De pijn van het digitaal zijn: we surfen ons letterlijk kreupel

© iStock
Trui Engels
Trui Engels Journalist Knack

Een sms-duim, muisarm, tabletnek, swipe-arm, gameboy-rug, … Door ons aanhoudend surfgedrag en computergebruik worden we overspoeld door allerlei vormen van ’technitis’. Ergonomie-experte Maggy Vincke houdt haar hart vast voor de toekomst van onze jeugd. ‘We hebben verschillende schoenen in de kast staan, waarom hebben we dan maar één computermuis?’

Wie al eens te lang achter een computer zat, kent het ongetwijfeld: een stijve nek, een zware onderarm, stramme vingers,… Sommige beeldschermwerkers hebben er zodanig veel last van dat ze er zelfs werkonbekwaam door worden. De pijnlijke, werkgerelateerde aandoeningen vallen onder de noemer repetitive strain injuries (RSI) en worden veroorzaakt door het herhaaldelijk uitvoeren van eenzelfde beweging.

Sinds 2004 wordt de groep van klachten ook wel benoemd als CANS (complaints of arm, neck and/or shoulder). In België gebruikt men in plaats van RSI ook vaak het ruimere begrip ‘musculoskeletale aandoeningen’ (MSA).

Van kantoorwerkers tot kappers

Het bekendste voorbeeld van RSI is ongetwijfeld de ‘muisarm’, die al sinds de jaren 2000 de moderne werknemer teistert. De muisarm gaat gepaard met een tintelend gevoel, gevoelloosheid of zwelling in de pols of arm en soms ook met spierspanning in de nek en de rug. Maar RSI is meer dan alleen maar een muisarm of tenniselleboog. Het is een vaag, algemeen begrip dat een heel gamma van klachten omvat die te maken hebben met nek, schouders, arm en pols die overbelast worden door langdurig hetzelfde werk te doen. Niet alleen beeldschermwerkers kampen ermee, maar alle mensen die langdurig eenzelfde repetitief werk doen, vooral met hun arm. Zo zijn ook kappers een kwetsbare groep.

Hoe erg het probleem in België is verspreid, is moeilijk na te gaan omdat er in ons land nog maar weinig onderzoek naar RSI-aandoeningen is uitgevoerd. In Nederland ligt dat anders. Daar is RSI veel bekender en beschikt men over meer cijfermateriaal. Eén en ander heeft wellicht te maken met de Nederlandse ‘Arbeidsomstandighedenwet’ die zegt dat de werkgever zelf verantwoordelijk is voor alle kosten die voortkomen uit klachten die te wijten zijn aan een niet goed ingerichte werkplek.

Maggy Vincke is een kinesiste die zich omschoolde tot ergonomisch experte nadat ze in haar praktijk steeds opnieuw mensen zag komen met dezelfde klachten. In plaats van altijd maar de brandjes te blussen, richtte ze Ergo Advice op om mensen vertrouwd te laten worden met ergonomische producten die de oorzaak van RSI aanpakken. Geen overbodige luxe, zo blijkt, want de kennis over ergonomie en ergonomische producten laat soms te wensen over, zelfs bij sommige pas afgestudeerde kinesisten, vindt ze.

‘Jommekesnek’

‘Kinderen in het lager onderwijs klagen al over pijn in de nek of tintelende vingers.’

Maggy Vincke

Tegenwoordig ziet Vincke het aantal gevallen van RSI erg toenemen en dat wijt ze vooral aan het gebruik van de tablet. ‘Het alarmerende is dat het steeds op jongere leeftijd voorkomt’, zegt ze. ‘Nu zie ik soms zeer jonge mensen, 17- en 18-jarigen, met nek- en schouderproblemen of zelfs een nekhernia. Ook kinderen in het lager onderwijs klagen over pijn in de nek of tintelende vingers. Heel veel jongeren zitten al van jonge leeftijd uren aan een stuk in een voorovergebogen, foute houding. Ik houd mijn hart vast voor de toekomst van onze jeugd. Zij zijn heel kwetsbaar omdat ze nog in volle groei zijn. Hun gewrichten en spieren moeten zich nog zetten en vormen.’

De tabletnek mag dan wel eigen zijn aan onze tijd, kinderen in de jaren voor het digitale tijdperk zaten toch ook vaak met hun neus in allerlei boeken? Bestond er dan ook zoiets als een ‘Jommekesnek’? Vincke: ‘Het gewoon naar beneden kijken is minder belastend dan het werken met een tablet waarbij men vrijwel constant aan het scrollen en swipen is. Ook schrijven is minder belastend dan met een tablet werken. Ouders laten hun kinderen vaak als gemakkelijkheidsoplossing op de tablet toe, maar dat zou vooral bij erg jonge kinderen toch wel in tijd beperkt moeten worden. Zo wordt aangeraden om blokken van slechts 10 tot 20 minuten te hanteren, afhankelijk van de leeftijd, met een maximum van één tot twee uur per dag.’

De pijn van het digitaal zijn: we surfen ons letterlijk kreupel
© Getty Images/iStockphoto

De pijn van het digitaal zijn, zou zich echter ook op andere vlakken manifesteren. In de Verenigde Staten loopt een onderzoek naar het verband tussen depressie bij jongeren en het voortdurend in een voorovergebogen, verkeerde houding zitten. Dit is een typische houding die men aanneemt als men bang of verdrietig is. Wie zich gelukkig voelt, gaat vanzelf meer rechtop zitten. Blijkbaar zou dat ook in de omgekeerde richting werken. Jongeren die in een constante ingedeukte houding zitten, zouden daar negatieve psychologische gevolgen van ondervinden.

Muizen en schoenen

Bij volwassenen is de grootste bron van heel wat RSI-ellende zonder twijfel een niet goed ingerichte werkplek. In haar showroom ziet Vincke vaak mensen die al lang op de sukkel zijn. ‘Nooit heeft iemand uit de medische sector eens geïnformeerd naar hun werkomstandigheden. Terwijl acht uur per dag in een verkeerde houding zitten heel vaak de oorzaak van hun klachten is. Als er bovendien niets aan die werkomstandigheden gedaan wordt, gaan mensen vaak hervallen. Neem nu de laptop. Ik zie nog heel vaak mensen die zo’n ding gebruiken. In Nederland is het bij wet verboden om dat langer dan twee uur te doen. Er bestaat gewoon geen ergonomisch verantwoorde manier om een laptop te gebruiken, tenzij je dat doet met een laptopverhoger, een externe muis en een extern toetsenbord. Die spullen kun je kopen voor zo’n 200 euro. Dat zijn geen gigantische kosten.’

‘In Nederland is het bij wet verboden om langer dan twee uur op de laptop tewerken. Er bestaat gewoon geen ergonomisch verantwoorde manier om dat te doen.’

Het gamma aan ergonomische producten is sinds enkele jaren erg uitgebreid. Naast ergonomische muizen, speciale toetsenborden en laptopverhogers zijn er documentenhouders, ergonomische stoelen, verstelbare bureaus, wandeldesks en zelfs deskbikes. Er bestaan ook voetmuizen voor mensen die hun arm echt niet meer kunnen gebruiken. Vincke raadt haar klanten aan om twee of drie verschillende computermuizen te hebben. ‘Mensen bekijken mij soms vreemd als ik dat zeg, maar ik vergelijk het met wandelen. Als ik hen vraag hoeveel uur per dag ze wandelen, is dat meestal niet zo heel veel. Maar als ik vraag hoeveel schoenen ze in hun kast hebben staan, dan kunnen ze die niet op een hand tellen. Voor iets wat je acht uur per dag doet, moet je gewoon goed materiaal hebben. Een tennisspeler komt toch ook met vijf of zes rackets op de baan? Dat vindt iedereen normaal, maar bij twee computermuizen kijkt men raar op.’

Ergonomische spullen zijn een dankbare hulp. Electromyogrammen tonen duidelijk aan dat een ergonomische muis minder spierspanning geeft dan een gewone muis. Maar ergonomie is niet zaligmakend, geeft ook Vincke toe. ‘Het is een combinatie van goed materiaal en regelmatig bewegen. Elke actieve spier produceert afvalstoffen en afvalstoffen die niet afgevoerd kunnen worden, geven prikkeling, verzuring en op termijn ontsteking. Omdat computerwerk statisch is, kunnen die afvalstoffen moeilijk weg. Ook rechtstaand werken is goed, want dan zijn de grootste spieren van het lichaam, de beenspieren, actief waardoor het metabolisme wordt geactiveerd. Maar ook hier pleit ik voor afwisseling. Als men lang recht staat, heeft men de neiging om te gaan doorzakken of op één heup te steunen.’

‘Een autozetel kost veel meer dan een goede bureaustoel, terwijl heel weinig mensen acht uur per dag achter het stuur zitten.’

Wat zal de baas wel niet zeggen?

Vincke is zelf een grote aanhanger van de deskbike of de fietsbureau. Dat lijkt misschien moeilijk, maar dat is het niet. Fietsen is een automatisme, je hoeft er niet over na te denken. Toch laat de grote intrede van de deskbike in bedrijven op zich wachten. ‘Er is wel een zekere interesse, maar dat zal zijn tijd nodig hebben’, weet Vincke. ‘Het spijtige is dat bedrijven meestal pas inzetten op ergonomie als iemand met een voorschrift van de arts of specialist komt. Jammer genoeg moet het eerst tot problemen leiden voor mensen aangepast materiaal krijgen. Bedrijven investeren gigantisch veel in bedrijfswagens, maar hoeveel computermuizen kan je niet kopen voor één bedrijfswagen? De backoffice van een onderneming wordt te vaak wat stiefmoederlijk behandeld in vergelijking met het uiterlijk en het imago van een bedrijf. Een autozetel kost bijvoorbeeld veel meer dan een goede bureaustoel, terwijl heel weinig mensen acht uur per dag achter het stuur zitten.’

Ook het aanmoedigen van een bedrijfscultuur die veel beweging toelaat, is iets waar aan gewerkt moet worden. Mensen hebben vaak nog heel veel schroom om te bewegen op het werk. ‘Hoewel het bewezen is dat wie regelmatig beweegt een betere doorbloeding heeft, meer zuurstof in de hersenen en beter kan nadenken, hebben velen schrik van wat hun baas of collega’s zullen zeggen als ze eens wat vaker recht staan en wat stretchoefeningen doen. We moeten dringend die mentaliteit aanpakken’, besluit Vincke.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content