Vooral de voedingsindustrie is verantwoordelijk voor het zout in onze voeding. De consumentenorganisatie Test-Aankoop vraagt een Europese aanpak van het probleem.
De Belgische consument neemt ongeveer 9 g zout per dag op. Dat is drie keer meer dan echt nodig. Drie kwart van het zout in het voedsel krijgt de consument binnen via eetwaren zoals brood, kaas en verwerkte voedingsmiddelen. Zelf zout toevoegen vertegenwoordigt maar 15 procent, 10 procent is van nature in de voeding aanwezig.
Brood en ontbijtgranen
In een onderzoek analyseert consumentenorganisatie Test-Aankoop het natriumgehalte in 161 courante voedingsmiddelen die bekendstaan om hun hoge zoutaanvoer. De grootste zoutbronnen zijn brood en ontbijtgranen (30 pct), fijne vleeswaren (13 pct), kazen (11 pct), kant-en-klare soepen (10 pct), bereide gerechten en conserven (8 pct).
De inspanningen om de zoutaanvoer te verlagen, verschillen niet alleen sterk naargelang van de sector, maar volgens Test-Aankoop ook naargelang van het merk binnen dezelfde productcategorie. Volgens de metingen varieert het zoutgehalte in cornflakes van 1 g zout per 100 g bij Crownfield cornflakes van Lidl tot 2,4 g per 100 g bij Delhaize Bio cornflakes. Tomatensoep met balletjes bevat 0,8 g zout/100 ml bij Aldi, tegenover bijna 2 g/100 ml bij Knorr en Carrefour.
Geen of foute vermelding
Verder blijkt dat 25 procent van de voorverpakte voedingswaren het zoutgehalte niet vermeldt. Wanneer dat wel het geval was, stelde Test-Aankoop bij een op de vier producten een hoger of lager zoutgehalte vast dan vermeld. In België zijn fabrikanten namelijk niet verplicht om het zoutgehalte op het etiket te vermelden.
Test-Aankoop eist een Europees zoutbeleid. Alle producten moeten onderworpen worden aan officiële controles, zoals het geval is bij brood. De organisatie vraagt ook correcte informatie op het etiket en een kleurencodering op de verpakking, zodat de consument makkelijk en meteen kan zien hoeveel zout er in een voedingsmiddel zit. (Belga/TE)
