Pieter Serrien

‘Het bombardement op Mortsel op 5 april 1943 zou overal herdacht moeten worden’

Pieter Serrien Historicus en schrijver

Vandaag is het exact 75 jaar geleden dat Amerikaanse bommenwerpers de Duitse Erla-vliegtuigfabriek in Mortsel wilden vernietigen. Van de 600 zware bommen troffen slechts enkelen doel. Er vielen 936 doden, onder wie meer dan 250 kinderen. Schrijver en historicus Pieter Serrien: ‘5 april kan jaarlijks een dag zijn om stil te staan bij de impact van oorlog.’

In schoolhandboeken en geschiedenislessen ontdek je zelden iets over het bombardement van Mortsel. Op 14 mei 1940 voerden de Duitsers een terreurbombardement uit op de Nederlandse havenstad Rotterdam. Er vielen toen naar schatting 800 doden en de volgende dag capituleerde Nederland. Het historische belang van Rotterdam was dus groot, maar dat gold ook voor Mortsel.

De Amerikaanse missie op 5 april 1943 was een mijlpaal in de Europese bommenoorlog. Voor de eerste keer in België werd een doelwit in bevriend en bewoond gebied massaal gebombardeerd. Het feit dat er een hoge officier meevloog wees op het belang ervan. De grote druk op de bemanning verklaart wellicht waarom ze met zoveel bommenwerpers een relatief klein doelwit wilden vernietigen en waarom ze ondanks uitwijkmanoeuvres voor Duitse aanvallen, toch hun bommen dropten.

Het bombardement op Mortsel op 5 april 1943 zou overal herdacht moeten worden.

Mortsel was een geval van friendly fire en collateral dammage. Een ‘vergissingsbombardement’ met onmetelijk veel schade. Onbedoeld, maar ook onbewust? De geschiedenis én de actualiteit leren ons dat het risico om onschuldigen of bondgenoten te treffen een van de belangrijkste bijwerkingen van oorlog is. Dat wisten de geallieerden in 1943 maar al te goed. De onverschilligheid tegenover die dodelijke bijwerking is evenredig. De Amerikaanse bommen van 5 april werden vanop 7000 meter hoogte gedropt. Vandaag kunnen we vanuit de hoogte meekijken naar de zogenaamde precisiebombardementen in Irak of Syrië. Doden vanop afstand maakt zo’n drama’s afstandelijk.

Het oorlogsleven kreeg in heel België na april 1943 een andere wending. Om beter voorbereid te zijn voor zo’n ramp kregen schoolkinderen voortaan een fluitje mee, zodat ze bij een instorting konden aangeven waar ze bedolven lagen. Bij het overlevingspakket hoorde ook een zakdoek om bij een bombardement nat te maken en voor de mond te houden tegen het stof. Een groot aantal van de Mortselse slachtoffer(tje)s was immers door verstikking omgekomen. Zeer ingrijpend was het opgevoerde aantal alarmoefeningen en de verstrengde lichtverduistering. De eskadrons die bijna dagelijks in de lucht werden opgemerkt en zelfs toegejuicht, werden plots een bedreiging.

De geallieerden hadden geen aandacht voor Mortsel. Dat een van de eerste massabombardementen boven België en Nederland tot zo’n bloedbad onder de burgerbevolking had geleid, mocht niet geweten worden. De geschiedenis verdween in de doofpot en is daar tientallen jaren gebleven. Anderhalf jaar later kwamen dezelfde Amerikanen ons bevrijden. De daders van 5 april 1943 waren de helden van de bevrijding geworden.

Na de oorlog werd het bombardement herdacht, maar bijna uitsluitend in Mortsel. In de naoorlogse jaren bij het uitdelen van de Oorlogskruisen voor de zwaarst getroffen Belgische gemeenten werd Mortsel vergeten. Het duurde tientallen jaren voor er een verklaring kwam voor het mislukken van de luchtaanval. Pas in 2004 kreeg Mortsel een herdenkingslint van de Belgische staat als erkenning van het oorlogsleed.

'Het bombardement op Mortsel op 5 april 1943 zou overal herdacht moeten worden'

Maar de afgelopen tien jaar is er een echte herdenkingscultuur ontstaan. Jonge interviewers bezochten de laatste getuigen. Dit was de echte erkenning waarop velen jarenlang moesten wachten. Hun verhaal werd gehoord en verzameld in mijn boek Tranen over Mortsel. Sinds 2008 lijkt het taboe langzaamaan te verdwijnen. Vele getuigen hadden nog nooit hun verhaal gedaan, sommigen zelfs niet aan hun eigen kinderen. Aan de jongeren wilden ze plots wel alles vertellen. Stilaan is Mortsel symbool geworden voor alle oorlogsslachtoffers. En een inspiratie voor herdenkingsprojecten, die de kracht van het vertellen tonen door niet alleen jongeren en getuigen samen te brengen, maar ook door de slachtoffers centraal te zetten en hun leed te erkennen.

Zo’n herdenkingscultuur gaat niet alleen over Mortsel. Naar schatting 18.000 Belgen zijn omgekomen in zowel Duitse als geallieerde bombardementen en een veelvoud van levens is verwoest. 5 april kan jaarlijks een dag zijn om stil te staan bij de impact van oorlog, zowel vandaag als in het verleden.

Tranen over Mortsel van Pieter Serrien is uitgegeven bij Davidsfonds en verkrijgbaar in elke boekhandel en online.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content