Stille Nacht Voor troost en weemoed

In december 1914 ontstond er een spontaan Kerstbestand dat vele dagen stand hield. De strijdende troepen legden de wapens neer, verlieten de loopgraven en vierden gezamenlijk Kerst. Getuigenissen maken melding dat ook het Stille Nacht daarbij regelmatig werd gezongen.

Het zo vreedzame kerstlied Stille Nacht werd geboren na een donderende klap. Op 10 april 1815 explodeerde op het Indonesische eiland Soembawa de vulkaan Tambora met oorverdovend geweld. De energie die vrijkwam, was enorm en miljoenen tonnen as werden tot ver in de stratosfeer geslingerd, het klimaat wereldwijd voor langere tijd ontregelend. Het jaar daarop, 1816, werd bekend als het jaar zonder zomer. In dat jaar ontstond een lied vol hunkering.

In grote delen van Europa waren de zomermaanden toen ongebruikelijk koud, met misoogsten als gevolg. In het door de Napoleontische oorlogen toch al uitgeputte continent leidden de voedseltekorten en oplopende voedselprijzen tot honger, ziekte en oproer. In dat sombere jaar dichtte Joseph Mohr (1792-1848), een jonge Oostenrijkse priester, de woorden van het Stille Nacht. Woorden die een diepe hunkering naar vrede en verlossing uitdrukken. Mohr was toen hulppriester in het Oostenrijkse dorpje Mariapfarr. In 1817 werd Mohr overgeplaatst naar de parochie van Oberndorf aan de rivier de Salzach, destijds gelegen in het door Oostenrijk geannexeerde restant van het prinsaartsbisdom Salzburg. Het plaatsje was met een brug innig verbonden met Laufen, op de ander oever van de rivier. Aan die verstrengeling was in 1816 een abrupt einde gekomen toenals gevolg van de nieuwordening van Europa op het Congres van Wenen-Laufen naar het koninkrijk Beieren ging en Oberndorf naar Oostenrijk, met de rivier als traag en onverschillig kabbelende landsgrens.

Kerkorgel níet door de muizen vernield

In Oberndorf kreeg Mohr vriendschap met de schoolmeester en organist Franz Xaver Gruber (1787-1863). Op 24 december 1818 vroeg hij Gruber om van het door hem twee jaar eerder gedichte Stille Nacht een lied te componeren. Nog diezelfde dag toonzette Gruber het Stille Nacht voor bas, tenor, koor en gitaar en werd het in de kerstnachtmis in het kleine Sint-Nikolakerkje van Oberndorf ten gehore gebracht. De keuze voor gitaar is opvallend. Ze gold in die tijd als een wat frivool en volks instrument, zeker niet de eerste keuze voor een sacrale gebeurtenis zoals een kerstviering. Het verhaal dat het kerkorgel door het geknaag van muizen onklaar was geworden lijkt een fabeltje. Wat wel zeker is, is dat de gitaar in de Oostenrijkse volksmuziek toen al een belangrijke rol speelde en Mohr, van eenvoudige komaf, die muziek goed kende. Hij was het ook die de eerste uitvoering op gitaar begeleide.

Ansichtkaart uitgegeven ter gelegenheid van het honderdjarig jubileum van Stille Nacht in 1918.
Ansichtkaart uitgegeven ter gelegenheid van het honderdjarig jubileum van Stille Nacht in 1918.

Na die eerste opvoering leek het lied vergeten te raken, tot de Tiroler orgelbouwer Karl Mauracher het bij onderhoudswerk aan het Oberndorfer kerkorgel onder ogen kreeg. Een kopie reisde in zijn bagage mee naar het Zillertal waar hij woonde en het al gauw populair werd. Nu hadden de Zillertalers de gewoonte in de rustige wintertijd het vaak karige (boeren)inkomen bij te spekken met de verkoop van huisgemaakte producten. Daarvoor reisden sommigen tot ver in Duitsland de wintermarkten af. Zo ook de familie Strasser met hun handschoenen. In 1831 bezochten ze de kerstmarkt van Leipzig. Als publiekstrekker zongen ze de volksliedjes die ze van huis kenden. Ook het Stille Nacht. Het publiek was onder de indruk. Al snel daarna is het als authentiek volksliedje te vinden in de uitgave Vier ächte Tyroler Lieder. Stille Nacht werd het lievelingslied van de Pruisische koning Friedrich Wilhelm IV die het vanaf 1833 met Kerst jaarlijks in de Berlijnse dom liet uitvoeren. Hij was het ook die in 1854 een onderzoek instelde naar de oorsprong van het lied. En zo werden toch nog de makers gevonden. Gruber, die toen nog leefde, legde het ontstaan vast in zijn Authentiek Commentaar (Authentische Veranlassung).

Tegen het eind van de 19de eeuw was het lied in heel de westerse wereld bekend en geliefd. Rond de Kerst van 1914 toonde het lied zijn kracht. De Grote Oorlog was vastgelopen in de modder van de Vlaamse en Noord-Franse velden. Honderdduizenden soldaten waren al omgekomen of voor het leven verminkt geraakt. Van het aanvankelijke enthousiasme over de ‘vrolijke’ oorlog was nog maar weinig over. Pogingen een kerstbestand te sluiten liepen op niets uit. Op 24 december sloeg het weer om en begon het te sneeuwen. De bruingore grauwheid van het front werd bedekt met een serene witte deken. De neergeslagen stemming sloeg om in weemoed. Een Duitse soldaat schreef: ‘We waren allen aangedaan en melancholiek en in beslag genomen door gedachten aan thuis’. In de Duitse loopgraven werd hier en daar het Stille Nacht ingezet. Het zingen werd door de Britten overgenomen.

Het Stille Nachtmuseum in Arnsdorf nabij Oberndorf. Componist Franz Gruber woonde hier. (Stille Nacht Gesellschaft)
Het Stille Nachtmuseum in Arnsdorf nabij Oberndorf. Componist Franz Gruber woonde hier. (Stille Nacht Gesellschaft)

Lieflijk wiegelied voor het kindje Jezus

Uiteindelijk kwamen de troepen over de hele lengte van het front uit de stellingen en werd in het niemandsland samen Kerst gevierd. De verbroedering was compleet. Op sommige plaatsen duurde de Kerstvrede van 1914 zelfs tot Nieuwjaarsdag. De generaals waren ‘not amused’. De spontane kerstverbroedering zou zich het jaar daarop niet meer herhalen; op straffe van de dood.

Het Stille Nacht heeft inmiddels de status van Moeder Aller Kerstliederen. Het wordt in zeker 143 talen gezongen, van het Inuit tot het Arabisch. Maar wat is de verklaring van het succes? Muziekwetenschappers noemen de vorm van het lied, een Siciliano met zijn wiegend 6/8ste ritme, bijna dansbaar als een wals. Een lieflijk wiegelied voor het kindje Jezus, onweerstaanbaar ook voor grote mensen. Samen met de eenvoudige woorden van Mohr betoverend intiem, zacht en warm. Het lied is door duizenden artiesten op de plaat gezet. Jaarlijks schalt het in de decembermaand uit de speakers van de grote warenhuizen en supermarkten. Zo zullen Mohr en Gruber het niet hebben bedoeld. Muzak van het welbehagen.

Vlak na de Tweede Wereldoorlog gebruikte de beroemde, in 1938 naar Amerika gevluchte, Sound of Music-familie Von Trapp het lied als spil in hun campagne voor noodhulp aan het verslagen Oostenrijk: ‘Het land dat de wereld een Haydn, Mozart, Schubert en Stille Nacht heeft gegeven, zal vergaan als we elkaar niet allemaal helpen.’ Dat was op zijn minst maar een deel van het verhaal: Oberndorf ligt hemelsbreed nog geen 35 kilometer van het plaatje Braunau, de geboorteplaats van Adolf Hitler. Ook Oostenrijk heeft meerdere gezichten.

Partner Content