Het heden begint

In 1867 portretteerde een fotograaf deze groep samoerai - een jaar voor de ineenstorting van hun wereld. © BEELDBRON: BPK/ADOC-PHOTOS

Na zeven eeuwen als dragers van de macht moesten de samoerai het veld ruimen. Ze maakten de weg vrij voor het moderne Japan.

De aanvaarding van de moderne tijd eiste haar tol: in korte tijd verloren de samoerai hun privileges. Ze hadden al afstand moeten doen van hun specifieke, militaire dracht en hun haarknot, maar in 1876 werd hun ook verboden hun beide zwaarden in het openbaar te dragen. Nu gingen ze ineens zonder enig onderscheidingsteken door het leven. Het was de uitkomst van een ontwikkeling die omstreeks 1850 inzette. De meeste samoerai legden zich uit trouw aan keizer en vaderland bij dit statusverlies neer en probeerden zich een plek in de burgermaatschappij te verwerven.

Hoewel het Edo-tijdperk voor de Japanners een lange tijd van vrede en stabiliteit betekend had, groeide in de eerste helft van de 19de eeuw de onvrede. In een poging haar begroting op orde te krijgen, voerde de overheid de belastingdruk steeds verder op, waar met name de boerenstand onder leed. Misoogsten brachten verdere nood en de eerste onlusten. Ook uit het buitenland dreigde gevaar, nu imperialistische machten als Groot-Brittannië, Rusland en de VS zich in het ooit zo machtige China vast hadden weten te bijten.

Als Japan zijn isolement moet opgeven, richt de hoop zich op de keizer

Een eerste waarschuwingsteken was de aankomst van Amerikaanse stoomschepen in de Baai van Uraga op 8 juli 1853. Vlootcommandant Matthew Perry overhandigde de regering een nota van de Amerikaanse president Fillmore, waarin deze de wens uitsprak handelsbetrekkingen met Japan aan te knopen, maar ook eiste dat een aantal Japanse havens voor schepen uit de VS geopend zou worden. Perry maakte duidelijk dat de president alleen met een instemmende reactie genoegen nam. Uit angst voor Amerikaans ingrijpen besloot de regering van de shogun alle eisen in te willigen.

Onder de samoerai stuitte dat op weerstand. Voor hen had de shogun op schandelijke wijze bakzeil gehaald tegenover de ‘barbaren’ – en zo kon het gebeuren dat de hoop van de natie zich plotseling weer op de keizer vestigde.

De gemoederen raakten verder verhit toen de Japanse regering – tegen de uitdrukkelij-ke wens van de keizer – op 29 juli 1858 een vriendschaps- en handelsverdrag met de VS ondertekende, dat al snel funeste gevolgen zou hebben. Doordat de uitvoer van Japanse goederen als thee, ruwe zijde, plantenolie en visserijproducten met sprongen toenam, explodeerden op de binnenlandse markt de prijzen. Tegelijkertijd verdrong de invoer van westerse goederen die industrieel en dus goedkoop geproduceerd waren de handelsgoederen van ambachtelijke, Japanse makelij. Hierdoor dreigden tal van handwerkers brodeloos te worden.

De economische crisis maakte dat plannen om de shogun ten val te brengen steeds concretere vormen aannamen. De onvrede concentreerde zich in de zuidwestelijke provincies, waar de plaatselijke edellieden al tijden voor meer zeggenschap ijverden. Op 3 januari 1868 werd het menens. Samen met drieduizend samoerai trokken hun troepen naar het keizerlijk paleis in Kyoto en presten de pas vijftienjarige tenno Mutsuhito (1852 – 1912) een verklaring voor te lezen waarin de heerschappij van de shogun-dynastie van de Tokugawa’s voor beëindigd verklaard werd. Gelijk daarna vormde men een nieuwe regering, die formeel onder leiding van de keizer stond en samengesteld was uit hofambtenaren en aanzienlijken uit de provincies. Maar daarmee hadden de rebellen nog niet al hun doelen bereikt. Ze trokken daarom op naar Edo, om de shogun met harde hand terzijde te schuiven. Een burgeroorlog leek onvermijdelijk, maar behoedzaam optreden van beide kanten voorkwam een groot bloedvergieten.

Het tempo van de mechanisatie was adembenemend. In 1872 reed er al een trein in Japan. Foto begin 20ste eeuw gemaakt door Waldemar Abegg.
Het tempo van de mechanisatie was adembenemend. In 1872 reed er al een trein in Japan. Foto begin 20ste eeuw gemaakt door Waldemar Abegg.

De shogun is geschiedenis en met hem ook de Weg van de Samoerai

Na onderhandelingen gaf het garnizoen van de shogun zich op 8 april over en eind dat jaar werd ook het laatste verzet van de Togukawaaanhangers gebroken. De keizer verplaatste zijn hof van Kyoto naar Edo, dat nu omgedoopt werd in Tokio, wat zoveel betekent als ‘oostelijke hoofdstad’.

Wonderlijk genoeg merkten de meeste Japanners nauwelijks iets van de omwenteling in hun land en gingen voort met hun dagelijks leven. Men spreekt in dit verband dan ook niet van een ‘revolutie’, maar duidt de regeringswissel aan met de term ‘Meiji-restauratie’, een verwijzing naar het devies van de jonge keizer (‘meji’ – ‘verlichte regering’).

Hoewel de aanvoerders van de opstand mordicus tegen de openstelling van Japan geweest waren, kregen gematigden toch de overhand. Intussen had ’s lands elite namelijk ingezien dat het rad van de geschiedenis niet teruggedraaid kon worden. Voortaan diende Japan zich niet meer af te sluiten van de wereld, maar het contact met het Westen te gebruiken om een sterke, moderne staat te worden – de beste waarborg om van imperialistische inmenging verschoond te blijven.

Razendsnelle hervormingen: leerplicht, dienstplicht en een moderne infrastructuur

Om dat doel te bereiken werd in korte tijd een grootscheeps hervormingsprogramma op poten gezet. Dat begon met de afschaffing van het feodale stelsel, waarin de uitvoerende macht berustte bij meer dan 250 daimyo als vazallen van de shogun. In 1871 werden de laatste leenvorstendommen in prefecturen omgevormd, die in opdracht van de keizerlijke regering bestuurd werden door gouverneurs. Economische en sociale hervormingen volgden, zoals de invoering van een nationaal muntstelsel, algemene leerplicht, vrije beroepskeuze voor alle standen, de omzetting van een belasting in natura in een geldelijke, algehele vrijheid van grondaankoop. Daarnaast werd de infrastructuur aangepakt. Het land kreeg in korte tijd een goed werkend verkeersen spoorwegennet, evenals een nationale posten telegraafdienst. Zo’n operatie van duizelingwekkende omvang kon alleen slagen dankzij de inzet van kundige, loyale en ervaren ambtenaren. Al gauw was Japan ook in economisch opzicht sterk genoeg om zich in de wereldhandel staande te houden.

Keizer Mutsuhito, portret uit 1887.
Keizer Mutsuhito, portret uit 1887.

Dat neemt niet weg dat álle maatregelen ingegeven waren door de wens om weerstand te bieden aan het westerse imperialisme. Vandaar de leus ‘Een rijk land, een sterk leger’. In 1872 werd de algemene dienstplicht voor mannen van twintig jaar en ouder ingevoerd, wat een definitief einde maakte aan krijgsdienst als privilege van de samoerai. Er kwamen maar heel weinig samoerai in de keizerlijke landmacht of marine terecht, want de meesten achtten het beneden hun waardigheid om tussen mannen van ‘gewone’ komaf te dienen.

Er waren ook samoerai die geen vrede hadden met het verlies van macht en aanzien, dat de ‘verwesterlijking’ van hun land gebracht had. Mensen als Saigo Takamori, die zich in 1877 aan het hoofd plaatste van de laatste grote samoerai-opstand en die natuurlijk geen kans maakte tegen het moderne materieel van het regeringsleger. Na zijn nederlaag pleegde Saigo Takamori zelfmoord en ging als ‘laatste samoerai’ de geschiedenis in.

De meesten van zijn standgenoten slaagden er echter dankzij hun discipline en goede opleiding in een plaats in de nieuwe maatschappij te verwerven, zeker ook omdat ze daarbij door de Japanse regering gesteund werden. Velen van hen stichtten ondernemingen, werden bankiers, zoals Shibusawa Eiichi, die van een kleine samoerai opsteeg tot directeur van de nationale bank. Anderen namen als boeren deel aan de ontsluiting van het noordelijkste hoofdeiland Hokkaido, dat tot dan toe vanwege zijn koele klimaat slechts dunbevolkt gebleven was.

Ondanks dat alles ging het gedachtegoed van de samoerai niet verloren. Volgens de Britse historicus Richard Storry werd het zelfs onderdeel van de Japanse mentaliteit: ‘Maar op een dieper, minder in het oog springend niveau verdween de ‘Weg van de Samoerai’ niet. Sterker nog: in gewijzigde vorm werd hij het onvervreemdbare geestelijk eigendom van een veel bredere kring […]. Want het openbaar onderwijs in Japan propageerde begrippen als trouw en zelfopoffering en kweekte liefde voor de krijgskunst.’

MEER WETEN?

Ian Buruma, De uitvinding van Japan: 1853-1964.Vertaling Shirah Lachmann, Bezige Bij 2003

De wording van Japan als Industriële natie

1853

VS-commodore Perry dwingt openstelling van het land af

1868

Meiji-restauratie, einde van het shogunaat

1871

Opheffing van het feodale stelsel, indeling in prefecturen

1872

Invoering van de algemene dienstplicht

1873

Hervorming van de grondbelasting

1876

De samoerai verliezen hun zwaarddragersprivilege

1877

Mislukte samoeraiopstand van Saigo Takamori

Partner Content