Kinderkerkhof Noord-Brabant

Omstreeks 1830 was het sterftecijfer in Noord-Brabant een kwart lager dan het landelijke gemiddelde: 23 per duizend tegen dertig, per jaar. Eind 19de eeuw was dat omgekeerd: Noord-Brabant had het hoogste sterftecijfer van het land. Oorzaak: een toename van de zuigelingen- en kindersterfte. Het risico dat baby’s de eerste verjaardag niet haalden, nam hier in de loop van de 19de eeuw met eenderde toe. In het laatste kwart van deze eeuw stierf in Noord-Brabant een op de vijf baby’s tijdens het eerste levensjaar.

Eveline Walhout heeft in een aan de Universiteit van Tilburg verdedigd proefschrift (An infants’ graveyard?) deze ontwikkeling niet alleen haarscherp in beeld gebracht, maar ook de oorzaken van deze tegendraadse beweging onderzocht. Hiertoe kon zij gebruik maken van een karrevracht aan data die in het kader van de Historische Steekproef Nederland verzameld zijn. Daarnaast kwam ze in Roosendaal een bijzondere bron op het spoor: de door artsen ingevulde ‘doodsbriefjes’ waarop ook de doodsoorzaak was vermeld. Daaruit kwam een sterke stijging aan fatale ziekten aan spijsverteringsorganen naar voren, toegeschreven aan te weinig en te kort geven van borstvoeding. In plaats daarvan kregen de zuigelingen de fles met (veel te vette) koeien- of geitenmelk. Zeker als deze aangelengd werd met (veelal verontreinigd) water was de kans op diarree groot. De onderzoekster is stellig in het antwoord op de vraag waarom de Brabantse moeders de fles boven de borst prefereerden. In deze overwegend katholieke provincie waren het de katholieke geestelijken die het in het openbaar ontbloten van de moederborst sterk afraadden. In deze periode was, aldus Walhout, het gezag van de priesters groter dan van de artsen.

Partner Content