‘Correlatie tussen hoogspanningslijnen en kinderleukemie staat niet gelijk met bewijs’
Dat er een correlatie is tussen blootstelling aan hoogspanningslijnen en het voorkomen van kinderleukemie betekent niet dat er een wetenschappelijk bewijs is geleverd van een oorzakelijk verband. Dat zegt de Belgische bioloog en professor biomedische wetenschappen en toxicologie aan de UAntwerpen Luc Verschaeve.
De Belgische expert reageert op het rapport van de Nederlandse Gezondheidsraad dat eerder op de dag bekendraakte en dat wijst op een mogelijk verband tussen stroomdraden en kinderleukemie.
‘Het Nederlandse rapport zegt niets wezenlijk nieuws in vergelijking met een gelijkaardig rapport uit 2002 van het Internationale Agentschap voor onderzoek naar kanker, een afdeling van de Wereldgezondheidsorganisatie’, zegt Verschaeve. ‘Ook toen werd er al gewezen op een correlatie van blootstelling aan hoogspanningslijnen en het voorkomen van leukemie bij kinderen.
‘Maar een correlatie is op zich geen wetenschappelijk bewijs. Anderzijds kun je de aanwijzing ook niet negeren en is het goed om er rekening mee te houden. Zo worden tegenwoordig bij nieuwe projecten in Vlaanderen bepaalde regels in acht genomen bij het inplannen van nieuwe hoogspanninglijnen.’
‘Dat klopt’, zegt Brigitte Borgmans, woordvoerster van het Departement Omgeving. ‘We gebruiken een nieuw rekenmodel om te bepalen welk ontwikkelingsscenario de minste blootstelling veroorzaakt. Het gaat over de inplanting van woningen, sportterreinen en jeugdverblijven. Het rekenmodel wordt ook gebruikt bij advisering van ontwikkelingsplannen in de buurt van hoogspanningslijnen of bij de beoordeling van verschillende scenario’s bij de aanleg van nieuwe hoogspanningslijnen.’
‘Als je het rekenmodel toepast voor blootstelling aan magnetische velden voor heel Vlaanderen, dan blijkt dat 0.7 procent van het Vlaamse grondgebied wordt blootgesteld aan meer dan 0.4 microtesla. Vooral de hoogspanningslijnen (96 procent), aangevuld met ondergrondse kabels en transformatiesites blijken de belangrijkste oorzaak van die blootstelling. De 0.4 is een drempelwaarde die uit bevolkingsonderzoek naar voren komt. De drempelwaarde wordt in Vlaanderen gehanteerd als aanbeveling bij nieuwe projecten. Binnenshuis geldt de drempelwaarde van 10 microtesla. Die waarde wordt jaargemiddeld normaal niet overschreden in woningen.’
Borgmans benadrukt dat er op dit moment geen wetenschappelijk onderbouwde studies bestaan die wijzen op andere mogelijke gezondheidseffecten. ‘Ook het Nederlandse rapport houdt een slag om de arm door te spreken van ‘mogelijke’ verbanden’, zegt de woordvoerster van het Omgevingsdepartement.
Professor Verschaeve zegt dat onze Belgische Hoge Gezondheidsraad momenteel werkt aan een nieuw advies in dit verband. Het vorige dateert uit 2008. ‘Maar dat zal wellicht in dezelfde richting gaan als het Nederlandse rapport dat vandaag is bekendgemaakt.’