Vrouwelijker brein

Dat homoseksualiteit ‘natuurlijk’ is omdat het ‘aangeboren’ is, in de zin van ‘bepaald door genetische of andere biologische factoren’, is wellicht het meest aangehaalde argument in de strijd tegen homonegativiteit. ‘Want een eigenschap of identiteit waarmee je geboren wordt, mag je niet aangewreven worden en moet zonder meer aanvaard worden’, zo redeneert men weleens.

“Tal van studies tonen inderdaad aan dat genetische en andere biologische factoren een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van homoseksualiteit”, beaamt Adriaens. “Zo blijkt een man meer kans te hebben om homoseksueel te zijn naarmate hij meer oudere broers heeft. En dat wellicht ten gevolge van een immuunreactie van de moeder tegen een mannelijk antigen in de eerste zwangerschapsmaanden. Jongere zonen zouden daardoor een iets vrouwelijker brein hebben dan hun oudere broers. Maar zoals zo veel andere aangetoonde effecten is ook dit geboortevolgorde-effect vrij klein. Of iemand homoseksueel wordt, hangt volgens genetici wellicht af van een complex samenspel van genetische en andere biologische factoren en omgevingsfactoren.”

Dat homoseksualiteit deels aangeboren kan zijn, is een niet te weerleggen argument. “Maar dat geldt evengoed voor dit argument: niet alles wat deels aangeboren is, is per definitie goed. Denk bijvoorbeeld aan een psychopatische aanleg. Om homo-negativiteit te bestrijden, kun je dus niet steunen op het gegeven dat homoseksualiteit wellicht deels aangeboren is.”

Evolutionaire paradox

Je bent niet ofwel hetero ofwel homo. Wetenschappers spreken liever van een seksueel continuüm, waarbij sommige mensen zich eerder in het midden van de schaal bevinden dan aan een van de uiteinden.

Voor evolutiewetenschappers is een eigenschap dan weer ‘natuurlijk’ als zij het voorwerp is van natuurlijke selectie. ‘Als homoseksualiteit natuurlijk is, dan zouden homoseksuelen al lang zijn uitgestorven’, redeneren zij. “Waarbij ze er dan van uit gaan dat homoseksuelen zich per definitie niet voortplanten”, verduidelijkt Adriaens. “Terwijl homoseksuelen dat in andere tijden wél deden, en vandaag in bepaalde culturen nóg doen. Zo konden bijvoorbeeld de oude Grieken, welgestelde mannen in de renaissance en samoeraistrijders in het pre-industriële Japan er een jongeling bij nemen, terwijl ze getrouwd waren en kinderen hadden. Bij de Sambia in Papoea-Nieuw-Guinea gebeurt dat overigens nog altijd. Trouwens, hoeveel verdoken homoseksuelen met een traditioneel gezin zijn er vandaag nog bij ons?”

'In het Westen hebben we een erg verengd beeld van homoseksualiteit'
© iStock

Toch blijven velen in het Westen erg simplistisch denken: je bent homo of hetero. “Terwijl veel wetenschappers liever spreken van een seksueel continuüm, waarbij sommige mensen zich eerder in het midden van de schaal bevinden dan aan een van de uiteinden.”

“Moge dit een pleidooi zijn”, zo besluit Adriaens, “om in verder onderzoek naar homoseksualiteit niet alleen te focussen op de verengde, moderne westerse vorm.” Zijn kritiek sluit naadloos aan bij een algemene kritiek van veel antropologen: most people are not WEIRD (Western, educated, industrialized, rich and democratic), terwijl de proefpersonen in studies naar het gedrag en de psychologie van de mens dat heel vaak wél zijn .

Deze voorbeelden en vele andere in het boek illustreren dat het de moeite loont om nog meer, degelijk wetenschappelijk onderzoek te voeren naar homoseksualiteit. “Zonder weliswaar te verwachten dat we ooit alle aspecten en vormen opgehelderd krijgen”, besluit Adriaens. “En in de vaste overtuiging dat ‘de natuur’ ons echt geen morele handleiding gaat opleveren. Om homonegativiteit te bestrijden, volgen we dus beter andere wegen.” Zoals? “Die wijsheid hebben ook wij niet in pacht, maar de dialoog met homonegatieve mensen openhouden, lijkt ons wel cruciaal.” (An Swerts)

Pieter Adriaens en Andreas De Block, Born this way. Een filosofische blik op wetenschap en homoseksualiteit, LannooCampus, 2015, 263 blz., ISBN 9789401404327.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content