10 stellingen over griep: ‘Zelfs gewoon met iemand praten kan een virus overdragen’

© iStock

Wetenschappers blijven naarstig kennis over griep verzamelen. Maar de influenzavirussen die de ziekte veroorzaken, laten zich niet zomaar doorgronden. Knack legde tien stellingen over griep voor aan de Vlaamse experts Marc Van Ranst en Xavier Saelens.

De Spaanse griep, die na de Eerste Wereldoorlog toesloeg, doodde tussen de 20 en 50 miljoen mensen. In 2003 doodde het SARS-virus ‘amper’ 800 mensen, maar de globale economische schade van die uitbraak werd begroot op liefst 50 miljard euro. In 2014 rekende de Wereldbank voor dat een epidemie als de Spaanse griep nu een economische schade van liefst 7000 miljard euro zou veroorzaken. Zo’n cijfer jaagt de angst voor een pandemie stevig aan.

Tezelfdertijd laat een groeiend aantal mensen zich niet meer tegen griep inenten, hoewel wetenschappers daar geen enkel risico in zien. Op het internet circuleren verhalen over wat je allemaal kunt krijgen van zo’n vaccinatie – het ene nog gekker dan het andere. Een griepvaccin werkt niet altijd en voor iedereen even goed, maar kwaad kan het nooit.

Als mensen zeggen dat ze ‘een griepje’ hebben, is er van griep meestal geen sprake.

Wetenschappers blijven naarstig kennis over griep verzamelen. Maar de influenzavirussen die de ziekte veroorzaken, laten zich niet zomaar doorgronden. Ze variëren sterk en kunnen sommige jaren zo snel veranderen dat de ontwikkelde vaccins al minder efficiënt zijn tegen de tijd dat we ze toegediend krijgen. De huidige procedure om vaccins te maken kan ook resulteren in veranderingen ín die vaccins, waardoor onze lichaamsafweer een kleiner verband ziet tussen wat het als vaccin binnenkrijgt en het echte virus – een goed vaccin geeft zo’n goed beeld van de mogelijke besmetter dat de afweer die meteen ontdekt als hij een lichaam binnendringt.

Knack legde tien stellingen over griep, gebaseerd op de recente vakliteratuur, voor aan twee Vlaamse virologen: Marc Van Ranst van de KU Leuven, die ook griepcommissaris is, en Xavier Saelens van de Gentse tak aan het Vlaams Instituut voor Biotechnologie.


Stelling 10: Een nieuwe pandemie, zoals de Spaanse griep, is onmogelijk

Saelens: De bevolking verandert altijd wat, en dat werkt in het voordeel van de mensheid. Oudere mensen hebben een bredere immuniteit tegen griepvirussen opgebouwd dan jongere. Ze hebben met H1- en H3-virussen te maken gekregen. Dan kan een nieuw pandemisch virus zich moeilijker wereldwijd manifesteren.

We zien ook dat de globale virussen zwakker worden. In vergelijking met de Spaanse griep was de Mexicaanse griep een watje – de Aziatische griep (1957) en de Hongkonggriep (1968) zaten er qua virulentie tussenin. Ten tijde van de Spaanse griep lag de gemiddelde levensverwachting ook de helft lager dan nu.

Van Ranst: Er is nog maar één pandemie geweest. Erover speculeren is moeilijk, maar je kunt wel wat scenario’s bedenken. De gevaarlijkste griepvirussen komen altijd van dieren, van vogels of varkens. Als die virussen toevallig in de mensenwereld terechtkomen, zal niemand er weerstand tegen hebben. En als ze zich dan zo wijzigen dat ze rechtstreeks van mens op mens worden overgedragen, kunnen we in de problemen komen. De Mexicaanse griep was een zwak virus, maar dat geluk zullen we niet altijd hebben. De Spaanse griep was eerst ook niet echt dodelijk, maar is dat in de loop der jaren wel geworden door mutaties: daardoor kon het virus diep in de longen terechtkomen.

De natuur is veruit de grootste bioterrorist ter wereld, omdat ze veel tijd en mogelijkheden heeft om te experimenteren. Op onze lauweren rusten is geen optie.

Marc Van Ranst en Xavier Saelens organiseren op 7 en 8 februari 2019 een congres over de Spaanse griep. Meer info: vibconferences.be.

Stelling 9: Griep manifesteert zich op het platteland anders dan in een stad (Bron: Science)

In dorpen en kleinere steden zul je veel grotere ziektepieken krijgen dan in steden, waar de besmetting meer gespreid is in de tijd.

Saelens: Dat is een interessante vaststelling, maar ik vraag me af: impliceert ze ook dat de vaccinatieprocedure op het platteland moet verschillen van die in de steden? Dat kan ik niet goed inschatten.

Van Ranst: Virussen houden van steden, omdat ze er veel meer mogelijkheden hebben om zich te verspreiden. Een drukke tram is iets helemaal anders dan een landweggetje.


Stelling 10: Een nieuwe pandemie, zoals de Spaanse griep, is onmogelijk

Saelens: De bevolking verandert altijd wat, en dat werkt in het voordeel van de mensheid. Oudere mensen hebben een bredere immuniteit tegen griepvirussen opgebouwd dan jongere. Ze hebben met H1- en H3-virussen te maken gekregen. Dan kan een nieuw pandemisch virus zich moeilijker wereldwijd manifesteren.

We zien ook dat de globale virussen zwakker worden. In vergelijking met de Spaanse griep was de Mexicaanse griep een watje – de Aziatische griep (1957) en de Hongkonggriep (1968) zaten er qua virulentie tussenin. Ten tijde van de Spaanse griep lag de gemiddelde levensverwachting ook de helft lager dan nu.

Van Ranst: Er is nog maar één pandemie geweest. Erover speculeren is moeilijk, maar je kunt wel wat scenario’s bedenken. De gevaarlijkste griepvirussen komen altijd van dieren, van vogels of varkens. Als die virussen toevallig in de mensenwereld terechtkomen, zal niemand er weerstand tegen hebben. En als ze zich dan zo wijzigen dat ze rechtstreeks van mens op mens worden overgedragen, kunnen we in de problemen komen. De Mexicaanse griep was een zwak virus, maar dat geluk zullen we niet altijd hebben. De Spaanse griep was eerst ook niet echt dodelijk, maar is dat in de loop der jaren wel geworden door mutaties: daardoor kon het virus diep in de longen terechtkomen.

De natuur is veruit de grootste bioterrorist ter wereld, omdat ze veel tijd en mogelijkheden heeft om te experimenteren. Op onze lauweren rusten is geen optie.

Stelling 9: Griep manifesteert zich op het platteland anders dan in een stad (Bron: Science)

Stelling 8: Een langdurig universeel vaccin tegen griep is een utopie (Bronnen: Human Gene Therapy, Cell en Vaccine)

Het is de ultieme droom: een vaccin dat jaren meegaat en wereldwijd gebruikt kan worden. Daartoe moeten we een stukje van het virus vinden dat bijna niet verandert én een vaccin ontwikkelen dat de afweer efficiënt kan wapenen om dat stukje te detecteren. Ook de productiemethode moet verbeterd worden. Nu wordt een griepvaccin gekweekt in kippeneieren, maar tijdens de kweek kunnen er in het vaccin zelf veranderingen optreden – waardoor het niet meer het gewenste effect heeft.

Van Ranst: Tien jaar geleden heb ik voorspeld: ‘Over tien jaar zullen we een universeel vaccin tegen griep hebben.’ Het is er nog altijd niet, dus zo’n uitspraak zal ik niet opnieuw doen. Alle grote farmabedrijven hebben een soort universeel vaccin in de pijplijn dat een jaar of vijf zou kunnen werken. Maar ze brengen het niet op de markt, onder meer omdat het vijf keer duurder zou zijn dan de huidige vaccins. Het is wachten op het eerste bedrijf dat ermee naar buiten komt. Ik gok op een kleine speler die de kar zal durven trekken.

Saelens: We werken hard aan een universeel vaccin. Er zijn experimentele vaccins die goed werken in proefdieren, maar de stap naar de mens is nog niet gezet. Voorbereidende klinische tests zijn er wel al geweest, rond de veiligheid van toediening.

Meestal biedt een breed vaccin ook minder bescherming dan de huidige vaccins, die goed met het virus matchen. En dan bots je op de toelatingsprocedures, die stellen: ‘Een middel komt alleen in aanmerking voor terugbetaling als het beter is dan wat al op de markt is.’ Je kunt ook heel verschillende componenten in één vaccin brengen, maar dat vereist ingewikkelde klinische studies. We zijn er nog niet.


Stelling 9: Griep manifesteert zich op het platteland anders dan in een stad (Bron: Science)

In dorpen en kleinere steden zul je veel grotere ziektepieken krijgen dan in steden, waar de besmetting meer gespreid is in de tijd.

Saelens: Dat is een interessante vaststelling, maar ik vraag me af: impliceert ze ook dat de vaccinatieprocedure op het platteland moet verschillen van die in de steden? Dat kan ik niet goed inschatten.

Van Ranst: Virussen houden van steden, omdat ze er veel meer mogelijkheden hebben om zich te verspreiden. Een drukke tram is iets helemaal anders dan een landweggetje.


Stelling 10: Een nieuwe pandemie, zoals de Spaanse griep, is onmogelijk

Saelens: De bevolking verandert altijd wat, en dat werkt in het voordeel van de mensheid. Oudere mensen hebben een bredere immuniteit tegen griepvirussen opgebouwd dan jongere. Ze hebben met H1- en H3-virussen te maken gekregen. Dan kan een nieuw pandemisch virus zich moeilijker wereldwijd manifesteren.

We zien ook dat de globale virussen zwakker worden. In vergelijking met de Spaanse griep was de Mexicaanse griep een watje – de Aziatische griep (1957) en de Hongkonggriep (1968) zaten er qua virulentie tussenin. Ten tijde van de Spaanse griep lag de gemiddelde levensverwachting ook de helft lager dan nu.

Van Ranst: Er is nog maar één pandemie geweest. Erover speculeren is moeilijk, maar je kunt wel wat scenario’s bedenken. De gevaarlijkste griepvirussen komen altijd van dieren, van vogels of varkens. Als die virussen toevallig in de mensenwereld terechtkomen, zal niemand er weerstand tegen hebben. En als ze zich dan zo wijzigen dat ze rechtstreeks van mens op mens worden overgedragen, kunnen we in de problemen komen. De Mexicaanse griep was een zwak virus, maar dat geluk zullen we niet altijd hebben. De Spaanse griep was eerst ook niet echt dodelijk, maar is dat in de loop der jaren wel geworden door mutaties: daardoor kon het virus diep in de longen terechtkomen.

De natuur is veruit de grootste bioterrorist ter wereld, omdat ze veel tijd en mogelijkheden heeft om te experimenteren. Op onze lauweren rusten is geen optie.

Stelling 8: Een langdurig universeel vaccin tegen griep is een utopie (Bronnen: Human Gene Therapy, Cell en Vaccine)

Stelling 7: Het vaccin voor deze winter zal weinig efficient zijn (Bron: Clinical Infectious Diseases)

Het zou dezelfde gereduceerde efficiëntie hebben als het vaccin van de voorbije twee winters.

Saelens: Daar zit een grond van waarheid in. In Australië hadden ze dit voorjaar gelukkig een zwak griepseizoen, en meestal zien we de Australische situatie een half jaar later bij ons terug. Het blijft koffiedik kijken, maar de kans is reëel dat we deze winter niet al te veel ellende door griep zullen hebben. Hoe sterker een vaccin afwijkt van het virus, hoe minder efficiënt het is. Maar een vaccin is nooit waardeloos. Zelfs als de match tussen vaccin en virus niet optimaal is, zal er een meetbaar beschermend effect zijn.

Van Ranst: Het effect is altijd moeilijk in te schatten. Sommige vaccins bestaan uit drie componenten, andere uit vier. Die laatste zijn efficiënter, omdat je minder moet gokken op hoe het virus eruit zal zien.


Stelling 8: Een langdurig universeel vaccin tegen griep is een utopie (Bronnen: Human Gene Therapy, Cell en Vaccine)

Het is de ultieme droom: een vaccin dat jaren meegaat en wereldwijd gebruikt kan worden. Daartoe moeten we een stukje van het virus vinden dat bijna niet verandert én een vaccin ontwikkelen dat de afweer efficiënt kan wapenen om dat stukje te detecteren. Ook de productiemethode moet verbeterd worden. Nu wordt een griepvaccin gekweekt in kippeneieren, maar tijdens de kweek kunnen er in het vaccin zelf veranderingen optreden – waardoor het niet meer het gewenste effect heeft.

Van Ranst: Tien jaar geleden heb ik voorspeld: ‘Over tien jaar zullen we een universeel vaccin tegen griep hebben.’ Het is er nog altijd niet, dus zo’n uitspraak zal ik niet opnieuw doen. Alle grote farmabedrijven hebben een soort universeel vaccin in de pijplijn dat een jaar of vijf zou kunnen werken. Maar ze brengen het niet op de markt, onder meer omdat het vijf keer duurder zou zijn dan de huidige vaccins. Het is wachten op het eerste bedrijf dat ermee naar buiten komt. Ik gok op een kleine speler die de kar zal durven trekken.

Saelens: We werken hard aan een universeel vaccin. Er zijn experimentele vaccins die goed werken in proefdieren, maar de stap naar de mens is nog niet gezet. Voorbereidende klinische tests zijn er wel al geweest, rond de veiligheid van toediening.

Meestal biedt een breed vaccin ook minder bescherming dan de huidige vaccins, die goed met het virus matchen. En dan bots je op de toelatingsprocedures, die stellen: ‘Een middel komt alleen in aanmerking voor terugbetaling als het beter is dan wat al op de markt is.’ Je kunt ook heel verschillende componenten in één vaccin brengen, maar dat vereist ingewikkelde klinische studies. We zijn er nog niet.


Stelling 9: Griep manifesteert zich op het platteland anders dan in een stad (Bron: Science)

In dorpen en kleinere steden zul je veel grotere ziektepieken krijgen dan in steden, waar de besmetting meer gespreid is in de tijd.

Saelens: Dat is een interessante vaststelling, maar ik vraag me af: impliceert ze ook dat de vaccinatieprocedure op het platteland moet verschillen van die in de steden? Dat kan ik niet goed inschatten.

Van Ranst: Virussen houden van steden, omdat ze er veel meer mogelijkheden hebben om zich te verspreiden. Een drukke tram is iets helemaal anders dan een landweggetje.


Stelling 10: Een nieuwe pandemie, zoals de Spaanse griep, is onmogelijk

Saelens: De bevolking verandert altijd wat, en dat werkt in het voordeel van de mensheid. Oudere mensen hebben een bredere immuniteit tegen griepvirussen opgebouwd dan jongere. Ze hebben met H1- en H3-virussen te maken gekregen. Dan kan een nieuw pandemisch virus zich moeilijker wereldwijd manifesteren.

We zien ook dat de globale virussen zwakker worden. In vergelijking met de Spaanse griep was de Mexicaanse griep een watje – de Aziatische griep (1957) en de Hongkonggriep (1968) zaten er qua virulentie tussenin. Ten tijde van de Spaanse griep lag de gemiddelde levensverwachting ook de helft lager dan nu.

Van Ranst: Er is nog maar één pandemie geweest. Erover speculeren is moeilijk, maar je kunt wel wat scenario’s bedenken. De gevaarlijkste griepvirussen komen altijd van dieren, van vogels of varkens. Als die virussen toevallig in de mensenwereld terechtkomen, zal niemand er weerstand tegen hebben. En als ze zich dan zo wijzigen dat ze rechtstreeks van mens op mens worden overgedragen, kunnen we in de problemen komen. De Mexicaanse griep was een zwak virus, maar dat geluk zullen we niet altijd hebben. De Spaanse griep was eerst ook niet echt dodelijk, maar is dat in de loop der jaren wel geworden door mutaties: daardoor kon het virus diep in de longen terechtkomen.

De natuur is veruit de grootste bioterrorist ter wereld, omdat ze veel tijd en mogelijkheden heeft om te experimenteren. Op onze lauweren rusten is geen optie.

Stelling 7: Het vaccin voor deze winter zal weinig efficient zijn (Bron: Clinical Infectious Diseases)

Stelling 6: Het virus kan zich verbergen voor onze afweer (Bron: Nature Communications)

Niet alleen wijzigt het virus regelmatig de twee cruciale eiwitten H en N op zijn mantel (waar de vaccins op gebaseerd zijn), het kan een cel ook zo discreet infecteren dat onze afweer het niet eens opmerkt.

Van Ranst: RNA-virussen, zoals het griepvirus, staan erom bekend dat ze gemakkelijk ‘van jasje veranderen’. Elk jaar een zo efficiënt mogelijk vaccin maken is daardoor moeilijk. Eigenlijk zouden we in het voorjaar zes weken extra moeten hebben om te bepalen hoe het griepvirus er in het najaar zal uitzien. Dan zouden we het risico kunnen beperken dat een vaccin slecht werkt. Nu moeten we de analyse te vroeg stoppen, omdat de farmabedrijven anders onvoldoende tijd hebben om vaccins te produceren. Om tijdwinst te boeken, moeten er nieuwe productiemethodes komen, op basis van celculturen.

Saelens: Het is moeilijk te bepalen hoeveel mensen met het virus besmet zijn zonder dat ze symptomen van de ziekte vertonen. Het is theoretisch mogelijk dat iemand met het virus besmet wordt, maar geen enkel symptoom van de ziekte ontwikkelt.


Stelling 7: Het vaccin voor deze winter zal weinig efficient zijn (Bron: Clinical Infectious Diseases)

Het zou dezelfde gereduceerde efficiëntie hebben als het vaccin van de voorbije twee winters.

Saelens: Daar zit een grond van waarheid in. In Australië hadden ze dit voorjaar gelukkig een zwak griepseizoen, en meestal zien we de Australische situatie een half jaar later bij ons terug. Het blijft koffiedik kijken, maar de kans is reëel dat we deze winter niet al te veel ellende door griep zullen hebben. Hoe sterker een vaccin afwijkt van het virus, hoe minder efficiënt het is. Maar een vaccin is nooit waardeloos. Zelfs als de match tussen vaccin en virus niet optimaal is, zal er een meetbaar beschermend effect zijn.

Van Ranst: Het effect is altijd moeilijk in te schatten. Sommige vaccins bestaan uit drie componenten, andere uit vier. Die laatste zijn efficiënter, omdat je minder moet gokken op hoe het virus eruit zal zien.


Stelling 8: Een langdurig universeel vaccin tegen griep is een utopie (Bronnen: Human Gene Therapy, Cell en Vaccine)

Het is de ultieme droom: een vaccin dat jaren meegaat en wereldwijd gebruikt kan worden. Daartoe moeten we een stukje van het virus vinden dat bijna niet verandert én een vaccin ontwikkelen dat de afweer efficiënt kan wapenen om dat stukje te detecteren. Ook de productiemethode moet verbeterd worden. Nu wordt een griepvaccin gekweekt in kippeneieren, maar tijdens de kweek kunnen er in het vaccin zelf veranderingen optreden – waardoor het niet meer het gewenste effect heeft.

Van Ranst: Tien jaar geleden heb ik voorspeld: ‘Over tien jaar zullen we een universeel vaccin tegen griep hebben.’ Het is er nog altijd niet, dus zo’n uitspraak zal ik niet opnieuw doen. Alle grote farmabedrijven hebben een soort universeel vaccin in de pijplijn dat een jaar of vijf zou kunnen werken. Maar ze brengen het niet op de markt, onder meer omdat het vijf keer duurder zou zijn dan de huidige vaccins. Het is wachten op het eerste bedrijf dat ermee naar buiten komt. Ik gok op een kleine speler die de kar zal durven trekken.

Saelens: We werken hard aan een universeel vaccin. Er zijn experimentele vaccins die goed werken in proefdieren, maar de stap naar de mens is nog niet gezet. Voorbereidende klinische tests zijn er wel al geweest, rond de veiligheid van toediening.

Meestal biedt een breed vaccin ook minder bescherming dan de huidige vaccins, die goed met het virus matchen. En dan bots je op de toelatingsprocedures, die stellen: ‘Een middel komt alleen in aanmerking voor terugbetaling als het beter is dan wat al op de markt is.’ Je kunt ook heel verschillende componenten in één vaccin brengen, maar dat vereist ingewikkelde klinische studies. We zijn er nog niet.


Stelling 9: Griep manifesteert zich op het platteland anders dan in een stad (Bron: Science)

In dorpen en kleinere steden zul je veel grotere ziektepieken krijgen dan in steden, waar de besmetting meer gespreid is in de tijd.

Saelens: Dat is een interessante vaststelling, maar ik vraag me af: impliceert ze ook dat de vaccinatieprocedure op het platteland moet verschillen van die in de steden? Dat kan ik niet goed inschatten.

Van Ranst: Virussen houden van steden, omdat ze er veel meer mogelijkheden hebben om zich te verspreiden. Een drukke tram is iets helemaal anders dan een landweggetje.


Stelling 10: Een nieuwe pandemie, zoals de Spaanse griep, is onmogelijk

Saelens: De bevolking verandert altijd wat, en dat werkt in het voordeel van de mensheid. Oudere mensen hebben een bredere immuniteit tegen griepvirussen opgebouwd dan jongere. Ze hebben met H1- en H3-virussen te maken gekregen. Dan kan een nieuw pandemisch virus zich moeilijker wereldwijd manifesteren.

We zien ook dat de globale virussen zwakker worden. In vergelijking met de Spaanse griep was de Mexicaanse griep een watje – de Aziatische griep (1957) en de Hongkonggriep (1968) zaten er qua virulentie tussenin. Ten tijde van de Spaanse griep lag de gemiddelde levensverwachting ook de helft lager dan nu.

Van Ranst: Er is nog maar één pandemie geweest. Erover speculeren is moeilijk, maar je kunt wel wat scenario’s bedenken. De gevaarlijkste griepvirussen komen altijd van dieren, van vogels of varkens. Als die virussen toevallig in de mensenwereld terechtkomen, zal niemand er weerstand tegen hebben. En als ze zich dan zo wijzigen dat ze rechtstreeks van mens op mens worden overgedragen, kunnen we in de problemen komen. De Mexicaanse griep was een zwak virus, maar dat geluk zullen we niet altijd hebben. De Spaanse griep was eerst ook niet echt dodelijk, maar is dat in de loop der jaren wel geworden door mutaties: daardoor kon het virus diep in de longen terechtkomen.

De natuur is veruit de grootste bioterrorist ter wereld, omdat ze veel tijd en mogelijkheden heeft om te experimenteren. Op onze lauweren rusten is geen optie.

Stelling 6: Het virus kan zich verbergen voor onze afweer (Bron: Nature Communications)

Stelling 5: Griep verspreiden kan gewoon via de ademhaling (Bron: Proceedings of the National Academy of Sciences)

Het griepvirus verspreidt zich doorgaans via vochtdruppels. Kleine druppeltjes van enkele nanometers, uitgeblazen met de ademhaling, volstaan.

Saelens: Zelfs gewoon met iemand praten kan een virus overdragen. Of contact hebben met een besmet oppervlak, zoals een deurklink. Druppeltjes uit de ademhaling van enkele nanometers groot kunnen tientallen meters ver reizen. Ze kunnen bij inademing ook dieper in de longen terechtkomen, wat de kans op een longontsteking vergroot. Mondmaskers houden die druppeltjes niet altijd tegen.

Van Ranst: Griep kan ook via andere kanalen dan de longen ons lichaam binnendringen. Weinig mensen weten bijvoorbeeld dat de ogen een bron van infectie kunnen zijn – zeker omdat we er geregeld in wrijven.


Stelling 6: Het virus kan zich verbergen voor onze afweer (Bron: Nature Communications)

Niet alleen wijzigt het virus regelmatig de twee cruciale eiwitten H en N op zijn mantel (waar de vaccins op gebaseerd zijn), het kan een cel ook zo discreet infecteren dat onze afweer het niet eens opmerkt.

Van Ranst: RNA-virussen, zoals het griepvirus, staan erom bekend dat ze gemakkelijk ‘van jasje veranderen’. Elk jaar een zo efficiënt mogelijk vaccin maken is daardoor moeilijk. Eigenlijk zouden we in het voorjaar zes weken extra moeten hebben om te bepalen hoe het griepvirus er in het najaar zal uitzien. Dan zouden we het risico kunnen beperken dat een vaccin slecht werkt. Nu moeten we de analyse te vroeg stoppen, omdat de farmabedrijven anders onvoldoende tijd hebben om vaccins te produceren. Om tijdwinst te boeken, moeten er nieuwe productiemethodes komen, op basis van celculturen.

Saelens: Het is moeilijk te bepalen hoeveel mensen met het virus besmet zijn zonder dat ze symptomen van de ziekte vertonen. Het is theoretisch mogelijk dat iemand met het virus besmet wordt, maar geen enkel symptoom van de ziekte ontwikkelt.


Stelling 7: Het vaccin voor deze winter zal weinig efficient zijn (Bron: Clinical Infectious Diseases)

Het zou dezelfde gereduceerde efficiëntie hebben als het vaccin van de voorbije twee winters.

Saelens: Daar zit een grond van waarheid in. In Australië hadden ze dit voorjaar gelukkig een zwak griepseizoen, en meestal zien we de Australische situatie een half jaar later bij ons terug. Het blijft koffiedik kijken, maar de kans is reëel dat we deze winter niet al te veel ellende door griep zullen hebben. Hoe sterker een vaccin afwijkt van het virus, hoe minder efficiënt het is. Maar een vaccin is nooit waardeloos. Zelfs als de match tussen vaccin en virus niet optimaal is, zal er een meetbaar beschermend effect zijn.

Van Ranst: Het effect is altijd moeilijk in te schatten. Sommige vaccins bestaan uit drie componenten, andere uit vier. Die laatste zijn efficiënter, omdat je minder moet gokken op hoe het virus eruit zal zien.


Stelling 8: Een langdurig universeel vaccin tegen griep is een utopie (Bronnen: Human Gene Therapy, Cell en Vaccine)

Het is de ultieme droom: een vaccin dat jaren meegaat en wereldwijd gebruikt kan worden. Daartoe moeten we een stukje van het virus vinden dat bijna niet verandert én een vaccin ontwikkelen dat de afweer efficiënt kan wapenen om dat stukje te detecteren. Ook de productiemethode moet verbeterd worden. Nu wordt een griepvaccin gekweekt in kippeneieren, maar tijdens de kweek kunnen er in het vaccin zelf veranderingen optreden – waardoor het niet meer het gewenste effect heeft.

Van Ranst: Tien jaar geleden heb ik voorspeld: ‘Over tien jaar zullen we een universeel vaccin tegen griep hebben.’ Het is er nog altijd niet, dus zo’n uitspraak zal ik niet opnieuw doen. Alle grote farmabedrijven hebben een soort universeel vaccin in de pijplijn dat een jaar of vijf zou kunnen werken. Maar ze brengen het niet op de markt, onder meer omdat het vijf keer duurder zou zijn dan de huidige vaccins. Het is wachten op het eerste bedrijf dat ermee naar buiten komt. Ik gok op een kleine speler die de kar zal durven trekken.

Saelens: We werken hard aan een universeel vaccin. Er zijn experimentele vaccins die goed werken in proefdieren, maar de stap naar de mens is nog niet gezet. Voorbereidende klinische tests zijn er wel al geweest, rond de veiligheid van toediening.

Meestal biedt een breed vaccin ook minder bescherming dan de huidige vaccins, die goed met het virus matchen. En dan bots je op de toelatingsprocedures, die stellen: ‘Een middel komt alleen in aanmerking voor terugbetaling als het beter is dan wat al op de markt is.’ Je kunt ook heel verschillende componenten in één vaccin brengen, maar dat vereist ingewikkelde klinische studies. We zijn er nog niet.


Stelling 9: Griep manifesteert zich op het platteland anders dan in een stad (Bron: Science)

In dorpen en kleinere steden zul je veel grotere ziektepieken krijgen dan in steden, waar de besmetting meer gespreid is in de tijd.

Saelens: Dat is een interessante vaststelling, maar ik vraag me af: impliceert ze ook dat de vaccinatieprocedure op het platteland moet verschillen van die in de steden? Dat kan ik niet goed inschatten.

Van Ranst: Virussen houden van steden, omdat ze er veel meer mogelijkheden hebben om zich te verspreiden. Een drukke tram is iets helemaal anders dan een landweggetje.


Stelling 10: Een nieuwe pandemie, zoals de Spaanse griep, is onmogelijk

Saelens: De bevolking verandert altijd wat, en dat werkt in het voordeel van de mensheid. Oudere mensen hebben een bredere immuniteit tegen griepvirussen opgebouwd dan jongere. Ze hebben met H1- en H3-virussen te maken gekregen. Dan kan een nieuw pandemisch virus zich moeilijker wereldwijd manifesteren.

We zien ook dat de globale virussen zwakker worden. In vergelijking met de Spaanse griep was de Mexicaanse griep een watje – de Aziatische griep (1957) en de Hongkonggriep (1968) zaten er qua virulentie tussenin. Ten tijde van de Spaanse griep lag de gemiddelde levensverwachting ook de helft lager dan nu.

Van Ranst: Er is nog maar één pandemie geweest. Erover speculeren is moeilijk, maar je kunt wel wat scenario’s bedenken. De gevaarlijkste griepvirussen komen altijd van dieren, van vogels of varkens. Als die virussen toevallig in de mensenwereld terechtkomen, zal niemand er weerstand tegen hebben. En als ze zich dan zo wijzigen dat ze rechtstreeks van mens op mens worden overgedragen, kunnen we in de problemen komen. De Mexicaanse griep was een zwak virus, maar dat geluk zullen we niet altijd hebben. De Spaanse griep was eerst ook niet echt dodelijk, maar is dat in de loop der jaren wel geworden door mutaties: daardoor kon het virus diep in de longen terechtkomen.

De natuur is veruit de grootste bioterrorist ter wereld, omdat ze veel tijd en mogelijkheden heeft om te experimenteren. Op onze lauweren rusten is geen optie.

Stelling 5: Griep verspreiden kan gewoon via de ademhaling (Bron: Proceedings of the National Academy of Sciences)

Stelling 4: Hoe ouder je bent, hoe groter de risico’s (Bron: The Journal of Infectious Diseases)

Saelens: Deze stelling klopt. De algemene gezondheid van oudere mensen verzwakt, en hun immuunsysteem raakt uitgeput. Vaak hebben ze ook minder weerstand tegen nieuwe griepvirussen, omdat ze er in hun jonge jaren niet mee geconfronteerd zijn.

Van Ranst: Als je ouder wordt, krijg je minder gemakkelijk griep, onder meer omdat je met minder mensen in contact komt. Maar áls het gebeurt, zijn de gevolgen meestal zwaarder.

Oudere mensen hebben drogere slijmvliezen in hun mond en longen dan jongere. Daardoor geven ze de ziekte ook minder gemakkelijk door. Blijven ze in hun leeftijdsgroep, dan vermindert dat de kans op besmetting. Maar als hun kleinkinderen op bezoek komen, of als een kleuterklas met een ziek kind een rusthuis bezoekt, kunnen ze toch besmet worden. Kinderen met griep bij de grootouders droppen: dat is het ergste wat ouders kunnen doen. Oudere mensen zouden ook later gevaccineerd moeten worden dan jongere, omdat zij meestal later in het seizoen besmet worden.


Stelling 5: Griep verspreiden kan gewoon via de ademhaling (Bron: Proceedings of the National Academy of Sciences)

Het griepvirus verspreidt zich doorgaans via vochtdruppels. Kleine druppeltjes van enkele nanometers, uitgeblazen met de ademhaling, volstaan.

Saelens: Zelfs gewoon met iemand praten kan een virus overdragen. Of contact hebben met een besmet oppervlak, zoals een deurklink. Druppeltjes uit de ademhaling van enkele nanometers groot kunnen tientallen meters ver reizen. Ze kunnen bij inademing ook dieper in de longen terechtkomen, wat de kans op een longontsteking vergroot. Mondmaskers houden die druppeltjes niet altijd tegen.

Van Ranst: Griep kan ook via andere kanalen dan de longen ons lichaam binnendringen. Weinig mensen weten bijvoorbeeld dat de ogen een bron van infectie kunnen zijn – zeker omdat we er geregeld in wrijven.


Stelling 6: Het virus kan zich verbergen voor onze afweer (Bron: Nature Communications)

Niet alleen wijzigt het virus regelmatig de twee cruciale eiwitten H en N op zijn mantel (waar de vaccins op gebaseerd zijn), het kan een cel ook zo discreet infecteren dat onze afweer het niet eens opmerkt.

Van Ranst: RNA-virussen, zoals het griepvirus, staan erom bekend dat ze gemakkelijk ‘van jasje veranderen’. Elk jaar een zo efficiënt mogelijk vaccin maken is daardoor moeilijk. Eigenlijk zouden we in het voorjaar zes weken extra moeten hebben om te bepalen hoe het griepvirus er in het najaar zal uitzien. Dan zouden we het risico kunnen beperken dat een vaccin slecht werkt. Nu moeten we de analyse te vroeg stoppen, omdat de farmabedrijven anders onvoldoende tijd hebben om vaccins te produceren. Om tijdwinst te boeken, moeten er nieuwe productiemethodes komen, op basis van celculturen.

Saelens: Het is moeilijk te bepalen hoeveel mensen met het virus besmet zijn zonder dat ze symptomen van de ziekte vertonen. Het is theoretisch mogelijk dat iemand met het virus besmet wordt, maar geen enkel symptoom van de ziekte ontwikkelt.


Stelling 7: Het vaccin voor deze winter zal weinig efficient zijn (Bron: Clinical Infectious Diseases)

Het zou dezelfde gereduceerde efficiëntie hebben als het vaccin van de voorbije twee winters.

Saelens: Daar zit een grond van waarheid in. In Australië hadden ze dit voorjaar gelukkig een zwak griepseizoen, en meestal zien we de Australische situatie een half jaar later bij ons terug. Het blijft koffiedik kijken, maar de kans is reëel dat we deze winter niet al te veel ellende door griep zullen hebben. Hoe sterker een vaccin afwijkt van het virus, hoe minder efficiënt het is. Maar een vaccin is nooit waardeloos. Zelfs als de match tussen vaccin en virus niet optimaal is, zal er een meetbaar beschermend effect zijn.

Van Ranst: Het effect is altijd moeilijk in te schatten. Sommige vaccins bestaan uit drie componenten, andere uit vier. Die laatste zijn efficiënter, omdat je minder moet gokken op hoe het virus eruit zal zien.


Stelling 8: Een langdurig universeel vaccin tegen griep is een utopie (Bronnen: Human Gene Therapy, Cell en Vaccine)

Het is de ultieme droom: een vaccin dat jaren meegaat en wereldwijd gebruikt kan worden. Daartoe moeten we een stukje van het virus vinden dat bijna niet verandert én een vaccin ontwikkelen dat de afweer efficiënt kan wapenen om dat stukje te detecteren. Ook de productiemethode moet verbeterd worden. Nu wordt een griepvaccin gekweekt in kippeneieren, maar tijdens de kweek kunnen er in het vaccin zelf veranderingen optreden – waardoor het niet meer het gewenste effect heeft.

Van Ranst: Tien jaar geleden heb ik voorspeld: ‘Over tien jaar zullen we een universeel vaccin tegen griep hebben.’ Het is er nog altijd niet, dus zo’n uitspraak zal ik niet opnieuw doen. Alle grote farmabedrijven hebben een soort universeel vaccin in de pijplijn dat een jaar of vijf zou kunnen werken. Maar ze brengen het niet op de markt, onder meer omdat het vijf keer duurder zou zijn dan de huidige vaccins. Het is wachten op het eerste bedrijf dat ermee naar buiten komt. Ik gok op een kleine speler die de kar zal durven trekken.

Saelens: We werken hard aan een universeel vaccin. Er zijn experimentele vaccins die goed werken in proefdieren, maar de stap naar de mens is nog niet gezet. Voorbereidende klinische tests zijn er wel al geweest, rond de veiligheid van toediening.

Meestal biedt een breed vaccin ook minder bescherming dan de huidige vaccins, die goed met het virus matchen. En dan bots je op de toelatingsprocedures, die stellen: ‘Een middel komt alleen in aanmerking voor terugbetaling als het beter is dan wat al op de markt is.’ Je kunt ook heel verschillende componenten in één vaccin brengen, maar dat vereist ingewikkelde klinische studies. We zijn er nog niet.


Stelling 9: Griep manifesteert zich op het platteland anders dan in een stad (Bron: Science)

In dorpen en kleinere steden zul je veel grotere ziektepieken krijgen dan in steden, waar de besmetting meer gespreid is in de tijd.

Saelens: Dat is een interessante vaststelling, maar ik vraag me af: impliceert ze ook dat de vaccinatieprocedure op het platteland moet verschillen van die in de steden? Dat kan ik niet goed inschatten.

Van Ranst: Virussen houden van steden, omdat ze er veel meer mogelijkheden hebben om zich te verspreiden. Een drukke tram is iets helemaal anders dan een landweggetje.


Stelling 10: Een nieuwe pandemie, zoals de Spaanse griep, is onmogelijk

Saelens: De bevolking verandert altijd wat, en dat werkt in het voordeel van de mensheid. Oudere mensen hebben een bredere immuniteit tegen griepvirussen opgebouwd dan jongere. Ze hebben met H1- en H3-virussen te maken gekregen. Dan kan een nieuw pandemisch virus zich moeilijker wereldwijd manifesteren.

We zien ook dat de globale virussen zwakker worden. In vergelijking met de Spaanse griep was de Mexicaanse griep een watje – de Aziatische griep (1957) en de Hongkonggriep (1968) zaten er qua virulentie tussenin. Ten tijde van de Spaanse griep lag de gemiddelde levensverwachting ook de helft lager dan nu.

Van Ranst: Er is nog maar één pandemie geweest. Erover speculeren is moeilijk, maar je kunt wel wat scenario’s bedenken. De gevaarlijkste griepvirussen komen altijd van dieren, van vogels of varkens. Als die virussen toevallig in de mensenwereld terechtkomen, zal niemand er weerstand tegen hebben. En als ze zich dan zo wijzigen dat ze rechtstreeks van mens op mens worden overgedragen, kunnen we in de problemen komen. De Mexicaanse griep was een zwak virus, maar dat geluk zullen we niet altijd hebben. De Spaanse griep was eerst ook niet echt dodelijk, maar is dat in de loop der jaren wel geworden door mutaties: daardoor kon het virus diep in de longen terechtkomen.

De natuur is veruit de grootste bioterrorist ter wereld, omdat ze veel tijd en mogelijkheden heeft om te experimenteren. Op onze lauweren rusten is geen optie.

Stelling 4: Hoe ouder je bent, hoe groter de risico’s (Bron: The Journal of Infectious Diseases)

Stelling 3: Griep maakt je vatbaarder voor andere ziektes (Bron: The Lancet Respiratory Medicine)

Joost Wauters van de dienst Algemene Inwendige Geneeskunde van het UZ Leuven en zijn team toonden aan dat mensen met een ernstige griep drie keer meer kans hebben op een dodelijke schimmelinfectie als ze in een ziekenhuis terechtkomen. Van de grieppatiënten die zo’n infectie krijgen, overlijdt bijna de helft.

Van Ranst: Als het influenzavirus longcellen binnendringt, kan het zo veel schade veroorzaken dat ook schimmels en bacteriën er een ingang vinden. Dat kan zelfs rechtstreeks leiden tot een hartinfarct. Een griepvaccin kan, bij de juiste groep patiënten, een minstens even goede bescherming tegen hartinfarcten bieden als de statines die daar nu tegen ingezet worden. En het is zeker veel goedkoper.

Saelens: Antibiotica helpen niet tegen virale infecties als de griep. Maar ze kunnen wel nuttig zijn in de strijd tegen eventuele secundaire bacteriële infecties. Als je een longontsteking boven op een ernstige griep krijgt, is er een groot risico dat je het niet zult overleven.


Stelling 4: Hoe ouder je bent, hoe groter de risico’s (Bron: The Journal of Infectious Diseases)

Saelens: Deze stelling klopt. De algemene gezondheid van oudere mensen verzwakt, en hun immuunsysteem raakt uitgeput. Vaak hebben ze ook minder weerstand tegen nieuwe griepvirussen, omdat ze er in hun jonge jaren niet mee geconfronteerd zijn.

Van Ranst: Als je ouder wordt, krijg je minder gemakkelijk griep, onder meer omdat je met minder mensen in contact komt. Maar áls het gebeurt, zijn de gevolgen meestal zwaarder.

Oudere mensen hebben drogere slijmvliezen in hun mond en longen dan jongere. Daardoor geven ze de ziekte ook minder gemakkelijk door. Blijven ze in hun leeftijdsgroep, dan vermindert dat de kans op besmetting. Maar als hun kleinkinderen op bezoek komen, of als een kleuterklas met een ziek kind een rusthuis bezoekt, kunnen ze toch besmet worden. Kinderen met griep bij de grootouders droppen: dat is het ergste wat ouders kunnen doen. Oudere mensen zouden ook later gevaccineerd moeten worden dan jongere, omdat zij meestal later in het seizoen besmet worden.


Stelling 5: Griep verspreiden kan gewoon via de ademhaling (Bron: Proceedings of the National Academy of Sciences)

Het griepvirus verspreidt zich doorgaans via vochtdruppels. Kleine druppeltjes van enkele nanometers, uitgeblazen met de ademhaling, volstaan.

Saelens: Zelfs gewoon met iemand praten kan een virus overdragen. Of contact hebben met een besmet oppervlak, zoals een deurklink. Druppeltjes uit de ademhaling van enkele nanometers groot kunnen tientallen meters ver reizen. Ze kunnen bij inademing ook dieper in de longen terechtkomen, wat de kans op een longontsteking vergroot. Mondmaskers houden die druppeltjes niet altijd tegen.

Van Ranst: Griep kan ook via andere kanalen dan de longen ons lichaam binnendringen. Weinig mensen weten bijvoorbeeld dat de ogen een bron van infectie kunnen zijn – zeker omdat we er geregeld in wrijven.


Stelling 6: Het virus kan zich verbergen voor onze afweer (Bron: Nature Communications)

Niet alleen wijzigt het virus regelmatig de twee cruciale eiwitten H en N op zijn mantel (waar de vaccins op gebaseerd zijn), het kan een cel ook zo discreet infecteren dat onze afweer het niet eens opmerkt.

Van Ranst: RNA-virussen, zoals het griepvirus, staan erom bekend dat ze gemakkelijk ‘van jasje veranderen’. Elk jaar een zo efficiënt mogelijk vaccin maken is daardoor moeilijk. Eigenlijk zouden we in het voorjaar zes weken extra moeten hebben om te bepalen hoe het griepvirus er in het najaar zal uitzien. Dan zouden we het risico kunnen beperken dat een vaccin slecht werkt. Nu moeten we de analyse te vroeg stoppen, omdat de farmabedrijven anders onvoldoende tijd hebben om vaccins te produceren. Om tijdwinst te boeken, moeten er nieuwe productiemethodes komen, op basis van celculturen.

Saelens: Het is moeilijk te bepalen hoeveel mensen met het virus besmet zijn zonder dat ze symptomen van de ziekte vertonen. Het is theoretisch mogelijk dat iemand met het virus besmet wordt, maar geen enkel symptoom van de ziekte ontwikkelt.


Stelling 7: Het vaccin voor deze winter zal weinig efficient zijn (Bron: Clinical Infectious Diseases)

Het zou dezelfde gereduceerde efficiëntie hebben als het vaccin van de voorbije twee winters.

Saelens: Daar zit een grond van waarheid in. In Australië hadden ze dit voorjaar gelukkig een zwak griepseizoen, en meestal zien we de Australische situatie een half jaar later bij ons terug. Het blijft koffiedik kijken, maar de kans is reëel dat we deze winter niet al te veel ellende door griep zullen hebben. Hoe sterker een vaccin afwijkt van het virus, hoe minder efficiënt het is. Maar een vaccin is nooit waardeloos. Zelfs als de match tussen vaccin en virus niet optimaal is, zal er een meetbaar beschermend effect zijn.

Van Ranst: Het effect is altijd moeilijk in te schatten. Sommige vaccins bestaan uit drie componenten, andere uit vier. Die laatste zijn efficiënter, omdat je minder moet gokken op hoe het virus eruit zal zien.


Stelling 8: Een langdurig universeel vaccin tegen griep is een utopie (Bronnen: Human Gene Therapy, Cell en Vaccine)

Het is de ultieme droom: een vaccin dat jaren meegaat en wereldwijd gebruikt kan worden. Daartoe moeten we een stukje van het virus vinden dat bijna niet verandert én een vaccin ontwikkelen dat de afweer efficiënt kan wapenen om dat stukje te detecteren. Ook de productiemethode moet verbeterd worden. Nu wordt een griepvaccin gekweekt in kippeneieren, maar tijdens de kweek kunnen er in het vaccin zelf veranderingen optreden – waardoor het niet meer het gewenste effect heeft.

Van Ranst: Tien jaar geleden heb ik voorspeld: ‘Over tien jaar zullen we een universeel vaccin tegen griep hebben.’ Het is er nog altijd niet, dus zo’n uitspraak zal ik niet opnieuw doen. Alle grote farmabedrijven hebben een soort universeel vaccin in de pijplijn dat een jaar of vijf zou kunnen werken. Maar ze brengen het niet op de markt, onder meer omdat het vijf keer duurder zou zijn dan de huidige vaccins. Het is wachten op het eerste bedrijf dat ermee naar buiten komt. Ik gok op een kleine speler die de kar zal durven trekken.

Saelens: We werken hard aan een universeel vaccin. Er zijn experimentele vaccins die goed werken in proefdieren, maar de stap naar de mens is nog niet gezet. Voorbereidende klinische tests zijn er wel al geweest, rond de veiligheid van toediening.

Meestal biedt een breed vaccin ook minder bescherming dan de huidige vaccins, die goed met het virus matchen. En dan bots je op de toelatingsprocedures, die stellen: ‘Een middel komt alleen in aanmerking voor terugbetaling als het beter is dan wat al op de markt is.’ Je kunt ook heel verschillende componenten in één vaccin brengen, maar dat vereist ingewikkelde klinische studies. We zijn er nog niet.


Stelling 9: Griep manifesteert zich op het platteland anders dan in een stad (Bron: Science)

In dorpen en kleinere steden zul je veel grotere ziektepieken krijgen dan in steden, waar de besmetting meer gespreid is in de tijd.

Saelens: Dat is een interessante vaststelling, maar ik vraag me af: impliceert ze ook dat de vaccinatieprocedure op het platteland moet verschillen van die in de steden? Dat kan ik niet goed inschatten.

Van Ranst: Virussen houden van steden, omdat ze er veel meer mogelijkheden hebben om zich te verspreiden. Een drukke tram is iets helemaal anders dan een landweggetje.


Stelling 10: Een nieuwe pandemie, zoals de Spaanse griep, is onmogelijk

Saelens: De bevolking verandert altijd wat, en dat werkt in het voordeel van de mensheid. Oudere mensen hebben een bredere immuniteit tegen griepvirussen opgebouwd dan jongere. Ze hebben met H1- en H3-virussen te maken gekregen. Dan kan een nieuw pandemisch virus zich moeilijker wereldwijd manifesteren.

We zien ook dat de globale virussen zwakker worden. In vergelijking met de Spaanse griep was de Mexicaanse griep een watje – de Aziatische griep (1957) en de Hongkonggriep (1968) zaten er qua virulentie tussenin. Ten tijde van de Spaanse griep lag de gemiddelde levensverwachting ook de helft lager dan nu.

Van Ranst: Er is nog maar één pandemie geweest. Erover speculeren is moeilijk, maar je kunt wel wat scenario’s bedenken. De gevaarlijkste griepvirussen komen altijd van dieren, van vogels of varkens. Als die virussen toevallig in de mensenwereld terechtkomen, zal niemand er weerstand tegen hebben. En als ze zich dan zo wijzigen dat ze rechtstreeks van mens op mens worden overgedragen, kunnen we in de problemen komen. De Mexicaanse griep was een zwak virus, maar dat geluk zullen we niet altijd hebben. De Spaanse griep was eerst ook niet echt dodelijk, maar is dat in de loop der jaren wel geworden door mutaties: daardoor kon het virus diep in de longen terechtkomen.

De natuur is veruit de grootste bioterrorist ter wereld, omdat ze veel tijd en mogelijkheden heeft om te experimenteren. Op onze lauweren rusten is geen optie.

Stelling 3: Griep maakt je vatbaarder voor andere ziektes (Bron: The Lancet Respiratory Medicine)

Stelling 2: De eerste griep die je krijgt, bepaalt je latere weerstand tegen de ziekte (Bron: Science)

De ziekte laat een soort ‘geest’ in het immuunsysteem achter, die telkens de kop opsteekt als er tegen een nieuwe besmetting gereageerd moet. Hoe sterker die geest lijkt op een nieuwe besmetting, hoe efficiënter de reactie.

Saelens: Kinderen worden gemakkelijker besmet met griep dan volwassenen. Ze reageren er meestal ook sterker op. De Mexicaanse griep trof in 2009 wereldwijd veel mensen, maar ouderen die als kind nog met afstammelingen van de Spaanse griep te maken hadden gekregen, waren er veel minder gevoelig voor omdat beide virussen sterk verwant waren.

Van Ranst: Je eerste griep is als je eerste kus of je eerste lief: je zult hem nooit vergeten. Als je hem opnieuw krijgt, zul je er adequaat op reageren. Oudere mensen hebben vaak eerst met het H1N1-virus te kampen gehad, de jonge generaties hebben H3N2 als imprint gekregen.

Veel symptomen die met griep gepaard gaan, zoals koorts en spierpijn, volgen trouwens niet uit de acties van het virus, wel uit die van je afweer. We weten niet goed waarom, maar met hoe meer verschillende griepvirussen je in je leven besmet raakt, hoe erger de symptomen kunnen zijn.


Stelling 3: Griep maakt je vatbaarder voor andere ziektes (Bron: The Lancet Respiratory Medicine)

Joost Wauters van de dienst Algemene Inwendige Geneeskunde van het UZ Leuven en zijn team toonden aan dat mensen met een ernstige griep drie keer meer kans hebben op een dodelijke schimmelinfectie als ze in een ziekenhuis terechtkomen. Van de grieppatiënten die zo’n infectie krijgen, overlijdt bijna de helft.

Van Ranst: Als het influenzavirus longcellen binnendringt, kan het zo veel schade veroorzaken dat ook schimmels en bacteriën er een ingang vinden. Dat kan zelfs rechtstreeks leiden tot een hartinfarct. Een griepvaccin kan, bij de juiste groep patiënten, een minstens even goede bescherming tegen hartinfarcten bieden als de statines die daar nu tegen ingezet worden. En het is zeker veel goedkoper.

Saelens: Antibiotica helpen niet tegen virale infecties als de griep. Maar ze kunnen wel nuttig zijn in de strijd tegen eventuele secundaire bacteriële infecties. Als je een longontsteking boven op een ernstige griep krijgt, is er een groot risico dat je het niet zult overleven.


Stelling 4: Hoe ouder je bent, hoe groter de risico’s (Bron: The Journal of Infectious Diseases)

Saelens: Deze stelling klopt. De algemene gezondheid van oudere mensen verzwakt, en hun immuunsysteem raakt uitgeput. Vaak hebben ze ook minder weerstand tegen nieuwe griepvirussen, omdat ze er in hun jonge jaren niet mee geconfronteerd zijn.

Van Ranst: Als je ouder wordt, krijg je minder gemakkelijk griep, onder meer omdat je met minder mensen in contact komt. Maar áls het gebeurt, zijn de gevolgen meestal zwaarder.

Oudere mensen hebben drogere slijmvliezen in hun mond en longen dan jongere. Daardoor geven ze de ziekte ook minder gemakkelijk door. Blijven ze in hun leeftijdsgroep, dan vermindert dat de kans op besmetting. Maar als hun kleinkinderen op bezoek komen, of als een kleuterklas met een ziek kind een rusthuis bezoekt, kunnen ze toch besmet worden. Kinderen met griep bij de grootouders droppen: dat is het ergste wat ouders kunnen doen. Oudere mensen zouden ook later gevaccineerd moeten worden dan jongere, omdat zij meestal later in het seizoen besmet worden.


Stelling 5: Griep verspreiden kan gewoon via de ademhaling (Bron: Proceedings of the National Academy of Sciences)

Het griepvirus verspreidt zich doorgaans via vochtdruppels. Kleine druppeltjes van enkele nanometers, uitgeblazen met de ademhaling, volstaan.

Saelens: Zelfs gewoon met iemand praten kan een virus overdragen. Of contact hebben met een besmet oppervlak, zoals een deurklink. Druppeltjes uit de ademhaling van enkele nanometers groot kunnen tientallen meters ver reizen. Ze kunnen bij inademing ook dieper in de longen terechtkomen, wat de kans op een longontsteking vergroot. Mondmaskers houden die druppeltjes niet altijd tegen.

Van Ranst: Griep kan ook via andere kanalen dan de longen ons lichaam binnendringen. Weinig mensen weten bijvoorbeeld dat de ogen een bron van infectie kunnen zijn – zeker omdat we er geregeld in wrijven.


Stelling 6: Het virus kan zich verbergen voor onze afweer (Bron: Nature Communications)

Niet alleen wijzigt het virus regelmatig de twee cruciale eiwitten H en N op zijn mantel (waar de vaccins op gebaseerd zijn), het kan een cel ook zo discreet infecteren dat onze afweer het niet eens opmerkt.

Van Ranst: RNA-virussen, zoals het griepvirus, staan erom bekend dat ze gemakkelijk ‘van jasje veranderen’. Elk jaar een zo efficiënt mogelijk vaccin maken is daardoor moeilijk. Eigenlijk zouden we in het voorjaar zes weken extra moeten hebben om te bepalen hoe het griepvirus er in het najaar zal uitzien. Dan zouden we het risico kunnen beperken dat een vaccin slecht werkt. Nu moeten we de analyse te vroeg stoppen, omdat de farmabedrijven anders onvoldoende tijd hebben om vaccins te produceren. Om tijdwinst te boeken, moeten er nieuwe productiemethodes komen, op basis van celculturen.

Saelens: Het is moeilijk te bepalen hoeveel mensen met het virus besmet zijn zonder dat ze symptomen van de ziekte vertonen. Het is theoretisch mogelijk dat iemand met het virus besmet wordt, maar geen enkel symptoom van de ziekte ontwikkelt.


Stelling 7: Het vaccin voor deze winter zal weinig efficient zijn (Bron: Clinical Infectious Diseases)

Het zou dezelfde gereduceerde efficiëntie hebben als het vaccin van de voorbije twee winters.

Saelens: Daar zit een grond van waarheid in. In Australië hadden ze dit voorjaar gelukkig een zwak griepseizoen, en meestal zien we de Australische situatie een half jaar later bij ons terug. Het blijft koffiedik kijken, maar de kans is reëel dat we deze winter niet al te veel ellende door griep zullen hebben. Hoe sterker een vaccin afwijkt van het virus, hoe minder efficiënt het is. Maar een vaccin is nooit waardeloos. Zelfs als de match tussen vaccin en virus niet optimaal is, zal er een meetbaar beschermend effect zijn.

Van Ranst: Het effect is altijd moeilijk in te schatten. Sommige vaccins bestaan uit drie componenten, andere uit vier. Die laatste zijn efficiënter, omdat je minder moet gokken op hoe het virus eruit zal zien.


Stelling 8: Een langdurig universeel vaccin tegen griep is een utopie (Bronnen: Human Gene Therapy, Cell en Vaccine)

Het is de ultieme droom: een vaccin dat jaren meegaat en wereldwijd gebruikt kan worden. Daartoe moeten we een stukje van het virus vinden dat bijna niet verandert én een vaccin ontwikkelen dat de afweer efficiënt kan wapenen om dat stukje te detecteren. Ook de productiemethode moet verbeterd worden. Nu wordt een griepvaccin gekweekt in kippeneieren, maar tijdens de kweek kunnen er in het vaccin zelf veranderingen optreden – waardoor het niet meer het gewenste effect heeft.

Van Ranst: Tien jaar geleden heb ik voorspeld: ‘Over tien jaar zullen we een universeel vaccin tegen griep hebben.’ Het is er nog altijd niet, dus zo’n uitspraak zal ik niet opnieuw doen. Alle grote farmabedrijven hebben een soort universeel vaccin in de pijplijn dat een jaar of vijf zou kunnen werken. Maar ze brengen het niet op de markt, onder meer omdat het vijf keer duurder zou zijn dan de huidige vaccins. Het is wachten op het eerste bedrijf dat ermee naar buiten komt. Ik gok op een kleine speler die de kar zal durven trekken.

Saelens: We werken hard aan een universeel vaccin. Er zijn experimentele vaccins die goed werken in proefdieren, maar de stap naar de mens is nog niet gezet. Voorbereidende klinische tests zijn er wel al geweest, rond de veiligheid van toediening.

Meestal biedt een breed vaccin ook minder bescherming dan de huidige vaccins, die goed met het virus matchen. En dan bots je op de toelatingsprocedures, die stellen: ‘Een middel komt alleen in aanmerking voor terugbetaling als het beter is dan wat al op de markt is.’ Je kunt ook heel verschillende componenten in één vaccin brengen, maar dat vereist ingewikkelde klinische studies. We zijn er nog niet.


Stelling 9: Griep manifesteert zich op het platteland anders dan in een stad (Bron: Science)

In dorpen en kleinere steden zul je veel grotere ziektepieken krijgen dan in steden, waar de besmetting meer gespreid is in de tijd.

Saelens: Dat is een interessante vaststelling, maar ik vraag me af: impliceert ze ook dat de vaccinatieprocedure op het platteland moet verschillen van die in de steden? Dat kan ik niet goed inschatten.

Van Ranst: Virussen houden van steden, omdat ze er veel meer mogelijkheden hebben om zich te verspreiden. Een drukke tram is iets helemaal anders dan een landweggetje.


Stelling 10: Een nieuwe pandemie, zoals de Spaanse griep, is onmogelijk

Saelens: De bevolking verandert altijd wat, en dat werkt in het voordeel van de mensheid. Oudere mensen hebben een bredere immuniteit tegen griepvirussen opgebouwd dan jongere. Ze hebben met H1- en H3-virussen te maken gekregen. Dan kan een nieuw pandemisch virus zich moeilijker wereldwijd manifesteren.

We zien ook dat de globale virussen zwakker worden. In vergelijking met de Spaanse griep was de Mexicaanse griep een watje – de Aziatische griep (1957) en de Hongkonggriep (1968) zaten er qua virulentie tussenin. Ten tijde van de Spaanse griep lag de gemiddelde levensverwachting ook de helft lager dan nu.

Van Ranst: Er is nog maar één pandemie geweest. Erover speculeren is moeilijk, maar je kunt wel wat scenario’s bedenken. De gevaarlijkste griepvirussen komen altijd van dieren, van vogels of varkens. Als die virussen toevallig in de mensenwereld terechtkomen, zal niemand er weerstand tegen hebben. En als ze zich dan zo wijzigen dat ze rechtstreeks van mens op mens worden overgedragen, kunnen we in de problemen komen. De Mexicaanse griep was een zwak virus, maar dat geluk zullen we niet altijd hebben. De Spaanse griep was eerst ook niet echt dodelijk, maar is dat in de loop der jaren wel geworden door mutaties: daardoor kon het virus diep in de longen terechtkomen.

De natuur is veruit de grootste bioterrorist ter wereld, omdat ze veel tijd en mogelijkheden heeft om te experimenteren. Op onze lauweren rusten is geen optie.

Stelling 2: De eerste griep die je krijgt, bepaalt je latere weerstand tegen de ziekte (Bron: Science)

Stelling 1: Gemiddeld krijgen volwassenen maar 2 keer griep per 10 jaar (Bron: PLOS Biology)

Als mensen koortsig zijn, komt dat vaak door andere ziektes dan griep. Griep is een algemene noemer geworden voor een reeks aandoeningen die zelfs niet aan elkaar verwant hoeven te zijn.

Marc Van Ranst: Als mensen zeggen dat ze ‘een griepje’ hebben, is er van griep meestal geen sprake. Er circuleren veel virussen met vergelijkbare symptomen, maar de meeste daarvan zijn minder erg. Als iedereen elk jaar griep zou krijgen, zou dat een ramp zijn. Metingen wijzen uit dat meestal maar enkele procenten van de bevolking ermee besmet zijn.

Xavier Saelens: Met echte wereldwijde grieppandemieën is het natuurlijk anders, maar voor de gewone seizoensgriep moeten we de situatie niet overdrijven. De immuniteit die je verwerft tegen een bepaald griepvirus kan jaren aanhouden. Daardoor lijkt het niet nodig om je elk jaar te laten vaccineren. Maar de afweer die je tegen één griepvariant opbouwt, haalt niet veel uit als je daarna met een andere variant te maken krijgt. Een jaarlijkse vaccinatie kan geen kwaad: ze leidt niet tot een lagere weerstand – noch van het vaccin, noch van je eigen afweer.

Mensen die beweren nooit griep te hebben, kunnen toch besmet zijn. Zelfs als ze geen symptomen vertonen, kunnen ze het virus verspreiden. Ook om dat te vermijden is vaccinatie nuttig.


Stelling 2: De eerste griep die je krijgt, bepaalt je latere weerstand tegen de ziekte (Bron: Science)

De ziekte laat een soort ‘geest’ in het immuunsysteem achter, die telkens de kop opsteekt als er tegen een nieuwe besmetting gereageerd moet. Hoe sterker die geest lijkt op een nieuwe besmetting, hoe efficiënter de reactie.

Saelens: Kinderen worden gemakkelijker besmet met griep dan volwassenen. Ze reageren er meestal ook sterker op. De Mexicaanse griep trof in 2009 wereldwijd veel mensen, maar ouderen die als kind nog met afstammelingen van de Spaanse griep te maken hadden gekregen, waren er veel minder gevoelig voor omdat beide virussen sterk verwant waren.

Van Ranst: Je eerste griep is als je eerste kus of je eerste lief: je zult hem nooit vergeten. Als je hem opnieuw krijgt, zul je er adequaat op reageren. Oudere mensen hebben vaak eerst met het H1N1-virus te kampen gehad, de jonge generaties hebben H3N2 als imprint gekregen.

Veel symptomen die met griep gepaard gaan, zoals koorts en spierpijn, volgen trouwens niet uit de acties van het virus, wel uit die van je afweer. We weten niet goed waarom, maar met hoe meer verschillende griepvirussen je in je leven besmet raakt, hoe erger de symptomen kunnen zijn.


Stelling 3: Griep maakt je vatbaarder voor andere ziektes (Bron: The Lancet Respiratory Medicine)

Joost Wauters van de dienst Algemene Inwendige Geneeskunde van het UZ Leuven en zijn team toonden aan dat mensen met een ernstige griep drie keer meer kans hebben op een dodelijke schimmelinfectie als ze in een ziekenhuis terechtkomen. Van de grieppatiënten die zo’n infectie krijgen, overlijdt bijna de helft.

Van Ranst: Als het influenzavirus longcellen binnendringt, kan het zo veel schade veroorzaken dat ook schimmels en bacteriën er een ingang vinden. Dat kan zelfs rechtstreeks leiden tot een hartinfarct. Een griepvaccin kan, bij de juiste groep patiënten, een minstens even goede bescherming tegen hartinfarcten bieden als de statines die daar nu tegen ingezet worden. En het is zeker veel goedkoper.

Saelens: Antibiotica helpen niet tegen virale infecties als de griep. Maar ze kunnen wel nuttig zijn in de strijd tegen eventuele secundaire bacteriële infecties. Als je een longontsteking boven op een ernstige griep krijgt, is er een groot risico dat je het niet zult overleven.


Stelling 4: Hoe ouder je bent, hoe groter de risico’s (Bron: The Journal of Infectious Diseases)

Saelens: Deze stelling klopt. De algemene gezondheid van oudere mensen verzwakt, en hun immuunsysteem raakt uitgeput. Vaak hebben ze ook minder weerstand tegen nieuwe griepvirussen, omdat ze er in hun jonge jaren niet mee geconfronteerd zijn.

Van Ranst: Als je ouder wordt, krijg je minder gemakkelijk griep, onder meer omdat je met minder mensen in contact komt. Maar áls het gebeurt, zijn de gevolgen meestal zwaarder.

Oudere mensen hebben drogere slijmvliezen in hun mond en longen dan jongere. Daardoor geven ze de ziekte ook minder gemakkelijk door. Blijven ze in hun leeftijdsgroep, dan vermindert dat de kans op besmetting. Maar als hun kleinkinderen op bezoek komen, of als een kleuterklas met een ziek kind een rusthuis bezoekt, kunnen ze toch besmet worden. Kinderen met griep bij de grootouders droppen: dat is het ergste wat ouders kunnen doen. Oudere mensen zouden ook later gevaccineerd moeten worden dan jongere, omdat zij meestal later in het seizoen besmet worden.


Stelling 5: Griep verspreiden kan gewoon via de ademhaling (Bron: Proceedings of the National Academy of Sciences)

Het griepvirus verspreidt zich doorgaans via vochtdruppels. Kleine druppeltjes van enkele nanometers, uitgeblazen met de ademhaling, volstaan.

Saelens: Zelfs gewoon met iemand praten kan een virus overdragen. Of contact hebben met een besmet oppervlak, zoals een deurklink. Druppeltjes uit de ademhaling van enkele nanometers groot kunnen tientallen meters ver reizen. Ze kunnen bij inademing ook dieper in de longen terechtkomen, wat de kans op een longontsteking vergroot. Mondmaskers houden die druppeltjes niet altijd tegen.

Van Ranst: Griep kan ook via andere kanalen dan de longen ons lichaam binnendringen. Weinig mensen weten bijvoorbeeld dat de ogen een bron van infectie kunnen zijn – zeker omdat we er geregeld in wrijven.


Stelling 6: Het virus kan zich verbergen voor onze afweer (Bron: Nature Communications)

Niet alleen wijzigt het virus regelmatig de twee cruciale eiwitten H en N op zijn mantel (waar de vaccins op gebaseerd zijn), het kan een cel ook zo discreet infecteren dat onze afweer het niet eens opmerkt.

Van Ranst: RNA-virussen, zoals het griepvirus, staan erom bekend dat ze gemakkelijk ‘van jasje veranderen’. Elk jaar een zo efficiënt mogelijk vaccin maken is daardoor moeilijk. Eigenlijk zouden we in het voorjaar zes weken extra moeten hebben om te bepalen hoe het griepvirus er in het najaar zal uitzien. Dan zouden we het risico kunnen beperken dat een vaccin slecht werkt. Nu moeten we de analyse te vroeg stoppen, omdat de farmabedrijven anders onvoldoende tijd hebben om vaccins te produceren. Om tijdwinst te boeken, moeten er nieuwe productiemethodes komen, op basis van celculturen.

Saelens: Het is moeilijk te bepalen hoeveel mensen met het virus besmet zijn zonder dat ze symptomen van de ziekte vertonen. Het is theoretisch mogelijk dat iemand met het virus besmet wordt, maar geen enkel symptoom van de ziekte ontwikkelt.


Stelling 7: Het vaccin voor deze winter zal weinig efficient zijn (Bron: Clinical Infectious Diseases)

Het zou dezelfde gereduceerde efficiëntie hebben als het vaccin van de voorbije twee winters.

Saelens: Daar zit een grond van waarheid in. In Australië hadden ze dit voorjaar gelukkig een zwak griepseizoen, en meestal zien we de Australische situatie een half jaar later bij ons terug. Het blijft koffiedik kijken, maar de kans is reëel dat we deze winter niet al te veel ellende door griep zullen hebben. Hoe sterker een vaccin afwijkt van het virus, hoe minder efficiënt het is. Maar een vaccin is nooit waardeloos. Zelfs als de match tussen vaccin en virus niet optimaal is, zal er een meetbaar beschermend effect zijn.

Van Ranst: Het effect is altijd moeilijk in te schatten. Sommige vaccins bestaan uit drie componenten, andere uit vier. Die laatste zijn efficiënter, omdat je minder moet gokken op hoe het virus eruit zal zien.


Stelling 8: Een langdurig universeel vaccin tegen griep is een utopie (Bronnen: Human Gene Therapy, Cell en Vaccine)

Het is de ultieme droom: een vaccin dat jaren meegaat en wereldwijd gebruikt kan worden. Daartoe moeten we een stukje van het virus vinden dat bijna niet verandert én een vaccin ontwikkelen dat de afweer efficiënt kan wapenen om dat stukje te detecteren. Ook de productiemethode moet verbeterd worden. Nu wordt een griepvaccin gekweekt in kippeneieren, maar tijdens de kweek kunnen er in het vaccin zelf veranderingen optreden – waardoor het niet meer het gewenste effect heeft.

Van Ranst: Tien jaar geleden heb ik voorspeld: ‘Over tien jaar zullen we een universeel vaccin tegen griep hebben.’ Het is er nog altijd niet, dus zo’n uitspraak zal ik niet opnieuw doen. Alle grote farmabedrijven hebben een soort universeel vaccin in de pijplijn dat een jaar of vijf zou kunnen werken. Maar ze brengen het niet op de markt, onder meer omdat het vijf keer duurder zou zijn dan de huidige vaccins. Het is wachten op het eerste bedrijf dat ermee naar buiten komt. Ik gok op een kleine speler die de kar zal durven trekken.

Saelens: We werken hard aan een universeel vaccin. Er zijn experimentele vaccins die goed werken in proefdieren, maar de stap naar de mens is nog niet gezet. Voorbereidende klinische tests zijn er wel al geweest, rond de veiligheid van toediening.

Meestal biedt een breed vaccin ook minder bescherming dan de huidige vaccins, die goed met het virus matchen. En dan bots je op de toelatingsprocedures, die stellen: ‘Een middel komt alleen in aanmerking voor terugbetaling als het beter is dan wat al op de markt is.’ Je kunt ook heel verschillende componenten in één vaccin brengen, maar dat vereist ingewikkelde klinische studies. We zijn er nog niet.


Stelling 9: Griep manifesteert zich op het platteland anders dan in een stad (Bron: Science)

In dorpen en kleinere steden zul je veel grotere ziektepieken krijgen dan in steden, waar de besmetting meer gespreid is in de tijd.

Saelens: Dat is een interessante vaststelling, maar ik vraag me af: impliceert ze ook dat de vaccinatieprocedure op het platteland moet verschillen van die in de steden? Dat kan ik niet goed inschatten.

Van Ranst: Virussen houden van steden, omdat ze er veel meer mogelijkheden hebben om zich te verspreiden. Een drukke tram is iets helemaal anders dan een landweggetje.


Stelling 10: Een nieuwe pandemie, zoals de Spaanse griep, is onmogelijk

Saelens: De bevolking verandert altijd wat, en dat werkt in het voordeel van de mensheid. Oudere mensen hebben een bredere immuniteit tegen griepvirussen opgebouwd dan jongere. Ze hebben met H1- en H3-virussen te maken gekregen. Dan kan een nieuw pandemisch virus zich moeilijker wereldwijd manifesteren.

We zien ook dat de globale virussen zwakker worden. In vergelijking met de Spaanse griep was de Mexicaanse griep een watje – de Aziatische griep (1957) en de Hongkonggriep (1968) zaten er qua virulentie tussenin. Ten tijde van de Spaanse griep lag de gemiddelde levensverwachting ook de helft lager dan nu.

Van Ranst: Er is nog maar één pandemie geweest. Erover speculeren is moeilijk, maar je kunt wel wat scenario’s bedenken. De gevaarlijkste griepvirussen komen altijd van dieren, van vogels of varkens. Als die virussen toevallig in de mensenwereld terechtkomen, zal niemand er weerstand tegen hebben. En als ze zich dan zo wijzigen dat ze rechtstreeks van mens op mens worden overgedragen, kunnen we in de problemen komen. De Mexicaanse griep was een zwak virus, maar dat geluk zullen we niet altijd hebben. De Spaanse griep was eerst ook niet echt dodelijk, maar is dat in de loop der jaren wel geworden door mutaties: daardoor kon het virus diep in de longen terechtkomen.

De natuur is veruit de grootste bioterrorist ter wereld, omdat ze veel tijd en mogelijkheden heeft om te experimenteren. Op onze lauweren rusten is geen optie.

Stelling 1: Gemiddeld krijgen volwassenen maar 2 keer griep per 10 jaar (Bron: PLOS Biology)

Partner Content