Hoe de industrie alle leven uit onze voeding haalt: ‘In de supermarkt kom ik niet meer’

© getty

Van houtschaafsel in voorverpakte lasagne tot menselijke haren in brood. De voedingsindustrie bewerkt ons eten vaak zo massaal dat er van de natuurlijke ingrediënten maar weinig meer overblijft. Met zijn boek ‘Opnieuw Echt Eten’ wil Stef Mintiens aantonen dat het anders kan.

‘Ons voedingspatroon maakt ons ziek’, schreef schrijvende dokter Staf Henderickx onlangs in zijn column voor Knack Weekend. ‘En we helpen er op de koop toe onze planeet mee naar de vaantjes.’

Door de grootschalige manier waarop zoveel mogelijk goedkope voedingsproducten worden aangeboden en het ‘vakkundig’ gebruik van chemische meststoffen en pesticiden is de mens totaal vervreemd geraakt van één van de pijlers van ons bestaan.

Ook natuurarts Stef Mintiens, auteur van ‘Herbatheek’, is niet mals voor de Monsanto’s van deze wereld. In zijn nieuwe boek ‘Opnieuw Echt Eten’ neemt hij de graaizuchtige, kaal rovende en controlerende manier waarop we de afgelopen decennia met onze planeet en ons voedsel zijn omgesprongen op de korrel.

Chemische meststoffen, grondontsmettingsmiddelen, maar ook conserveringstechnieken verarmen onze dagelijkse supermarktvoeding op zo’n manier dat de nodige nutriënten verdwijnen. Ze bevat zelfs dingen die niet in voeding thuishoren.

We staan er als consument niet altijd bij stil wanneer we gehaast met onze winkelkar langs de schappen, gevuld met zakjes en doosjes navigeren. Ook al zijn we goed opgeleid en zelfbewust, toch laten we ons voortdurend om de tuin leiden door de gewiektse voedingsindustrie, met alle gevolgen voor onze gezondheid van dien, van prikkelbare darmsyndroom tot allergieën, aldus de auteur.

Ongemakkelijke waarheden over tarwe

In zijn boek haalt Mintiens het voorbeeld van gluten en tarwe aan. ‘Zowat 30 procent van de mensen verdragen geen brood meer en geloven dat ze “glutenintolerant” zijn’, vertelt Mintiens aan Knack.be. ‘Ik beweer niet dat glutenintolerantie niet bestaat, maar we zien dat de klachten vaak verdwijnen bij een meerderheid van deze mensen als ze een correct gemaakt speltbrood eten dat is gerezen met behulp van desem. Er is dus meer realisme en nuance nodig in het glutenverhaal.’

Helaas is het droevig gesteld met onze huidige boterham, aldus Mintiens die een aantal jaar geleden een opleiding tot brood- en banketbakker volgde: ‘Je zou denken dat de zogenaamde broodverbeteraars in de bloem van de industriële maalderijen het brood verbeteren, maar eigenlijk moeten ze uniforme bloemsoort produceren die ervoor zorgt dat de wachtprocessen in de hoogtechnologische, geautomatiseerde maalderijen heel nauwkeurig kunnen worden getimed. Zo is er de toevoeging van L-cysteïne waardoor het kruim van het brood makkelijker aan elkaar kleeft. Het brood kan beter rijzen en men heeft minder deeg nodig om een groter brood te maken. Die L-cysteïne wordt gemaakt door menselijke haren, voornamelijk in China, 24 uur lang in zoutzuur te koken.’

‘Verse’ vis wordt behandeld met water en pentanatriumtrifosfaat om het gewicht te verhogen zodat je water koopt voor de prijs van kabeljauw.

Spinnen en schildluizen

Mintiens adviseert om je brood zo veel mogelijk zelf te bakken en daarnaast zelf in te staan voor de rest van je voedingsmiddelen. In zijn boek legt hij uit waarom: ‘verse’ vis wordt bijvoorbeeld behandeld met water en pentanatriumtrifosfaat om het gewicht te verhogen zodat je water koopt voor de prijs van kabeljauw, in brood en voorverpakte lasagne is houtschaafsel gemengd om het rustieke karakter na te bootsen en de zogenaamd plantaardige zoetstof stevia is zodanig chemisch gewijzigd dat het in niets nog natuurlijk is.

Maïs is dan weer genetisch gemodifieerd met een stuk DNA van een spin om die maïs resistent te maken tegen de pesticiden die er rijkelijk op gesproeid worden, aan yoghurt en roomijs wordt een additief, gemaakt van gemalen schildluizen, toegevoegd en amandelmelk bevat maar twee procent amandelen, naast gemodificeerd zetmeel en synthetische amandelaroma’s…

Is het voedsel uit de supermarkt dan des duivels? Mintiens: ‘Het is absoluut niet de bedoeling om mensen schrik aan te jagen over hun eten, maar om gezonde alternatieven voor te stellen. We krijgen al genoeg te horen dat we dit niet mogen eten en dat we dat moeten laten staan. Ik wil nuance brengen in het voedingsverhaal, los van het zwart-witdenken. Sommige mensen schrappen brood van het menu door alles wat er gezegd wordt. Maar met de juiste ingrediënten en als het op de juiste manier gemaakt wordt, is brood juist wel een volwaardig en heel gezond voedingsproduct.’

Ook Mintiens geeft toe dat hij kwaad wordt wanneer hij geconfronteerd wordt met de mechanismen achter de voedingsindustrie. ‘Maar je mag je niet laten verlammen door die boosheid’, zegt hij. ‘De volgende stap is om op zoek te gaan naar de mogelijkheden om het wel op een juiste manier te doen. Gelukkig laten steeds minder mensen zich in de luren leggen door de mooie marketingpraatjes en gaan ze meer en meer op zoek gaan naar pure producten uit bijvoorbeeld de biolandbouw.’

Biologisch betrouwbaar?

Al is ook in deze sector waakzaamheid geboden. ‘Er is een groot verschil tussen de biolandbouwwetgeving en de wetgeving in de biovoeding’, legt de auteur uit. ‘Producten uit de biolandbouw zijn behoorlijk streng gereglementeerd, de regelgeving voor biovoeding is, net zoals in de reguliere voedingsindustrie, al eens voor interpretatie vatbaar. Waar het spook van de grootschaligheid en anonimiteit lonkt, loert de fraudegevoeligheid altijd om de hoek Als je bij de lokale bioboer inkopen doet, kan je met de mensen praten en vragen stellen. Koop je boontjes uit Kenia, heb je geen idee van wat daarmee is gebeurd.’

Hoe de industrie alle leven uit onze voeding haalt: 'In de supermarkt kom ik niet meer'
© getty

Dat stedelingen hun groenten en fruit niet bij de lokale boer kunnen halen, wuift Mintiens weg, want de boer kan naar jou komen. ‘Je ziet steeds meer initiatieven opkomen zoals bio- en boerenmarkten, zelfs in steden als Parijs. Biologische of biologisch-dynamische boerderijen werken vaak met een abonnementensysteem waarbij je wekelijks een pakket krijgt met de groenten en vruchten die ze telen, die je kan oppikken bij een afhaalpunt in je buurt.’

Granola, een jammere zaak

Hoewel we zelf heel wat kunnen doen, zou ook de overheid krachtdadiger kunnen optreden in het belang van de volksgezondheid. Ook daar knelt soms het schoentje. Vorige maand werd de Europese wet tegen pesticiden nog afgezwakt. Dat betekent dat geen enkele pesticide voorlopig van de markt wordt gehaald wegens een gebrek aan strengere regels. Daarnaast zaaide de overheid onlangs verwarring door bij monde van de Hoge Gezondheidsraad van België op te roepen om granola te vermijden.

En brug te ver, vindt ook Mintiens. Opnieuw pleit hij voor nuance. ‘Granola is niet ongezond, het is gewoon jammer dat je een stuk van de voedingswaarde gaat wegnemen door de granen, noten, pitten en zaden te grillen en er ook nog eens een hoop suiker over te gieten. Je kan ze beter rauw eten. Al ben ik geen aanhanger van alleen maar fanatiek rauw eten omdat je dan weer heel wat aroma’s in je voeding mist. Je hoeft niet al je voeding rauw te eten, maar bepaalde ingrediënten behouden hun vitaminen en nutriënten beter als je ze op een minder hoge temperatuur bereidt. Je hoeft heus niet te vervallen in extremen. Variatie is belangrijk.’

Alles, behalve schorseneren

Wat gooit Mintiens dan zelf in de kookpotten in tijden van voedingsrages en dieethypes? ‘Ik eet alles, behalve schorseneren vanwege een jeugdtrauma’, lacht hij. ‘Je hoeft geen voeding te schrappen als je je maar bewust bent van de ingrediënten die je eet. Ik sta heel veel in de keuken en bak graag. In tegenstelling tot wat mensen denken, is met voeding bezig zijn, geen tijdrovende bezigheid. Zelf yoghurt maken is helemaal niet zo veel werk. De natuur doet het voor jou. Ook de nettotijd om brood te maken is amper tien minuten. Als het brood rijst of in de oven steekt, hoef je er niet naast te zitten, toch?’

Tijd maken om ons te voeden. Dat is de ultieme boodschap van Mintiens. In alle betekenissen van het woord. ‘We moeten opnieuw omgaan met onze voeding zoals onze grootouders dat deden’, klinkt het. ‘Dat wil zeggen: vertrek van de dingen waarvan je ziet wat ze geweest zijn. Maak je tomatensaus zelf met verse tomaten en kruiden in plaats van tomatensaus in een tetrablik of bokaal te kopen. Dan weet je tenminste wat erin zit. Ik geef mijn patiënten soms al lachend drie adviezen mee: “koop je voeding op de boerenmarkt, niet in de supermarkt, eet zo weinig mogelijk waarvan je niet hebt gezien wat het geweest is en eet niets waar reclame voor gemaakt wordt.” De Danone’s van deze wereld spenderen enorme budgetten aan reclame en dat betalen we als consument mee, terwijl we maar al te goed weten dat al die promopraatjes niet kloppen. Ik kom nooit in supermarkt. Ik heb daar niets te zoeken.’

Opnieuw Echt Eten, wat kunnen we nog eten in een wereld van voedingsrages en fabels? – Stef Mintiens, ISBN 9789022335949, uitgeverij Manteau.

Hoe de industrie alle leven uit onze voeding haalt: 'In de supermarkt kom ik niet meer'

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content