Dit verandert er op 1 januari in de gezondheidszorg

© iStock

Zelfstandigen hebben vanaf 1 januari al na twee weken recht op een uitkering. En wie van geslacht wil veranderen, zal dat vanaf 2018 via een administratieve procedure kunnen, zonder een zware operatie te hoeven ondergaan.

Van geslacht veranderen zonder operatie

Vanaf 1 januari moet een transgender persoon niet langer voldoen aan bepaalde medische voorwaarden om het geslacht en de voornaam officieel te laten aanpassen in het bevolkingsregister. Tot nu toe moest wie van geslacht wou veranderen zich laten steriliseren en een zware geslachtsverandering ondergaan. Dat strookt niet meer met de mensenrechten en is in strijd met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Een wet van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en staatssecretaris voor Gelijke Kansen Zuhal Demir (N-VA) brengt daar verandering in. Vanaf 1 januari kan van geslacht veranderen via een administratieve procedure van drie tot maximaal zes maanden. Er zijn garanties ingebouwd om ondoordachte veranderingen en misbruiken tegen te gaan. De wet voorziet ook in mogelijkheden voor kinderen van 12 jaar. Kinderen voelen vaak al op heel jonge leeftijd aan dat hun geslacht bij geboorte niet overeenkomt met hoe ze zich voelen. Zij zullen hun voornaam kunnen laten veranderen. Op 16 jaar kunnen ze dan hun geslachtsregistratie laten wijzigen in hun geboorteakte.

Honorarium artsen stijgt, maar artsenbezoek niet duurder

Het honorarium van een huisarts of specialist wordt op 1 januari 1,68 procent duurder. Maar omdat het remgeld, het deel dat de patiënt uit eigen zak betaalt, niet stijgt, wordt de raadpleging niet duurder. De overige erelonen van artsen gaan 1,5 procent de hoogte in, met uitzondering van de honoraria van medische beeldvorming en klinische biologie. Daar is er 1,25 procent indexatie.

Concreet: er zijn verschillende percentages omdat de doktersrekening vaak uit verschillende verstrekkingen of toeslagen bestaat. Het honorarium voor de consultatie ‘an sich’ gaat 1,68 procent omhoog, of dit nu bij de huisarts of in het ziekenhuis is. Maar wachttoeslagen, het huisbezoek, alle technische prestaties… gaan 1,5 procent omhoog. Bij de huisarts neemt de consultatie (+1,68 pct) de hoofdmoot van de rekening in, bij de specialist is dit verre van het geval. Prestaties voor medische beeldvorming en klinische biologie zijn voorts de uitzondering, met 1,25 procent opslag. ‘Patiënten krijgen de komende 2 jaar opnieuw tariefzekerheid bij geconventioneerde huisartsen en specialisten’, zei minister van Volksgezondheid Maggie De Block in een reactie bij de bekendmaking van het tariefakkoord. ‘Daarbij komt nog dat het remgeld niet stijgt en dat in het akkoord engagementen zijn aangegaan om de problematiek van de ereloonsupplementen aan te pakken.’ Ruim 80 pct van de huisartsen en specialisten is geconventioneerd.

Zieke zelfstandigen hebben na twee weken recht op uitkering

Zelfstandigen die ziek vallen hebben vanaf 1 januari al na twee weken recht op een uitkering van hun ziekenfonds. Voorlopig hebben zelfstandigen en meewerkende echtgenoten pas na één maand recht op zo’n uitkering. Dat is volgens de regering te lang. Na een zogenaamde carensperiode van twee weken heeft een zelfstandige voortaan recht op een arbeidsongeschiktheidsuitkering. ‘Door de carensperiode te halveren willen we onze zelfstandigen beter beschermen’, aldus minister van Volksgezondheid Maggie De Block. Voor deze maatregel is in 2018 9,4 miljoen euro uitgetrokken.

Ook werkgevers kunnen re-integratietraject opstarten voor wie meer dan twee jaar ziek is

Werknemers kunnen de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer al langer vragen om een re-integratietraject op te starten als ze al langer dan twee jaar arbeidsongeschikt zijn. Vanaf 1 januari kunnen ook werkgevers die vraag stellen. In dat traject moet nagegaan worden of de werknemer via aangepast werk wel opnieuw aan de slag kan.

Volgens cijfers van het ACV gaat het om tienduizenden werknemers die vanaf januari opgeroepen kunnen worden.

Ook ziekteverzekering voor geïnterneerden

Geïnterneerden krijgen vanaf 1 januari een ziekteverzekering, die betaald wordt door het Riziv. Het remgeld wordt betaald door de FOD Justitie. Tot nu hadden geïnterneerden geen verzekering, maar werden ze verzorgd door zorgverleners die door Justitie werden betaald. Dat systeem blijft wel nog gelden voor vreemdelingen zonder recht op verblijf. Volgens het Riziv is 30 procent van de geïnterneerden die vandaag geplaatst zijn in een verzorgingsinstelling, niet aangesloten bij een ziekenfonds. Het wordt de taak van de verzorgingsinstellingen om de geïnterneerden te helpen bij die inschrijving. De maatregel maakt deel uit van het plan van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) om geïnterneerden een volwaardige zorg te geven.

Partner Content