Zingende torens

Andreas Dill en Luc Rombouts

Vlaamse beiaarden in beeld

Davidsfonds/WPG, Antwerpen 2017

207 blz., ? 29,99 ISBN 978 90 590 8876 4

Beiaarden zijn eeuwenlang gelinkt aan de welvaart van de steden in de Lage Landen. Belangrijke kerken en belforten kregen een klokkenspel om zowel in nood maar nog meer in vreugde muzikale klanken over het stadscentrum te verspreiden. Waar het klokkenspel of carillon van een belfort vooral ontspannende deuntjes moest generen, mocht die van de kerk bedevaarten en belangrijke kerkelijke feestdagen muzikaal begeleiden. De beiaarden die in Vlaamse, Waalse en Noord-Franse belforten hangen, zijn opgenomen in de lijst van Unesco Werelderfgoed. Dit boek, dat zich tot Vlaanderen beperkt, munt uit in een beknopte historische evolutie, de impact van het beieren of het ritmisch slaan met de klepel – drummen met klokken – en de muzikale mogelijkheden die de combinatie met de techniek van het torenuurwerk bood. De beiaardkunst kreeg in het begin van vorige eeuw eerst een geweldige knauw als oorlogsoffer, maar herleefde dankzij Amerikaans mecenaat bij de heropbouw van getroffen Vlaamse steden. Het orgelonderwijs kreeg zelfs een afzonderlijk opleidingsinstituut. Die internationale uitstraling zorgde er ook voor dat in het Nieuw-Zeelandse monument voor alle gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog in Wellington een beiaard werd geplaatst. Maar de rijkdom van oudere en jongere beiaarden kan vooral in Vlaamse steden bewonderd worden, best beluisterd op een terrasje tijdens de zomer. Vijftien Vlaamse beiaarden worden hier beschreven en bekeken. De meesten zitten in een kerktoren. Die in de lakenhallen van Ieper is een getuige van de heropbouw van de middeleeuwse lakenstad na 1920. Een mooie selectie van foto’s geeft een beeld van beiaard, klok(ken), stoel, mechanisme en beiaardier enkele tientallen meters hoog. Met dit boek is dit erfgoed zonder enige moeite te bekijken.

Partner Content