De nieuwe voedingsadviezen onder de loep: wat moeten we onthouden?

© iStock

Onlangs publiceerde de Hoge Gezondheidsraad nieuwe voedingsaanbevelingen. “En deze keer is het niet zomaar een bijgewerkte versie, maar een volledige herziening.”

De Hoge Gezondheidsraad (HGR) is een onafhankelijk instituut dat als doel heeft de meest recente kennis op het vlak van voeding te verzamelen en dan advies te formuleren voor een meer evenwichtige en gezonde voeding. De wetenschap evolueert voortdurend, en dat geldt net zo goed voor de kennis over voeding. Daarom worden de voedingsaanbevelingen regelmatig geüpdatet door een team van experts.

Diëtiste en voedingsdeskundige Véronique Maindiaux, hoofd van het departement Dieetleer van het Instituut Paul Lambin – Haute École Léonard de Vinci (UCL), werkte mee aan de inmiddels 6e versie van de voedingsaanbevelingen. “Dit is meer dan gewoon een bijgewerkte versie, het werd een volledige herziening. Normen die vroeger gewoon werden overgenomen, zijn ter discussie gesteld, herzien en gewijzigd. De aanbevelingen zijn nu beter gestaafd, beter onderzocht en voor alle voedingsstoffen geüpdatet. We hebben ook de maximale toelaatbare inname – een volledig nieuw concept – toegevoegd, vooral voor vitamines, mineralen en sporenelementen. Ten slotte bevat deze versie praktisch advies, meteen toepasbaar door professionelen binnen de gezondheidszorg of geïnformeerde consumenten.”

Waarom hielden jullie het niet bij de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) nutriënten in onze voeding?

In onze voedingsgewoonten is er te weinig plaats voor peulvruchten

Véronique Maindiaux: We hielden rekening met het feit dat de consument nu toegang heeft tot voedingssupplementen en verrijkte voedingsmiddelen, die soms doses bevatten die niet verantwoord zijn voor de algemene bevolking. Ik heb het dus niet over specifieke gevallen, na een medische diagnose van bepaalde tekorten. We besloten dat het ook handig zou zijn om redelijke grenzen aan te geven, rekening houdend met de voedselinname, maar ook met het gebruik van verrijkte voedingsmiddelen en supplementen. Professionals in de gezondheidszorg hebben nu dus 2 maatstaven ter beschikking om ieders persoonlijke noden te bepalen: de ADH en de maximale doses die beter niet worden overschreden.

Een van de wijzigingen waarop de HGR de nadruk wil leggen, heeft te maken met het aantal calorieën per dag. Wat is er precies gewijzigd?

De nieuwe voedingsadviezen onder de loep: wat moeten we onthouden?

Maindiaux: Om te bepalen hoeveel calorieën een persoon nodig heeft, hebben we meer gedetailleerde profielen opgesteld. Die zijn onmisbaar voor een diëtist of een voedingsdeskundige om iedereen gepast advies te geven. Als de energiebehoefte verkeerd ingeschat wordt, leidt het daarop afgestemde voedingsadvies mogelijk tot overgewicht of gewichtsverlies, of bij kinderen zelfs tot een remming van de groei.

We wisten al dat de energiebehoefte afhankelijk is van de leeftijd, het geslacht en de gebruikelijke lichamelijke activiteit. Vroeger werden op het vlak van lichamelijke activiteit slechts 3 trappen beschreven: licht, middelmatig en zwaar. Vanaf nu werken we met 6 niveaus: inactief, sedentair of weinig actief, matig actief, actief, erg actief en uitgesproken actief. Verder hebben we de formule gewijzigd om het basaal metabolisme – de energiebehoefte in rust om vitale functies te verzekeren – te berekenen, zodat het energieverbruik niet meer overschat wordt.

Dankzij die vooruitgang kunnen profes-sionelen in de gezondheidszorg de nodige energie-inname van een individu of een groep personen (bij het samenstellen van de schoolmaaltijden voor een groep scholieren, bijvoorbeeld) beter inschatten.

Ook het advies omtrent vetten is nauwkeuriger.

Geef voorkeur aan vetten die bij kamertemperatuur zacht of vloeibaar zijn, zoals oliën of zachte margarines.
Geef voorkeur aan vetten die bij kamertemperatuur zacht of vloeibaar zijn, zoals oliën of zachte margarines.

Maindiaux: Er is vooral meer duidelijkheid over de soorten vetzuren die beperkt moeten worden (verzadigde vetzuren en transvetten) om het risico op obesitas, diabetes type 2 en cardiovasculaire ziekten te verminderen. De inname van essentiële vetzuren, die niet door het lichaam zelf worden aangemaakt, werd ook herzien.

Zo stellen de praktische aanbevelingen onder andere dat je beter dagelijks oliehoudende producten rijk aan essentiële vetzuren consumeert en de voorkeur geeft aan vetten die bij kamertemperatuur zacht of vloeibaar zijn, zoals oliën of zachte margarines. De gekozen olie is bij voorkeur rijk aan omega 3-vetzuren, zoals notenoliën en koolzaadolie.

Het is ook belangrijk de consumptie van vlees en charcuterie te beperken, ten voordele van gevogelte, vis en zeevruchten. Visconserven zijn een eenvoudige manier om meer vis te eten. Een belangrijke boodschap, die ook makkelijk te onthouden is, is dat je het gebruik van harde vetten (bij kamertemperatuur) zoveel mogelijk moet beperken. Het gaat bijvoorbeeld om palmolie, kokosvet, harde margarines en blokken frituurvet, maar ook om vetten van dierlijke oorsprong, zoals boter en room. Om te koken gebruik je dus beter vloeibare dan harde margarine.

Transvetzuren zijn ook te mijden, al heeft de voedingsindustrie moeite gedaan om die minder te gebruiken in verwerkte producten. Ten slotte zijn de aanbevelingen op het vlak van cholesterol wat versoepeld en concentreert men zich voortaan vooral op wie veel cholesterol absorbeert.

De bevolking raakt ook het noorden kwijt als het over suiker gaat. Wat moeten we onthouden?

Maindiaux: Ook voor suiker wilden we meer duidelijkheid scheppen. Vooral belangrijk is het verschil tussen de soorten koolhydraten, die toch onze belangrijkste bron van energie moeten blijven. Die energie halen we vooral uit zetmeelhoudende producten en suikers.

Vruchtensappen, zelfs die ‘zonder toegevoegde suikers’, moeten ook tot de toegevoegde suikers gerekend worden, net zoals frisdrank, limonade, vruchtennectar, enzovoort.

De aanbevelingen benadrukken het belang van meervoudige koolhydraten die we terugvinden in – het liefst volle – granen. Niet-geraffineerde zetmeelhoudende producten zouden de helft van onze inname moeten uitmaken. Dat is in werkelijkheid zeker nog altijd niet het geval, aangezien de Belgen een duidelijke voorkeur hebben voor de geraffineerde vorm: witte rijst en pasta, wit brood, enzovoort.

Verder is er in onze voedingsgewoonten te weinig plaats voor peulvruchten, op het vlak van eiwitten trouwens een uitstekend alternatief voor vlees. Recente studies brachten de consumptie van geraffineerde zetmeelhoudende producten en toegevoegde suikers in verband met een verhoogd risico op obesitas en daaraan verbonden ziekten, terwijl de consumptie van niet-geraffineerde zetmeelhoudende producten en natuurlijke suikers die risico’s blijkt te beperken. Zulke natuurlijke suikers zijn de suikers in fruit en groenten, in tegenstelling tot toegevoegde suikers.

Tot de toegevoegde suikers behoren witte suiker, bruine suiker, rietsuiker, kokossuiker, agavesiroop, vruchtensiropen, ahornsiroop, maissiroop, maar ook honing. Die alternatieven voor witte suiker, die als gezonder worden voorgesteld, zijn echter ook rijk aan vrije suikers, en dus om dezelfde reden te mijden. Vruchtensappen, zelfs die ‘zonder toegevoegde suikers’, moeten ook tot de toegevoegde suikers gerekend worden, net zoals frisdrank, limonade, vruchtennectar, enzovoort.

De nieuwe aanbevelingen maken ook een balans op voor calcium en vooral voor melk. Wat is het advies?

Maindiaux:

De aanbevolen inname van calcium werd licht verhoogd, van 900 tot 950 mg per dag. Voor zwangere vrouwen en ouderen geldt een verlaging. De invloed van calcium op de botdensiteit en heel wat andere functies werd bevestigd. Je kunt voldoende calcium uit de voeding halen, vooral via zuivelproducten of verrijkte producten.

Wie melk niet vertrouwt, verkiest andere bronnen, zoals water dat rijk is aan calcium, plantaardige alternatieven, groenten of schaaldieren. Die voedingsmiddelen bevatten inderdaad calcium, maar water rijk aan calcium, bijvoorbeeld, bevat veel minder calcium dan zuivelproducten. De plantaardige alternatieven zijn gepast op voorwaarde dat ze met calcium verrijkt zijn. En wat schaaldieren betreft: die eet je niet elke dag. Maar de nood aan calcium is wel een dagelijks feit. Je moet dus kiezen voor bronnen die elke dag in voldoende calcium kunnen voorzien.

De te hoge zoutconsumptie blijft een probleem. Moet de norm van 5 gram per dag niet versoepeld worden?

Elke consument heeft de verantwoordelijkheid om op de een of andere manier minder kwistig met het zoutvaatje om te gaan.
Elke consument heeft de verantwoordelijkheid om op de een of andere manier minder kwistig met het zoutvaatje om te gaan.

Maindiaux: Het is inderdaad moeilijk om deze aanbeveling te respecteren, maar ze moet zo streng blijven omdat ze gebaseerd is op medische vaststellingen. Een consumptie boven die grens is niet goed voor de gezondheid. Toch blijven we in België gemiddeld 10 gram zout per dag consumeren. We moeten dus manieren vinden om daar verandering in te brengen. En dan heeft elke consument de verantwoordelijkheid om op de één of andere manier minder kwistig met het zoutvaatje om te gaan. Je kunt kruiden verkiezen of bereidingswijzen die de smaak van de voedingsmiddelen beter behouden, zoals stomen, of bijvoorbeeld minder zout toevoegen aan het kookwater.

De voedingsindustrie doet moeite op het vlak van bereide maaltijden, maar die verandering kan alleen geleidelijk doorgevoerd worden, om de consument, die zo aan de smaak van zout gewend is, langzaam mee te krijgen.

Voor wie zijn de aanbevelingen bestemd?

Maindiaux: In de eerste plaats voor professionelen in de gezondheidszorg. Maar ook de autoriteiten bevoegd voor de volksgezondheid hebben er iets aan. Ten slotte kunnen ze nuttig zijn voor de voedingsindustrie om hun producten aan te passen. Uiteraard kan ook de voedingsbewuste consument er aanwijzingen in vinden om zijn voedingskeuzes te sturen.

(Carine Maillard)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content