Impact miskraam onderschat: ‘Sommigen worstelen 10 jaar later nog met het rouwproces’

© getty

Een op de zes vrouwen die te maken krijgt met vroeg zwangerschapsverlies, kampt tot maanden nadien met posttraumatische stress, zo stelden KU Leuven en Imperial College vast in de tot nu toe grootste studie naar de psychologische impact van miskramen. Het Kinderwens Expertise Netwerk bedacht een zorgprogramma voor deze ouders.

De studie, die in het vakblad American Journal of Obstetrics and Gynaecology verscheen, ondervroeg 650 vrouwen die hun vruchtje verloren voor de twaalfde week van de zwangerschap. De meerderheid kreeg een miskraam, een deel leed aan een buitenbaarmoederlijke zwangerschap.

Een maand na de miskraam had bijna een derde (29 procent) van de vrouwen te maken met posttraumatische stress, een vierde was angstig en tien procent rapporteerde een matige tot ernstige depressie. Na negen maanden daalden de cijfers met vijf tot negen procent, waardoor nog steeds bijna een vijfde van de vrouwen kampte met posttraumatische stress en zes procent aan een depressie leed.

Nachtmerries en flashbacks

Een vierde van de zwangerschappen resulteert in een miskraam, meestal voor of rond de twaalfde week. ‘Miskramen treffen een op de twee vrouwen’, zegt professor gynaecologie aan het Imperial College Tom Bourne, die aan de studie meewerkte. ‘Voor velen onder hen is dit de meest traumatische ervaring uit hun leven.’

Het onderzoek verliep op basis van vragenlijsten die peilden naar emoties en gedrag. De vragenlijst werd driemaal ingevuld: een, drie en negen maanden na de miskraam. Diezelfde vragenlijst werd voorgelegd aan 171 vrouwen met een gezonde zwangerschap achter de rug.

De vergelijking leert dat vrouwen die herstellen van een miskraam meer psychische klachten vertonen. Ze (her)beleven tal van gevoelens en opdringerige gedachten die verband houden met de miskraam via nachtmerries en flashbacks. Posttraumatische stress beïnvloedt alle aspecten van het dagelijks leven. Zowel werk- als thuissituatie komen vaak onder druk te staan.

Een pijnpunt van de studie is dat enkel vragenlijsten werden gebruikt en er geen diagnose werd gesteld op basis van klinisch onderzoek. Bovendien is de kans groot dat vrouwen met posttraumatische stresssymptomen meer geneigd zijn om de vragenlijsten te beantwoorden. Hierdoor zouden de resultaten van het onderzoek gekleurd kunnen zijn.

Toch benadrukken de onderzoekers de urgentie van de nood aan gespecialiseerde begeleiding na pril zwangerschapsverlies. De studie legt drie pijlers bloot die in de dienstverlening moeten primeren: effectieve screening, gegarandeerde toegankelijkheid en een betere zorg voor patiënten en hun families.

Onderzoek bevestigt ervaring

Voor Lode Godderis van KU Leuven en Kinderwens Expertise Netwerk (KEN), een vzw die wensouders ondersteunt via een netwerk van zorginstellingen en hulpverleners, is deze studie geen verrassing. ‘We weten al langer dat het verlies van een vruchtje een grote impact heeft op de mentale gezondheid. Dat bevestigt naast onderzoek ook onze ervaring.’ KEN-medeoprichtster Shanti Van Genechten treedt hem bij. ‘In de tien jaar dat ik voor Kinderwens Expertise Netwerk werk is de vraag naar een zorgprogramma bij pril zwangerschapsverlies altijd even prangend gebleven.’

Waarom die vraag dan niet wordt ingevuld? ‘Tijdens een bevraging gaven heel wat ziekenhuizen aan dat mensen moeite hebben met het verwerken van zwangerschapsverlies. Daarom pleiten we voor een goede eerste opvang en ondersteuning in het ziekenhuis, gevolgd door een goede nazorg daarbuiten voor degenen die dat wensen’, aldus Van Genechten. ‘De meeste ziekenhuizen zijn wel enthousiast als ik ze over ons vertel, maar voor een transmuraal zorgpad (zorg die verleend wordt door meer dan één zorginstelling, nvdr.) ontbreekt momenteel nog omkadering. Verschillende ziekenhuizen staan er ook voor open om ons project in hun werking te implementeren. Zo lopen er gesprekken met het Heilig-Hart Ziekenhuis in Leuven.’

‘Hoe neem je afscheid van iets dat je nooit hebt gekend?’

Shanti Van Genechten, KEN

‘Een andere reden waarom nazorg bij zwangerschapsverlies niet echt in een zorgpakket is opgenomen, is omdat er officieel nog geen sprake is van een kind’, zegt Godderis. ‘Veel mensen houden de zwangerschap stil tot het eerste cruciale trimester voorbij is. Een miskraam houden ze meestal voor zich, wat begrijpelijk is, maar vaak het rouwproces in de weg staat.’

Een taboe in de zin van een verboden onderwerp is het volgens Godderis niet, al blijkt het voor velen wel een moeilijk aan te snijden onderwerp. ‘Vruchtbaarheid ligt vaak besloten in een relatie. Dat is ook het mooie eraan, het romantische. Maar het negatieve effect daarvan is dat als er daarbij problemen optreden, we geneigd zijn die voor onszelf te houden.’

Zwangerschapsverlies treedt het meest frequent op in het eerste trimester van de zwangerschap. Exacte cijfers voor België worden niet echt bijgehouden. Op basis van klinische vaststellingen zou het om vijftien procent gaan, maar modellen tonen dat die cijfers in realiteit dubbel zo hoog zijn. ‘Dit komt omdat veel vrouwen niet beseffen dat ze een miskraam hebben’, vertelt Godderis. ‘In de eerste periode van de zwangerschap is het bloedverlies van een miskraam vergelijkbaar met dat van een normale menstruatie. Het onderscheid is voor een vrouw zelf amper te maken.’

‘Veel vrouwen beseffen niet dat ze een miskraam hebben.’

Lode Godderis, KEN

Het is algemeen geweten dat er in het eerste trimester van een zwangerschap nog het een en ander kan mislopen. Toch schrikken velen van de hoge cijfers. Het zou volgens Godderis een goede zaak zijn als meer mensen hiervan op de hoogte zouden zijn. ‘Het toont aan dat je er niet alleen in staat en dat het ook oké is om erover te spreken.’

Kinderwens Expertise Netwerk wil daarin een partner zijn met een speciaal ontworpen therapie. ‘Gedurende acht weken gaat een groep lotgenoten onder professionele begeleiding en via creatieve therapieën aan de slag met hun rouwproces. Daarin maken we hen duidelijk dat bijvoorbeeld concentratie- en energieverlies heel normaal zijn in een rouwproces’, vertelt Van Genechten. ‘Het is belangrijk dat ouders voelen dat ze er niet alleen in staan. Contact met lotgenoten kan hierbij enorm verrijkend zijn.’

Afscheid nemen

‘Om met het rouwproces van start te gaan, is het belangrijk dat ouders eerst hun imaginaire kind leren kennen, het een gezicht geven’, gaat Van Genechten verder. ‘Hoe neem je afscheid van iets dat je nooit hebt gekend? We doen dat in de creatieve schrijftherapie waarin je beschrijft hoe je kindje eruit zag in je dromen, wat je samen zou gaan beleven. Of je schrijft het een brief met wat je allemaal kwijt wou.’

Een gezicht geven aan het imaginair kind kan enorm pijnlijk lijken, maar kan volgens Van Genechten een waardevolle stap zijn in het rouwproces. ‘Het is echter niet voor iedereen helend. Voordat we mensen in het project toelaten screenen we ze via vragenlijsten en een individueel gesprek. Waar staan ze in het rouwproces? Hebben ze baat bij onze diensten, of verwijzen we ze beter door naar een therapeut? Zo kunnen we hen garanderen dat onze therapie voor hen veilig is.’

‘Het is belangrijk dat men met dit proces aan de slag gaat’, besluit Van Genechten. ‘We zagen mensen die tot tien jaar na het zwangerschapsverlies nog steeds worstelden met hun rouwproces. Dat willen we voorkomen. Het plaatsen van een zwangerschapsverlies is immers essentieel om bij een volgende zwangerschap niet in de problemen te komen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content