De (s)preekstoel van Knack.be

‘In de vakantie naar oma en opa: hoe lang nog?’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

‘De werkgever moet begrip hebben voor de noden van jonge ouders maar ook voor die van grootouders onder zijn personeel’, vindt Elke Valgaeren van de Gezinsbond. ‘De inzet van grootouders in de opvang van de kleinkinderen verdient meer waardering.’

De schoolpoorten gaan vandaag voor het laatst dit schooljaar dicht, de zomervakantie staat voor de deur. Een fijne tijd voor de kinderen. Maar vaak een hele puzzel voor werkende ouders. De planning ligt al maanden op voorhand vast: gezinsvakantie, jeugdbeweging, speelplein, vakantiekampjes, samen afspreken met andere ouders… Ook de grootouders zijn een belangrijke schakel in die puzzel. De Gezinsbond vroeg zich af welke rol zij juist in de opvang van hun kleinkinderen spelen. Hebben de grootouders van vandaag daar eigenlijk nog tijd voor? Vinden ze dat ze te veel moeten doen of net te weinig mogen doen? We vroegen het hen zelf via een digitale bevraging bij jonge grootouders. We kregen antwoord van 1.783 vijftigplussers met minstens één kleinkind onder de 12 jaar.

Hoe ouder, hoe minder

In de vakantie naar oma en opa: hoe lang nog?

De bevraging peilde naar meer dan alleen de rol die grootouders spelen in de opvang van hun kleinkinderen. We probeerden de relaties tussen grootouders en kinderen in het algemeen in kaart te brengen. Wat leren ons de antwoorden? We krijgen een beeld van frequente en warme contacten tussen de generaties: grootouders zien hun kleinkinderen vaak, als ze niet te ver wonen, en ondernemen allerlei activiteiten met hen. Het aandeel grootouders dat niet tevreden is over de contacten met hun kleinkinderen is eerder klein, maar het verdriet bij deze grootouders is wel groot. Naarmate de kleinkinderen ouder worden, zijn er minder contacten tussen de generaties: de kleinkinderen hebben meer en meer een eigen agenda met minder tijd of interesse voor contact met de grootouders. Oudere kinderen hebben bovendien minder nood aan opvang.

Als de schoolbel rinkelt…

De bevraging bevestigt dat grootouders een belangrijk rol spelen bij de opvang van één of meer van hun kleinkinderen, nog iets meer tijdens de vakantieperiodes dan tijdens het schooljaar. De variatie is daarbij wel heel groot. Een groep grootouders zegt van zichzelf dat ze voor minstens één van hun kleinkinderen bijna alle opvang verzorgen. Anderen doen dit wel structureel, maar minder intensief. Nog anderen springen in als de nood zich voordoet, bijvoorbeeld wanneer een kleinkind ziek is. Als de schoolpoort in september weer opengaat, zullen heel wat oma’s en opa’s opnieuw op post zijn. Soms is er gewoon geen andere oplossing voor de ouders: grootouders verzorgen dan de opvang ’s morgens vroeg, ’s avonds laat, ’s nachts of in het weekend. Een belangrijke taak is het brengen en afhalen van school: één op vijf brengt of haalt één van de kleinkinderen zelfs meerdere keren per week. Aan het andere uiteinde van het spectrum vinden we de grootouders die geen enkele rol spelen in de opvang van hun kleinkinderen. Deze groep is niet zo groot: 21% van de grootouders speelt geen rol tijdens het schooljaar, 16% tijdens de zomervakantie en 19% tijdens de kortere vakanties.

Kleinkinderen opvangen? Ja, graag!

'In de vakantie naar oma en opa: hoe lang nog?'
© iStock

De meerderheid van de grootouders is tevreden met hun rol in de opvang van hun kleinkinderen. Slechts een kleine minderheid van de grootouders voelt zich verplicht en vindt dat ze te veel doen. Wanneer we aan de grootouders vragen waarom ze hun kleinkinderen opvangen, dan zeggen ze bijna allemaal: “Omdat ik mijn kleinkinderen graag zie”. Opvangtijd is vaak heel kwalitatieve tijd waarbij de kleinkinderen genieten van de exclusieve aandacht van opa en oma én omgekeerd.

Wat brengt de toekomst?

Toch zien we in de resultaten van de enquête ook aanwijzingen dat het in de toekomst minder evident wordt voor grootouders om hun kleinkinderen op te vangen. De eigen werksituatie zorgt er bij een groep grootouders nu al voor dat ze minder opvang kunnen bieden dan ze willen.

Meer en meer grootouders combineren hun eigen job met de opvang van de kleinkinderen. Eerst de kleinkinderen naar school brengen en dan zelf gaan werken is geen uitzondering.

“Wij zouden ook graag de opvang voor de kleinkinderen verzorgen, hen meer zien, maar helaas: we werken nog fulltime met weekend- en nachtdiensten. Dus… de weegschaal tussen wat je zou willen en kunnen doen is in onevenwicht.” (oma uit de bevraging)

Meer en meer grootouders combineren hun eigen job met de opvang van de kleinkinderen. Eerst de kleinkinderen naar school brengen en dan zelf gaan werken is geen uitzondering. Grootouders zijn vaak langer én met twee aan de slag. Daarom is hun rol in de structurele opvang van hun kleinkinderen al sterk afgenomen. Die tendens zal zich ongetwijfeld verderzetten. Occasionele opvang van kleinkinderen is echter niet afgenomen, integendeel. Daar liggen misschien nog groeikansen?

Bij het begin van de zomervakantie willen we daarom een warm pleidooi houden voor een gezinsvriendelijk personeelsbeleid, waarbij de werkgever begrip heeft voor de noden van de jonge ouders maar ook voor die van de grootouders onder zijn personeelsleden. De inzet van grootouders in de opvang van de kleinkinderen verdient meer waardering, en dit niet alleen omwille van praktische redenen maar ook omwille van de relatie tussen grootouders en kleinkinderen. De tijd die ze samen doorbrengen omwille van de combinatie arbeid-gezin van de ouders wordt immers ook ervaren als unieke kwaliteitsvolle tijd. Een nieuw en heel waardevol inzicht uit onze bevraging, dat we graag verder verspreiden.

De Grote Grootouderbevraging werd uitgevoerd met steun van Kind en Gezin. Hier vindt u de resultaten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content