Jos Vranckx

‘De mens is lichaam én geest: stel de patiënt centraal, niet alleen zijn zieke orgaan’

Jos Vranckx journalist en auteur

‘Het wordt tijd dat we loskomen van de scheiding tussen geestelijke en fysieke gezondheid’, stelt Jos Vranckx. ‘Een goede dokter kan heel goed een placebo-effect teweegbrengen, door aandacht en empathie te hebben voor zijn patiënt.’

“We zijn het probleem al jaren aan het behandelen en toch wordt het alleen groter. We zijn niet goed bezig en we moeten de intellectuele eerlijkheid hebben om dat te erkennen.” Deze uitspraak van de prominente neurochirurg Erik Van der Kelft in Knack, naar aanleiding van het toenemend aantal patiënten met lage rugpijn, kan gelden voor de héle gezondheidszorg.

Stel de mens centraal, niet alleen zijn zieke orgaan.

“Wij hebben gefaald”, verklaarde de arts-farmacoloog Ivan Wolffers, auteur van ondermeer het bekende handboek over medicijnen, in zijn afscheidsrede van de universiteit in 2014. “Ja, we zijn goed in staat gebleken mensen in leven te houden, het chronisch lijden daarmee te verlengen en ja, dat kost steeds meer geld want de kosten van nieuwe medicijnen blijven stijgen en goedkope innovaties bestaan niet meer. De kosten zijn tijdelijk een paar jaar af te remmen, maar het volume neemt toe en op langere termijn stijgen ze. Uiteindelijk gaat de zorg zoals die nu functioneert failliet.”

Oorzaak daarvan is dus in de eerste plaats de exponentiële toename van de meest diverse chronische ziekten en complexe syndromen waarvoor in vele gevallen, zoals bij lage rugpijn, geen aanwijsbare oorzaak te vinden is. Het courante biomedische model – een klacht is het gevolg van een ziekte in ofwel het lichaam ofwel de geest – blijkt veel te beperkt om deze ‘epidemie’ te begrijpen en te behandelen. Veel meer dan symptoombestrijding kan men niet doen.

De toename van het aantal langdurig zieken, ook steeds meer jonge mensen en kinderen, heeft niet alleen als gevolg een almaar toenbemende arbeidsongeschiktheid maar tegelijk ook meer medicatiegebruik, medische tests, scans en ingrepen, en druk op huisartsen en op ziekenhuizen. Zoals ik in mijn boek in 2008 heb beschreven, is voor dit scenario jaren geleden al gewaarschuwd door prominente medici, sociologen en economen, maar is dat nooit tot het beleid doorgedrongen. Alle trends van destijds, ook inzake psychiatrie en zelfdoding, zijn sindsdien alleen maar sterker geworden.

In de praktijk gaan we nog steeds uit van een dualistisch mensbeeld waarbij het lichaam bijna mechanisch wordt bekeken.

Soms heeft een samenleving een blinde vlek voor wat onder de oppervlakte gist, ook inzake geestelijke gezondheid. Een verklaring daarvoor is dat het debat over de gezondheidszorg grotendeels wordt bepaald door de machtigste spelers, de farma-industrie en de universitaire medische specialisten, en dat media en publieke opinie zich vooral focussen op de harde geneeskunde en de successen ervan. Niet-invasieve behandelingen krijgen veel minder aandacht. En de lijdensweg van de tienduizenden chronisch zieken is veel minder sexy.

In de praktijk gaan we nog steeds uit van een dualistisch mensbeeld waarbij het lichaam bijna mechanisch wordt bekeken, iets buiten ons eigenlijke zelf, met onderdelen die gerepareerd of biochemisch gemanipuleerd kunnen worden. Die aanpak levert natuurlijk schitterende resultaten op, vooral in de acute geneeskunde, maar leidt ook tot onnodige operaties, zoals Van der Kelft aanklaagt, of een uit de hand lopende medicalisering van het leven, zoals Ivan Wolffers die op de korrel neemt (ook al zijn medicamenten zijn vakgebied).

Het lichaam vertelt wat de geest niet zeggen kan

Het wordt dus tijd dat we loskomen van het vakjesdenken en de scheiding tussen geestelijke en fysieke gezondheid. Een meer inclusieve benadering biedt perspectieven om het tij te keren. De jongste jaren is op dat gebied baanbrekend wetenschappelijk onderzoek gebeurd, wereldwijd, maar de resultaten ervan dringen maar mondjesmaat door, zeker ook omdat er economische belangen en medische machtsposities en dogma’s op het spel staan.

Vooral sinds 2000 is veel onderzoek gebeurd naar de interactie tussen brein (emoties), zenuwstelsel en immuunsysteem – de psychoneurobiologie – ook aan topuniversiteiten als de Harvard Medical School. Het stimuleren van de natuurlijke immuniteit staat daarbij centraal. Emoties – al dan niet bewust – zetten in het brein processen in werking, die de genezing kunnen bevorderen of bijvoorbeeld pijn doen verdwijnen. Aangenomen wordt dat het succes van een medicijn of behandeling voor 30% tot 80% het gevolg is van het placebo-effect: de verwachting dat bijvoorbeeld een pil werkt. Maar dat effect speelt evenzeer bij gewone medische behandelingen, als de arts of hulpverlener zich bewust is van het belang van zorg, van persoonlijk en lichamelijk contact, medeleven, heldere informatie…

Een goede dokter kan heel goed een placebo-effect teweegbrengen, door aandacht en empathie te hebben voor zijn patiënt.

Dick Bijl, epidemioloog

“Een goede dokter kan heel goed een placebo-effect teweegbrengen, door aandacht en empathie te hebben voor zijn patiënt. Daar heeft hij geen psychofarmaca voor nodig. Therapeutische methoden zónder geneesmiddelen zijn in de meeste gevallen een prima keus,” zegt bijvoorbeeld de Nederlandse epidemioloog Dick Bijl.

Professor Andrea Evers van de afdeling gezondheids-, medische en neuropsychologie van de Universiteit Leiden ontwikkelt therapieën die medicijnen min of meer kunnen vervangen en de gezondheidszorg kunnen optimaliseren. “Wat je doet en denkt heeft invloed op je gezondheid. Met verwachtingen kun je enorme lichamelijke reacties op gang brengen, ook ingeval van ontstekingen en allergieën. We kunnen het lichaam – het immuunsysteem – leren een fysiologische reactie op gang te brengen, vergelijkbaar met een geneesmiddel.”

Gastro-enteroloog Guy Boeckxstaens (KU Leuven) deed onderzoek naar de gevolgen van de grootschalige drinkwatervervuiling in Schelle en Hemiksem in 2010, die een acute uitbraak van gastro-enteritis tot gevolg had. Hij stelde vast dat wie met angstige of depressieve gevoelens kampte, meer risico liep op het chronische prikkelbare-darmsyndroom, een moeilijk te behandelen en erg belastende ziekte. “Dit onderzoek toont eens te meer het belang van geestelijke gezondheidszorg en sociale bijstand aan”, aldus prof. Boeckxstaens.

Het fysiek ziek worden kan een – onbewuste – schreeuw zijn om aandacht en wat liefde.

Het lichaam vertelt wat de geest niet zeggen kan (somatisering). Emoties zijn ook biologie. Het fysiek ziek worden kan een – onbewuste – schreeuw zijn om aandacht en wat liefde. Probleem is dat bij het brede publiek en zeker bij patiënten er een ingebakken weerstand bestaat tegen de gedachte dat ziekten min of meer verband houden met emoties en het onderbewustzijn – “tussen de oren” zit. Begrijpelijk, geeft de Nederlandse specialist onverklaarde ziekten Marten Klaver toe, “want zodra je erkent dat emoties een rol spelen, erken je eigen verantwoordelijkheid. Dat voelt – in onze cultuur – al gauw als eigen schuld. Het is natuurlijk veel comfortabeler om de oorzaak buiten jezelf te leggen.” Maar daarmee ben je natuurlijk niet echt geholpen…

Evidence based

In de moderne gezondheidszorg worden diagnoses, behandelingen en beleidskeuzes steeds meer bepaald door technologie, management en efficiëntie, wetenschappelijke modellen en protocollen. De therapeutische potentie van aandacht voor de persoon en rechtstreeks contact is zwaar in de verdrukking gekomen.

In een meer holistisch mensbeeld betekent lichamelijkheid en zintuiglijkheid een belangrijke weg naar heling van de hele mens. Ze milderen de angst en bevorderen het vertrouwen. Vandaar het bijzondere belang van paramedische beroepen als kinesisten, ergotherapeuten, osteopathen, chiropractici en verpleegkundigen. Het verklaart ook het succes van acupunctuur. De combinatie van aandacht voor het verhaal van de patiënt en het aanraken/verzorgen/manueel behandelen kan helpen om complexe psychische kwetsuren, zoals bij eetstoornissen of zelfverminking, te helen, zoals hoogleraar kinesitherapie Eddy Neerinckx (KU Leuven) stelt. Ook op dit gebied zou de scheiding tussen ‘puur’ psychologische en ‘puur’ fysieke zorg doorbroken moeten worden. (Dat gebeurt binnenkort enigszins voor CVS- en fybromyalgie-patiënten dankzij een verruiming van de terugbetaling voor kine.)

Dat de mogelijkheden van integratieve zorg ondergewaardeerd worden, komt zeker ook omdat ze moeilijk te vatten is in een evidence based-medisch model, waarin alleen harde data tellen.

Gezondheidszorg is geen exacte wetenschap, omdat ze te maken heeft met relaties en emoties, met economische, ecologische, sociale en culturele contexten, met zingeving. Al deze factoren beïnvloeden elkaar.

“Als we nu de omslag niet kunnen maken naar een zorg die preventie als prioriteit stelt, gaan we het in de toekomst niet redden”, waarschuwde professor Wolffers in zijn afscheidsrede. Daartoe is nodig dat er enig tegengewicht komt voor het dualistische, biomedische model met zijn overwaardering van technologie en farmaceutica, van regulering en protocollen. En dat er meer geïnvesteerd wordt in studies naar de oorzaken, naar preventie aan de basis, naar niet-invasieve, psychotherapeutische en psychosomatische behandelingen.

Manipulatie van de prijzen van medicijnen zal niets oplossen. Er is een heroriëntatie nodig naar een meer integrerende, meer inclusieve kijk op ziekte en gezondheid, met minder medisch consumentisme en meer ‘empowerment’. Positieve voorbeelden daarvan zijn de nazorgprogramma’s voor borstkankerpatiënten en hartpatiënten in sommige ziekenhuizen. En natuurlijk de wijkgezondheidscentra in sommige steden: een innoverend initiatief dat afrekent met de prestatiegeneeskunde en focust op een meer duurzame preventie. Mogelijk zal ook de vervrouwelijking van het artsenberoep een meer holistische of empathische geneeskunde bevorderen.

Ondanks de schijn van het tegendeel zijn er dus perspectieven geopend voor een transitie naar een humanisering van geneeskunde en gezondheidszorg, met oog voor de mens als eenheid lichaam-geest en – voor de liefhebbers – ziel. En waarin de patiënt centraal staat, en niet enkel zijn zieke orgaan. Of zijn lage rug.

Jos Vranckx is voormalig gezondheidsjournalist van Gazet van Antwerpen en auteur van ‘Geloof als geneesmiddel. De vergeten factor X?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content