Homo’s hebben gevarieerd seksleven, maar vrijen niet altijd veilig (VUB)

© Thinkstock

Een onderzoek aan de VUB heeft de seksualiteitsbeleving van homoseksuelen in België voor het eerst in kaart gebracht. ‘Homo’s hebben een zeer uitgebreid en promiscue seksleven, 59 procent heeft last van seksuele problemen en neen, niet elke homo doet aan anale seks. Dat zijn zaken die belangrijk zijn om te weten’, aldus professor Johan Vansintejan (VUB)

Homoseksuelen hebben een erg actief seksleven maar vrijen niet altijd veilig. 59 procent heeft last van minstens één seksueel probleem zoals een SOA of een erectiestoornis. Tot slot doen niet alle homo’s aan anale seks, iets wat tot nu toe vaak werd verondersteld. Dat zijn enkele conclusies uit een studie aan de Vrije-Universiteit Brussel (VUB).

Met zijn onderzoek hoopt professor Johan Vansintejan de aandacht te vestigen op het belang van kennis rond de seksualiteitsbeleving van homoseksuelen. “We moeten er meer over weten zodat we mensen ook op een gepaste manier kunnen helpen en begeleiden. Ook de schroom rond de communicatie over homoseksualiteit moet weg”, aldus de professor.

In totaal namen 1.830 homoseksuele mannen ouder dan 18 jaar deel aan het onderzoek, uitgevoerd via een online bevraging genaamd GAy MEn Sex StudieS (GAMESSS).

Actief seksleven, maar niet zonder risico’s

“Een eerste resultaat is dat homoseksuelen een erg uitgebreid palet aan seksuele technieken hebben en veel vaker aan seks doen dan heteromannen”, legt Vansintejan uit. “Een probleem is wel dat dat niet altijd op een veilige manier gebeurt, wat natuurlijk tot seksuele aandoeningen en ziekten kan leiden.” 28 procent van de mannen die anale seks heeft, verklaart geen condoom te gebruiken, iets waar volgens de professor zeker verandering in moet komen. “Condooms zijn tot de leeftijd van 21 al gratis, maar zorg er ook voor dat ze altijd en overal beschikbaar zijn. Homo’s spreken vaak ’s avonds nog af en dan is er niet meteen een condoomautomaat in de buurt. De overheid moet ook meer moeite en subsidies steken in de begeleiding van homoseksuelen door psychologen en seksuologen.”

Erectiestoornissen het grootste seksuele probleem

Homo’s zijn seksueel erg actief, maar hebben zeker ook te kampen met problemen. 59 procent van de bevraagden heeft last van minstens één seksueel probleem, zoals een SOA of een erectiestoornis. Dat laatste is wel het meest voorkomende seksuele probleem. “Het zijn juist vooral erectieproblemen die het vaakst voorkomen. Homoseksuelen hebben zo bijvoorbeeld angst of stress om een nieuwe partner te leren kennen. Het is namelijk altijd afwachten hoeveel ervaring die persoon heeft, wat zijn voorkeuren zijn en of het wel klikt. Die stress kan leiden tot een erectieprobleem, iets wat frequent voorkomt bij homoseksuelen”, legt de professor uit.

Een derde doet niet aan anale seks

Volgens Vansintejan mag het stereotype van homo’s die allemaal anale seks hebben ook de wereld uit. Een derde van de 1.830 bevraagden doet namelijk niet aan anale seks.

Wat wel klopt, is dat homoseksuelen meer bedpartners hebben dan heteromannen. 60 procent van de deelnemers verklaart al met meer dan 50 verschillende mannen seks te hebben gehad en een vierde zelfs met meer dan 100. Ook daar zit volgens de professor een logische verklaring achter. “Als je binnen een heterorelatie ontrouw bent, dan is de kans erg groot dat de relatie wordt afgebroken. Binnen een homorelatie gebeurt het vaker dat men dan overschakelt naar een open relatie. Beide mannen hebben er in dat geval geen enkel probleem mee dat zijn partner ook nog met andere mannen naar bed gaat. Op die manier is het begrijpelijk dat homo’s over het algemeen een hoger aantal bedpartners hebben dan hetero’s”, aldus Vansintejan.

‘De deur open zetten naar meer seksueel onderzoek en begeleiding’

“Ik ben deze studie gestart omdat er een leemte was in de wetenschap. Er waren al veel sociale onderzoeken over de homogemeenschap, maar nog geen enkele studie die focuste op de seksualiteitsbelevingen van homo’s. Het doel is om de deur open te zetten naar verder onderzoek”, zegt de professor.

“Wat voor mij erg belangrijk is aan dit onderzoek, is dat mensen meer kennis verkrijgen over de seksualiteitsbeleving binnen de homogemeenschap. Op die manier kan er voor een betere behandeling en begeleiding van de seksuele problemen worden gezorgd en verlagen we eveneens de communicatiedrempel rond homoseksualiteit. Dat kan gebeuren binnen het onderwijs, maar ook binnen de medische sector. Samen met de organisatie Sensoa ben ik daarom bezig aan de ontwikkeling van enkele communicatietools voor artsen die ervoor moeten zorgen dat de schroom rond holebi’s verdwijnt. België is een koploper op vlak van homorechten, we zijn veel toleranter en ruimdenkender dan andere landen. Dat moet uiteindelijk zo blijven”, besluit Vansintejan. (KVW)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content