Troje heropgegraven

Eind januari lanceerde de Universiteit van Amsterdam het fundraising project Troy: Archeology of Archeology. In nauwe samenwerking met de Çanakkele Onsekiz Mart University, gaan dr. Gert Jan van Wijngaarden en een groep studenten zich verdiepen in de manier waarop in Troje de opgravingen zijn uitgevoerd.

De beschrijving van de mythische stad door Homerus en Vergilius inspireert al meer dan 150 jaar een lange stoet van archeologen om in Noordwest-Turkije opgravingen te verrichten. Frank Calvert begon in 1863 met het systematisch afgraven van de kunstmatig opgeworpen heuvels in de vlakte aan de oostelijke oever van de Dardanellen. Daarna namen Heinrich Schliemann (1871-1890), Wilhelm Dörpfeld (1893-1894), Carl Blegen en Marion Rawson (1932-1938) en Manfred Korfmann en Brian Rose (1988-2005) het stokje over. Intussen zijn de vraagstelling en de onderzoeksmethoden sterk veranderd. Het team van de UvA wil deze veranderingen in beeld brengen. Hiertoe gaan ze op zoek naar hetgeen opgegraven werd, maar geen plaats kreeg in de publicaties van de opgravingsresultaten. De bronnen die Heeft u ook vragen? Mail deze naar redactie@g-geschiedenis.eu bij het onderzoek centraal staan zijn de veldwerknotitieboekjes, de (bij voorkeur niet gepubliceerde) foto’s en veldwerktekeningen en vooral: de afvalhopen. Door de opgevulde opgravingsputten en de storthopen van de oude opgravingen opnieuw te gaan opgraven, hoopt het team een beter zicht te krijgen op de gebruikte methoden en technieken om zo vast te kunnen stellen welk effect die hadden op de interpretatie van de vondsten. ‘Wij zijn’, aldus Van Wijngaarden, ‘niet op zoek naar Achilles of Helena, maar naar de pioniers van de archeologie.’

Partner Content