Binnenvetters riskeren een infarct

Niet de opgejaagde stresskonijnen zetten hun hart onder druk. Wel de uiterlijk kalme types die hun zorgen opkroppen en een façade optrekken. Mensen met dit profiel lopen een verhoogd risico op een hartaanval.

Een hartinfarct grijpt je letterlijk naar de keel. Mensen die het overleven beschrijven hevige momenten van doodsangst. Nadien de draad terug oppikken, lukt niet altijd even vlot. Sommige mensen blijven zeer angstig, haast depressief, andere gaan zo snel mogelijk over tot de orde van de dag.

De wijze van reageren staat los van de ernst van het infarct. Opvallend is dat mensen die het emotioneel moeilijk blijven hebben, nadien meer lichamelijke klachten en complicaties ontwikkelen. Wie een uitgebreid infarct doormaakt, maar zich nadien goed uit de slag weet te trekken, ontwikkelt achteraf minder complicaties. Uit onderzoek van de Vlaamse psycholoog Johan Denollet (Universiteit Tilburg) blijkt dat de combinatie van twee persoonlijkheidskenmerken – negatieve affectiviteit en sociale inhibitie – het risico op een tweede infarct drie- tot viermaal verhoogt.

Type D persoonlijkheid

Negatieve affectiviteit betekent het ervaren van negatieve gevoelens: zorgen, angstig zijn, zwartkijken, pessimistisch zijn. Sociale inhibitie komt erop neer dat men niet geneigd is negatieve gevoelens te uiten, zogenaamd om anderen te sparen, maar in werkelijkheid om zichzelf te sparen door niet in conflict te treden of vervelende reacties uit te lokken. Denollet noemt de combinatie van beide een type D persoonlijkheid en publiceerde zijn bevindingen in diverse gerenommeerde vakbladen.

Eén kans op vijf

Niet iedereen die moeilijk zijn gevoelens uit is een type D persoonlijkheid. Sommige mensen ervaren gewoon weinig negatieve gevoelens en dus valt er weinig te uiten. Omgekeerd, iemand die zich veel zorgen maakt, maar daar vlot lucht aan geeft, hoort ook niet in de D-categorie thuis.

Negatieve gevoelens en sociale geremdheid moeten beide gedurende een langere periode aanwezig zijn om het risico op hartkwalen te vergroten. Vijfentwintig tot 30 procent van de patiënten in hartrevalidatie heeft een type D persoonlijkheid, tegenover 15 tot 20 procent in de normale populatie.

Type D’s lopen niet alleen drie- tot viermaal meer risico op een nieuw hartinfarct. Na een bypass (overbruggingen) of een stent slibben hun bloedvaten sneller dicht en na een harttransplantatie lopen ze meer kans op afstotingsverschijnselen. Vermits er dubbel zoveel type D personen opduiken op de afdelingen hartrevalidatie als daarbuiten, ligt het voor de hand dat binnenvetters ook meer risico lopen op een eerste infarct.

Marleen Finoulst, Bodytalk

Partner Content