De CrossFit-rage gewikt en gewogen

© getty
Jan Etienne
Jan Etienne Redacteur Bodytalk

CrossFit, een commerciële fitnessmethode die boomt in Vlaanderen en de wereld, presenteert zich als ‘de meest complete sport’. Hoe geloofwaardig is die claim?

CrossFit verkoopt zich als een vernieuwend, alomvattend bewegingsconcept, als een levensstijl en -filosofie en als de ‘meest complete sport’ die er is. Het noemt zich geschikt voor alle persoonlijke doelen, van gewichtsverlies tot sterkere fysieke prestaties en een algemeen betere gezondheid. Op de CrossFit Games worden elk jaar weliswaar ‘de fitste vrouwen en mannen ter wereld’ bekroond, maar excellentie is niet het doel: iedereen kan ermee aan de slag. Het is niet verwonderlijk dat een commercieel bedrijf met zulke straffe claims uitpakt, maar zijn ze ook geloofwaardig?

Hoge intensiteit

CrossFit berust vooral op ‘hoge-intensiteit- interval-training’ (HIIT), een trainingsvorm die in de klassieke fitness weinig aan bod komt. Het principe is dat je de spieren met explosieve inspanningen prikkelt om zich te versterken, maar de inspanningen zo kort houdt dat de spieren geen noemenswaardige schade oplopen. Het is een interessante vorm van trainen, waarvan bewezen is dat hij een gunstig effect heeft op de conditie en de kracht. Toch heeft hij ook beperkingen. Explosieve inspanningen houden een risico op overbelasting in. Die grens moet individueel goed bewaakt worden: te licht voor de ene is te zwaar voor de andere.

Bovendien hebben veel fitnessers de neiging blind het principe ‘zonder pijn geen winst’ (no pain no gain) te hanteren. Versta: je moet doorgaan tot je niet meer kunt. Spierschade kan dan het gevolg zijn. Op zich is ook dat niet erg, maar hoe meer schade, hoe langer het duurt om die te herstellen is. Bij HIIT volgens de regels is er weinig tot geen schade en kun je snel, na 1 of 2 dagen, aan een volgende reeks beginnen. Bij lange zware oefeningen heb je meer dagen rust nodig. Alles is een kwestie van het juiste evenwicht tussen belasting en rust om de spieren tijd te geven voor herstel en versterkende opbouw. Zolang dat evenwicht gerespecteerd wordt, is alles oké.

Het principe is dat je de spieren met explosieve inspanningen prikkelt om zich te versterken.

Neveneffecten

Een tweede positief aspect van CrossFit is dat het kracht toevoegt aan conditietraining. Van duursporters is geweten dat hun uithouding top is, maar dat ze krachtinspanningen vaak niet goed aankunnen. Toch is bewezen dat ze beter worden door ook op kracht te trainen. Veel fitnessprogramma’s missen die combinatie. CrossFit heeft dan weer het nadeel dat het aspect uithouding wat in gebreke blijft, omdat hoogintensieve training alleen niet volstaat. Er is weliswaar een effect, maar met korte sprinttrainingen alleen raak je nooit in conditie voor pakweg een marathon. En dus zijn ook lange, minder blitse en soms ietwat vervelende duurtrainingen nodig om inderdaad een complete sportman of -vrouw te worden. Wie duur en kracht in evenwicht kan houden, zit gebeiteld.

Rages zoals CrossFit kunnen ook minder fijne neveneffecten veroorzaken. Het grote succes van start-to-run werd helaas gevolgd door een golf van overbelastingsletsels. En niets is nadeliger voor een ontluikende sportcarrière dan een kwetsuur, want ze beknot de zin om door te zetten.

Zware gewichten

Het risico op letsels lijkt voor CrossFit wel niet groter dan voor andere sporten. Toch is het uitkijken met zware gewichten, want nogal wat CrossFitters raken geblesseerd aan schouders en rug. Soms zwaar, met letsels die maandenlang revalidatie vragen en zelfs operatief herstel. Dat ze meer geblesseerd raken dan gewichtheffers heeft wellicht meer te maken met overbelasting en een slechte techniek dan met het gewicht op zich. Jongeren zijn vaker geblesseerd – vermoedelijk speelt jeugdige overmoed een rol. Toch lopen ervaren CrossFitters meer en zwaardere letsels op dan beginners. Vrouwen hebben minder schouder- en rugletsels, misschien omdat ze minder neigen tot krachtpatserij.

Een specifiek risico voor vrouwen is urine-incontinentie door een zwakke bekkenbodem. De problematiek is vergelijkbaar met die bij gewichtheffers en groter dan gemiddeld in de bevolking. Het verdient gepaste aandacht. En preventieve oefeningen, zoals bekkenbodemversterkende oefeningen.

Te oud ben je nooit, want er zijn geen aanwijzingen dat oudere mensen een groter risico op letsels lopen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content