Hoe succesvol is geassisteerde bevruchting?

Een goede registratie van alle vruchtbaarheidsbehandelingen zoals in Frankrijk maakt een klare kijk op hun resultaten mogelijk. Volgens het Franse Bulletin épidémiologique hebdomadaire gaat minder dan 1 op 2 koppels met een kind naar huis.

Een goede registratie van alle vruchtbaarheidsbehandelingen zoals in Frankrijk maakt een klare kijk op hun resultaten mogelijk. Volgens het Franse Bulletin épidémiologique hebdomadaire gaat minder dan 1 op 2 koppels met een kind naar huis. In Frankrijk werden in 2008 meer dan 121.000 behandelingscyclussen voor vruchtbaarheidsstoornissen gestart. Die leidden tot de geboorte van 20.136 kinderen of 2,4 procent van alle geboorten in dat land.

Ter vergelijking, in 2010 werden in Vlaanderen 69.924 Vlaamse kinderen geboren. Een kleine 4.000 (5,7 procent) kwamen ter wereld na technische ondersteuning, zoals hormoonstimulatie, in vitro fertilisatie en ICSI, de rechtstreekse inspuiting van een zaadcel in de eicel.

Vervulde kinderwens

Van 2321 Franse koppels die tussen begin 2000 en eind 2002 met een vruchtbaarheidsbehandeling van start gingen, heeft uiteindelijk 70 procent hun kinderwens waar kunnen maken.

Bij 48 procent gebeurde dat na een medische behandeling. Ongeveer 11 procent raakte op een natuurlijke wijze zwanger en nog eens 11 procent koos voor adoptie als een uitweg. De overige 30 procent bleef kinderloos.

Gemiddeld duurde het tussen 5 en 7 jaar voor de koppels een kind hadden.

De koppels bij wie de medische behandeling geen succes kende en die nadien toch nog spontaan zwanger werden, moesten daar gemiddeld 6 jaar op wachten. Dat komt overeen met een vruchtbaarheidskans van 0,31 procent per cyclus, ongeveer 80 maal kleiner dan de gemiddelde kans van 25 procent voor de hele bevolking.

Toch opletten

De gegevens van deze groep van 2321 koppels kan je niet zonder meer toepassen op alle gestarte vruchtbaarheidsbehandelingen. Want het werd al snel duidelijk dat er meer ouders met een vervulde kinderwens aan dit onderzoek hadden deelgenomen dan ouders die kinderloos gebleven waren. De resultaten moeten bijgevolg naar beneden bijgesteld worden zodat misschien slechts 64 procent van alle koppels een kind krijgen in plaats van 70 procent.

Snel resultaat

Volgens de analyse van een andere groep zet 42 procent van de koppels zet de vruchtbaarheidsbehandeling al na een eerste poging stop. Ongeveer 21 procent doet dat om onbekende redenen.

Nog eens 21 procent doet dat omdat ze ondertussen al spontaan zwanger zijn. Dat doet vragen rijzen. Want normaal raakt ongeveer 25 procent van de vrouwen spontaan zwanger tijdens de eerste maand van proberen. De 21 procent spontane zwangerschappen bij de vrouwen in behandeling lijkt er dus op te wijzen dat de vruchtbaarheidsstoornissen bij deze koppels niet erg geweest kunnen zijn. Zonder behandeling zouden zij vermoedelijk enkele maanden later ook succes gekend hebben.

Van de koppels die via een vruchtbaarheidsbehandeling zwanger worden, gebeurt dat bij 51 procent na de eerste poging, bij 26% tijdens de tweede en bij 13 procent tijdens de derde. De resterende 10 procent moest 4 of meer behandelingscyclussen ondergaan.

Stop

Koppels die niet geholpen werden met een medische behandeling waren gemiddeld 2 jaar ouder dan diegene die wel succes kenden. Een 35 procent zette de behandeling al na de eerste poging stop, 28 procent na de tweede en 18 procent na de derde. Slechts 19 procent hield het langer vol.

België – Vlaanderen? Volgens dokter Hendrik Cammu van het Studiecentrum voor perinatale epidemiologie zijn er geen cijfers voor ons land onmiddellijk beschikbaar voor vergelijking. Maar hij meent wel dat de resultaten niet ver afwijken van de Franse.

Jan Etienne, Bodytalk

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content