Happycratie: ‘Gelukkig zijn is een statussymbool geworden’

Eva Illouz © Susanne Schleyer

‘De happycratie schuift de verantwoordelijkheid volledig door naar het individu’, zegt Eva Illouz, professor sociologie in Jeruzalem en Parijs. ‘Zo legitimeert ze het neoliberalisme.’

Ik heb helemaal niets tegen geluk’, zegt Eva Illouz. ‘Geluk is een centraal begrip in de politiek. Het streven ernaar is verankerd in de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring. In ons boek Happycratie onderzoeken Edgar Cabanas (een Spaanse psycholoog, nvdr) en ik niet het geluk in de privésfeer, maar het geluk als instrument in de politiek. We nemen daarbij een nieuw soort wetenschap van het geluk op de korrel.

Om welke wetenschap gaat het?

Eva Illouz: Een mengeling van psychologie en economie. Zo’n twintig jaar geleden verklaarde de Amerikaanse psycholoog Martin Seligman dat hij voor een revolutie in de psychologie zou zorgen. Die had zich ten onrechte alleen op de zwaktes van de mensen toegelegd en niet op hun sterktes, vond hij. Hij wilde zijn kennis verbreiden over hoe we gelukkiger kunnen worden en een nieuwe psychologie creëren, die op alle terreinen van de samenleving moest worden toegepast: de positieve psychologie.

Je kunt behoorlijk ongelukkig zijn en toch iets zinsvols doen. Vraag dat maar aan iedere ouder.

En wat is daarbij volgens u het probleem?

Illouz: Die wetenschap stelt zich rechtstreeks ten dienste van instellingen die er belang bij hebben de stemmingen en gedragingen van mensen te controleren, zoals bedrijven, overheden en legers. Bovendien deugt de methodologie van de positieve psychologie niet.

In welke zin?

Illouz: Ze heeft de afgelopen twintig jaar meer dan 64.000 studies voortgebracht, maar die hebben alleen maar dubbelzinnige en zelfs tegenstrijdige resultaten opgeleverd. De positieve psychologie werkt vaak met overdreven veralgemeningen. Bovendien is het onduidelijk of ze mensen echt kan helpen.

Sociale wetenschappers beweren dat geluk een van de weinige factoren is die vrij makkelijk te meten zijn. Makkelijker dan politieke overtuigingen, bijvoorbeeld. Mensen weten namelijk meestal wel of ze gelukkig zijn of niet.

Illouz: Daar ben ik het niet mee eens. Cognitieve psychologen weten dat je geluk juist heel moeilijk kunt meten. Mensen weten vaak niet goed hoe ze hun eigen toestand moeten inschatten. We hebben bijvoorbeeld de neiging gebeurtenissen in het verleden veel positiever te beoordelen dan op het moment zelf. Andere onderzoeken tonen aan dat we vaak niet weten hoe pijnlijk of verheugend een ervaring voor ons was.

U hebt dus geen vertrouwen in geluksonderzoek?

Illouz: Het geluk van individuele mensen meten is al bijzonder moeilijk. Helemaal absurd wordt het als je het geluksniveau van landen probeert te vergelijken, aan de hand van categorieën die voor de mensen in die verschillende landen heel andere betekenissen kunnen hebben.

Uit zulke onderzoeken blijkt vaak dat de Scandinavische landen, waar veel belang wordt gehecht aan gelijkheid, tot de gelukkigste ter wereld behoren.

Illouz: De Fransen scoren meestal niet zo goed, terwijl ze in een van de beste welvaartsstaten van de wereld leven. Of neem mijn land, Israël: dat wordt vaak als tamelijk gelukkig gezien, terwijl de ongelijkheid in haast geen enkel land van de geïndustrialiseerde wereld groter is. Wij leven bovendien met bezette gebieden en onder constante oorlogsdreiging.

Bij geluksonderzoeken vragen ze ook naar triviale zaken zoals het weer, en of mensen van de zon houden. Misschien denken de ondervraagden daarbij ook dat ze zichzelf gelukkig moeten noemen. Ik betwijfel ten zeerste dat datgene wat gemeten wordt een reactie op de objectieve werkelijkheid is.

Waarvoor dienen die onderzoeken dan?

Illouz: Gelukseconomen – en sommige landen – zijn blij dat ze een nieuwe categorie kunnen gebruiken in de politieke analyse: terwijl de kosten en baten voor de samenleving vroeger in geldeenheden werden gemeten, worden ze nu in gelukseenheden uitgedrukt.

Happycratie: 'Gelukkig zijn is een statussymbool geworden'
© ILLUSTRATIE ZAZA

In hoeverre is dat een probleem?

Illouz: Geluksindexen leiden de aandacht af van reële problemen zoals de ongelijkheid, het ontoereikende onderwijs of de problemen in de gezondheidszorg. In 2010, kort nadat hij de zwaarste bezuinigingen in de recente geschiedenis van het Verenigd Koninkrijk had aangekondigd, verklaarde premier David Cameron dat de Britten de vooruitgang van het land niet langer moesten afmeten aan de economische groei, maar aan de manier waarop hun leven verbeterde. Het geluk als graadmeter van nationale vooruitgang. Politici hadden snel door dat het veel gemakkelijker is om het individuele geluksgevoel te manipuleren dan om de structurele ongelijkheid in de samenleving aan te pakken.

En door een beroep te doen op de wetenschap van het geluk speelt de politiek in de kaart van de economie?

Illouz: Precies. Sociologen zoals Jonathan Lelley en Mariah Evans beweren dat economen die zich jarenlang het hoofd hebben gebroken over hoe de taart beter verdeeld kan worden het bij het verkeerde eind hebben. Ze zouden zich met het geluk van de mensen moeten bezighouden, vinden ze. Ze beweren zelfs dat landen waar de ongelijkheid groter is gelukkiger kunnen zijn. Volgens hen geldt dat overigens alleen voor ontwikkelingslanden, een werkelijk stuitende gedachte.

Hoe kwamen ze daarbij?

Illouz: Ongelijkheid, beweren de twee, zou de mens een ‘hoopfactor’ geven. Je wordt gelukkiger als je je op eigen kracht probeert te verbeteren, dan wanneer je je door de staat laat helpen. Die hulp zou net verhinderen dat mensen de nodige veerkracht ontwikkelen.

Dat klinkt nogal neerbuigend.

Illouz: Het toont in elk geval aan dat sommige regeringen helemaal geen moeite meer doen om voor meer sociale gelijkheid te zorgen – en daar niet eens meer ter verantwoording voor geroepen worden. Als we het geluk als een absolute waarde gaan zien, kan de volgende stap zijn dat we waarden zoals gelijkheid en rechtvaardigheid daaraan ondergeschikt maken. Maar dat zijn juist absolute waarden!

Hoe vertaalt dat denken zich in de politiek?

Illouz: Wie is waarvoor verantwoordelijk: dat is een cruciale vraag in de politiek. De positieve psychologie heeft de verantwoordelijkheid volledig naar het individu doorgeschoven. De mens is verantwoordelijk voor zichzelf en de verbetering van zijn lot. Dat is zuiver de ideologie van het neoliberalisme. Het geluk dient om die politiek te legitimeren.

In welke mate heeft de positieve psychologie ons leven veranderd?

Illouz: Toen Seligman twintig jaar geleden met zijn onderzoek begon, waren vooral grote bedrijven en conservatieve organisaties geïnteresseerd om hem financieel te steunen. Later werd hij in dienst genomen door het Amerikaanse leger, dat hem een budget van 145 miljoen dollar ter beschikking stelde om het weerstandsvermogen van soldaten te verhogen. Hij moest een soldaat creëren die niet getraumatiseerd raakt als hij iemand doodt of een kameraad gedood ziet worden. Daarna kwam de positieve psychologie in de belangstelling te staan bij steeds meer mensen die in deze onzekere wereld in zichzelf willen investeren.

Happycratie: 'Gelukkig zijn is een statussymbool geworden'
© ILLUSTRATIE ZAZA

Worden die mensen door de geluksbranche geholpen?

Illouz: Veel zogenaamde gelukswetenschappers zien zichzelf als ondernemers. Ze richten geluksinstituten op, houden seminaries en schrijven boeken. In de coachingsector, die samen met de positieve psychologie is ontstaan, gaan tegenwoordig vele miljarden euro’s om. Geluk is een product geworden dat op de markt wordt verhandeld.

De belangrijkste vraag is: werkt het? Kunnen we gelukkiger worden?

Illouz:Het programma dat Seligman voor het leger ontwikkelde, is grotendeels mislukt. Het had de positieve instelling van de soldaten moeten verbeteren, maar dat had weinig effect. Die soldaten werden weliswaar met extreme omstandigheden geconfronteerd, maar de achterliggende gedachte was dat ze helemaal niet getraumatiseerd mochten raken, want dat was een teken van zwakte. Zo zet de positieve psychologie mensen onder zware druk. Geluk is een statussymbool geworden. Een bewijs van succes. Het bijna onvermijdelijke gevolg is dat mensen vinden dat ze tekortschieten.

Omdat je nooit gelukkig genoeg kunt zijn?

Illouz:De gelukswetenschap stigmatiseert negatieve gevoelens zoals wrok, woede of radeloosheid. Maar veel van die zogenaamd negatieve gevoelens kunnen een hefboom voor verandering zijn. De vrouwenbeweging is succesvol geworden omdat ze gedreven werd door woede, niet door geluk.

Toch praten we vandaag veel openlijker over psychologische problemen.

Illouz: Ja natuurlijk, we praten ons suf over onze psychische gezondheid. We willen allemaal normaal zijn en maken ons zorgen dat we het misschien toch niet zijn. Onze psychologische gezondheid wordt gelijkgesteld met hoe gelukkig we zijn. De redenering is dat een normaal mens gelukkig hoort te zijn. En wie ongelukkig is? Die is niet gezond.

Op sommige scholen worden mindfulness, veerkracht en geluk onderwezen. Een goed idee?

Illouz:Soms wel. Het is geen slecht idee om kansarme kinderen te leren hoe ze veerkrachtiger kunnen zijn.

Dus er is toch iets goeds aan de positieve psychologie?

Illouz:Je moet het hele plaatje zien. Door het nieuwe geluksbegrip verliezen we uit het oog hoezeer onze mogelijkheden door onze sociale afkomst worden beperkt. De positieve psychologie concentreert zich op het individu en wil ons ervan overtuigen dat we die afkomst makkelijk kunnen overstijgen. Ik geloof meer in de mogelijkheden van de groep om de omstandigheden van het individu te veranderen. Als je tegen vrouwen had gezegd dat ze veerkrachtig moesten zijn, dat ze kracht moesten halen uit verkrachting en vernedering, dan was er nooit een feministische beweging geweest. Collectieve bewegingen kunnen maar ontstaan als het lijden geen privé-aangelegenheid blijft en ook door anderen ernstig genomen wordt. Dat doet de positieve psychologie niet.

Tot slot, na alle kritische bedenkingen over het onderzoek naar geluk: waarvan wordt u gelukkig?

Illouz: Koken voor mijn vrienden en familie. Me begrepen voelen, een diepzinnig boek lezen. Maar geluk definieert niet wie ik ben. Ik vind het belangrijker het gevoel te hebben dat wat ik doe zinvol is.

Wat zinvol is, hoeft ons niet noodzakelijk gelukkig te maken?

Illouz: Je kunt behoorlijk ongelukkig zijn en toch iets zinsvols doen. Vraag dat maar aan iedere ouder. Kinderen opvoeden bezorgt je soms een ellendig gevoel, maar het is een uiterst zinvolle bezigheid. Moeten we geen kinderen meer op de wereld zetten omdat we er soms ongelukkig van worden? Natuurlijk niet. Geluk en zinvolheid zijn twee verschillende manieren waarop de wereld ons beloont.

Eva Illouz

– 1961: geboren in Fez

– 1991: doctoreert aan de Universiteit van Pennsylvania

– 2000: wordt professor aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem

– 2012: wordt benoemd als de eerste vrouwelijke voorzitter van de Bezalel Academy of Art and Design

– 2012: schrijft Waarom liefde pijn doet, een boek waarmee ze internationaal succes bereikt

– 2016: wordt benoemd aan de prestigieuze École des hautes études en sciences sociales in Parijs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content