Louis Ide (N-VA)

Ebolacoördinator moet achtervolging inzetten

Louis Ide (N-VA) Algemeen Secretaris van N-VA en arts.

‘De vorige minister van Volksgezondheid & Sociale Zaken mag eens in de spiegel kijken: in april dit jaar was haar kabinet op de hoogte van het probleem van ebola. Toen al had men proactief kunnen handelen’, stelt Louis Ide (N-VA).

Erik Meynen vat de Ebola-crisis in zijn kleine cartoon vandaag weer eens goed samen: het gevaar voor een Ebola-epidemie in Europa is quasi onbestaande. Paniek en hysterie zijn dus uit den boze. Toch moet er dringend een gecoördineerde aanpak komen in België, voor het geval individuele gevallen zich op Belgisch grondgebied presenteren. Belgische hulpverleners, toeristen (die ondanks een negatief reisadvies van buitenlandse zaken toch vertrekken), mensen uit Liberia, Sierra Leone, Guinee (en Nigeria) creëren een potentieel gevaar (in het eerste geval voor zichzelf). Temeer daar Brussels Airlines als enige Europese maatschappij nog 6 keer per week op West-Afrika vliegt.

De ziekenhuizen kregen ondertussen de up-to-date versie van het Ebola-plan geschreven door prof. Callens (UZGent in opdracht van de Hoge Gezondheidsraad). Elke dienst infectie controle in elk ziekenhuis hertaalt momenteel dit lijvig document in een praktische gids op eigen initiatief. Maar daar stopt het beleid voorlopig. De FOD Volksgezondheid slaagt er momenteel nog steeds niet in om dit per ziekenhuis adequaat op te volgen. Nood dus aan een Ebola-coördinator en De Block voegt de daad bij het woord: ze stelt er eentje aan.

Wat moet er gebeuren?

Een coördinator of commissaris (what’s in the name) dient aangesteld te worden: dit is bij deze gebeurd. De keuze is voor mij een verassing omdat ik collega Vlieghe ken (niet persoonlijk) als een gedegen onderzoekster op antibioticaresistentie (in Cambodja) en niet zozeer op het domein van de virologie en infectie controle. Ik had eerder een prof. Callens verwacht want die heeft alvast de verdienste van de historiek: hij is degene die de ziekenhuisplannen nu eenmaal schreef. Prof. Van Ranst was ook een zeer valabele optie: hij heeft bewezen als viroloog en griepcommissaris pragmatisch met de pandemie om te gaan en is bovendien een uitstekende communicator te zijn. Inzake ‘gezag’ kan verder niemand tippen aan de ontdekker van het virus, toevallig een Belg: Peter Piot. Maar misschien zat zijn agenda wel eivol (wat ik me echt kan inbeelden). In Franstalig België is prof. Goubau een wetenschappelijk autoriteit in het domein van de virologie, die bovendien goed communiceert. Maar het is dus dr. Vlieghe: ik wens haar echt veel succes.

Een meevaller voor haar alvast is dat de KULeuven over een test beschikt om Ebola te diagnosticeren. Ze hebben ook het geschoold personeel om hiermee om te gaan. Ik heb trouwens nooit begrepen waarom het Wetenschappelijk Instituut voor de Volksgezondheid stalen naar Hamburg blijft sturen (wat 36 uur duurt eer er een resultaat is) terwijl in eigen land dit in een minimum van tijd mogelijk is. Ziehier een mogelijkheid tot eerste bijsturing.

De coördinator zal m.i. ook moeten vrij snel moeten aangeven wat ze gaat doen met de vliegtuiglijnen Brussel-West-Afrika. Als men beslist vanuit humanitair (en economisch?) oogpunt om de vliegtuiglijn met West-Afrika open te houden (tegen alle quarantaineregels in), dan moeten dringend procedures ontworpen worden voor de luchtvaartmaatschappijen bij vertrek, op het vliegtuig en bij landen. Dit is het minimum. Een collega-arts werd namelijk zo deze week op een vliegtuig geconfronteerd met een ziek persoon ‘waarvan men dacht dat het wel eens Ebola kon zijn’. Quod non uiteindelijk (want die kans was ongelooflijk klein), maar de les die hier te leren viel, is dat er geen procedures zijn en geen elementair materiaal om adequaat te handelen. Zo wist hij mij persoonlijk te vertellen. Bottom-line is dat als men de vlieglijn open houdt (wat menselijk verdedigbaar is) dan moet men procedures hebben om het risico van ebola-import fors te reduceren. Een moeilijke keuze voor de coördinator.

Als men dan de halfvolle vliegtuigen uit West-Afrika halveert van zes naar drie per week, is het perfect doenbaar om alvast met een temperatuurcontrole bij vertrek en bij aankomst rudimentair te triëren. Ook al is deze vorm van screening absoluut niet sluitend.

Tot slot moet de coördinator een faciliteit vinden waar een eventuele patiënt opgevangen wordt. Andere landen staan immers niet klaar om onze patiënt(en) op te vangen. Het best gebeurt dit in een geïsoleerd gebouw zodat (mogelijke) Ebola-patiënten niet terecht komen in het “gewone” ziekenhuis. Gespecialiseerd personeel moeten de zorgen waarnemen. Dergelijke paviljoenen bestaan niet bij bosjes in ons land, maar ze bestaan. Met minimale investeringen kunnen deze operationeel gemaakt worden. Zodat er een afgescheiden zorg is (quarantaine) die dan ook nog eens de privacy ten goede komt. Tot op heden kreeg het ziekenhuis Saint-Pierre een bom geld van de vorige minister van Volksgezondheid om multi-resistente tuberculose patiënten op te vangen. Nu zijn ze bereid (tegen een fiks bedrag) een eventuele Ebola-patiënt op te vangen… In afwachting van een apart paviljoen zijn waarschijnlijk enkele universiteiten in staat de eerste nood te lenigen. Maar het is uiteindelijk aan de coördinator om die keuze te maken.

Tot slot mag de vorige minister van Volksgezondheid & Sociale Zaken hier eens in de spiegel kijken: in april dit jaar was haar kabinet op de hoogte van het probleem. Toen al had men proactief kunnen handelen. Dat heeft ze niet gedaan. Waardoor vandaag wij en de coördinator, eigenlijk in de achtervolging fietsen. Een zware taak.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content