Mijn Poolse huis

Dore van Duivenbode

Vakanties naar Auschwitz

Uitgeverij De Geus, Amsterdam 2018

224 blz., ? 19,99 ISBN 978 90 445 4005 5

In dit boek transformeert een bergachtige vakantieplek met blije herinneringen langzaam in een oord van verderf voor journaliste/documentairemaakster Dore van Duivenbode, levend in Nederland, met een Poolse moeder. Ze gingen vroeger regelmatig naar het familiehuis bij Auschwitz (Oswiecim), waarbij het voormalige concentratiekamp met lange rijen bezoekers genegeerd werd. Toen prikkeldraad en een wachttoren haar opvielen ‘wilde niemand mij vertellen wat hier gebeurd was’ en oorlogsruïnes waren slechts geheimzinnige plekken om in rond te dwalen. Nadat haar moeder overleden is, verblijft ze in het vervallen familiehuis om het te verkopen, terwijl boven haar op het plafond steenmarters lawaaiig huis houden. Langzaam, door een bezoek aan het museum met kamers vol afgeschoren hoofdhaar en brillen van slachtoffers en door verhalen van buren, familieleden en andere inwoners, leert ze dat zwarte verleden beter kennen en hoe huidige inwoners van Auschwitz ermee omgaan. Sommigen negeren dat verleden en zijn trots op de nieuwe bibliotheek. En een vrouw vertelt: ‘In mijn kinderjaren zag ik niets uitzonderlijks. Het was er gewoon.’ Iemand anders over de verbrande haren, nagels en vlees: ‘Met noordenwind rook ik de geur, die ik nog steeds in mijn mond proef als ik er aan denk.’ Het is boeiend hoe Van Duivenbode de Poolse werkelijkheid vanuit persoonlijk perspectief langzaam ontrafelt. Ze concludeert: ‘Voor de meeste inwoners (…) geldt dat hun stad een verleden heeft waar miljoenen toeristen op afkomen, maar waarmee ze zelf liever niets te maken hebben, ook al wonen ze midden tussen de overblijfselen.’ En ze memoreert haar moeders woorden: ‘Strooi mijn as maar niet uit in Oswiecim. Daar ligt al zoveel.’

Partner Content