Goed geld, de geschiedenis van de Nutsspaarbank

Het nut van sparen

Boom Uitgevers, Amsterdam 2018

272 blz., ? 25 ISBN 978 90 244 2349 1

Een sprekend voortbrengsel van de Verlichting is de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. Haar doelstelling was volksverheffing, vooral door goed onderwijs. Ze richtte zich op de grote groep werk- en ambachtslieden, de basis van de maatschappelijke piramide. Precies ook op die groep werd het initiatief gericht van de Nutsspaarbanken. Aan het begin van de 19de eeuw stond het land er niet best voor na de ravage die de Franse Tijd had achtergelaten. De armoede was algemeen en hardnekkig. Om dat te doorbreken stichtte ’t Nut overal spaarbanken voor de ‘kleine’ man en vrouw. Met regelmatig iets opzij te leggen konden tegenslagen worden opgevangen of een klein pensioen opgebouwd. De eerste spaarbank stond in het Friese Burgum (1817), tientallen zouden volgen. Heren van stand beheerden, onbezoldigd en met vaderlijke zorg, de penningen. De spaarbanken groeiden mee op de golven van de vooruitgang en bliezen hun partij kordaat mee in het financieel concert. De welvaart na de Tweede Wereldoorlog wekte ook bij de ‘gewone’ banken belangstelling voor de loonzakjes en spaartegoeden. Tegen dit commercieel geweld waren de Nutsspaarbanken niet opgewassen. Ze verdwenen bijna even snel als ze gekomen waren door fusie of opheffing.

Het boek kiest terecht voor de geschiedenis van één bank, de Haagse in dit geval, als exemplarisch voor de rest. Er is veel aandacht voor de personen die de bank hebben gediend. Het levert een sympathiek beeld op van een bij uitstek sympathieke instelling, na de opheffing voortlevend in ‘Fonds 1818’ – herinnerend aan het stichtingsjaar van de bank. In de geest van de voormalige Nutsspaarbank verleent het fonds subsidies aan maatschappelijke initiatieven in de regio.

Partner Content