Wanneer vond in Nederland het laatste heksenproces plaats?

Het kasteel en de kasteelboerderij Limbricht. Het kasteel dateert uit het begin van de 17de eeuw en is opgetrokken in de zogeheten Maaslandse Renaissancestijl.

Annelore van Broekhuizen Vraagt de redactie:

Voor zover bekend was dat in 1674. In de zomer van dat jaar kreeg Entgen Luyten, weduwe van Jacobus Boven die Erdt, voor het gerecht van het Limburgse Limbricht, toen deel van het hertogdom Gulik, te horen dat diverse getuigen haar hadden beschuldigd van hekserij. Zo zou zij verantwoordelijk zijn voor de onverwachte dood van de kastelein van het stadje Neusz omdat hij uit het glas had gedronken dat zij kort daarvoor zelf nog had gebruikt. Ook zou zij een meisje kreupel hebben gemaakt en een koe en een paard hebben vergiftigd. Ondanks verhoren en martelingen in de kerker van het nog bestaande kasteel Limbricht bleef zij ontkennen. Op 9 oktober 1674 troffen haar bewakers haar dood aan in de kerker met een blauw linnen strop om haar opgezwollen en gestriemde hals. De erbij gehaalde Sittardse arts Jacobi stelde vast dat zij was gewurgd, hetgeen echter door Nicolaus Helger, die het proces voorzat, werd ontkend. Volgens hem was het zelfmoord, wat dus bewees dat zij schuldig was. Nadat zij postuum ter dood was veroordeeld, werd het lijk van Entgen met een paard weggesleept naar het galgenveld in het naburige dorp Einighausen waar zij in ongewijde grond werd begraven. Nog steeds herinnert een naar haar vernoemde straatnaam in dit dorp aan haar onfortuinlijke einde.

Pamfl et in 1614 te Nijmegen gedrukt met daarin een beschrijving van de Roermondse heksenprocessen van 1613/14.
Pamfl et in 1614 te Nijmegen gedrukt met daarin een beschrijving van de Roermondse heksenprocessen van 1613/14.

Voorzichtig geschat zijn in de Nederland in de 16de en 17de eeuw zo’n tweehonderd heksen, meest vrouwen, terechtgesteld. Het meest beruchte heksenproces had plaats in Roermond in 1613/14. Daar werden in twee maanden tijd 63 vrouwen en één man ter dood gebracht op beschuldiging van onder andere het doden van ongeveer zeshonderd baby’s, ruim vierhonderd bejaarden en meer dan zesduizend beesten en het verpesten van zo’n tweehonderd boomgaarden. In Vlaanderen, Vlaams-Brabant en Belgisch Limburg zijn in deze twee eeuwen respectievelijk ongeveer 170, 40 en 70 vrouwen en mannen ter dood veroordeeld wegens hekserij.

Heeft u ook vragen?

Mail deze naar redactie@g-geschiedenis.eu

Partner Content