Frank Seberechts over de collaboratie: ‘Wat zaten die oostfronters daar verdomme te doen?’

© Koen Kroos
Simon Demeulemeester

De oostfronter was géén witte ridder, schrijft historicus Frank Seberechts in zijn nieuwe boek Drang naar het Oosten. ‘In collaboratiekringen zien ze die misdaden als collateral damage.’

‘Vlaamse oostfrontvrijwilligers waren geen witte ridders die vrij van zonden een nobele strijd voerden voor het Vlaamse vaderland, voor de bloei van kerk en godsdienst, tegen het vermaledijde communisme’, schrijft historicus Frank Seberechts op het einde van Drang naar het Oosten. Vlaamse soldaten en kolonisten aan het oostfront. Oostfronters namen deel aan álle aspecten van de vernietigingsoorlog die de nazi’s tussen 1939 en 1945 voerden in Oost- en Centraal-Europa. ‘Reguliere oorlogsvoering, maar ook represaillemaatregelen, het doden van krijgsgevangenen en meevechten in de zeer brutale Partisanenkrieg – door een 17-jarige oostfronter “zuiveringsacties” genoemd.’

Geen kip kent de namen van verzetsstrijders als Louis Van Brussel of Marcel Louette. Maar godbetert in Breendonk heb je wel een Verschaevestraat.

Vlaamse oostfronters hebben deelgenomen aan genocide en misdrijven tegen de menselijkheid, schrijft u. U laat weinig heel van de mythe van de oostfronter als idealist.

Frank Seberechts: Die mythe kon lang blijven bestaan omdat historici – ik sla mea culpa – vooral de militaire acties en de beweegredenen van de Vlaamse oostfronters beschreven. Het leek alsof zij een eilandje waren in een poel van ellende, idealisten die volgens het boekje opereerden. Maar dat klopt niet. Tientallen Vlamingen en enkele Franstalige Belgen namen bijvoorbeeld deel aan het drama van het zeeplaatsje Palmnicken, toen Oost-Pruisisch, nu Russisch. Daarbij zijn uiteindelijk 2500 Joden op dodenmars gestuurd langs de Oostzee. Wie die tocht overleefde, werd met kogelsalvo’s de ijskoude zee en dus de dood ingejaagd.

Het gros van het materiaal dat u publiceert, was al jaren beschikbaar voor academici. Hoe verklaart u dat die mythe zo lang standhield?

Seberechts: Je moet zoiets natuurlijk ook wíllen onder ogen zien en verwerken. Met name in collaboratiekringen beschouwen ze die misdaden als collateral damage. Meer nog, ze draaiden de slachtofferrol zelfs om. ‘Het was een vuile oorlog, ja, maar vooral door die partizanen’, is de teneur. De witte ridder moest zich verdedigen tegen de gore partizanen. Terwijl je je natuurlijk moet afvragen: wat zaten ze daar verdomme te doen?

Waarom blijft België zo hardnekkig worstelen met zijn oorlogsverleden?

Seberechts: In de Vlaamse Beweging is de Tweede Wereldoorlog lange tijd bepalend geweest. Opmerkelijk genoeg vanuit dat slachtofferschap. De naoorlogse repressie zagen ze wéér als een bewijs van de Belgische verknechting van Vlaanderen. Ook die mythe zijn we pas de afgelopen twintig jaar beginnen los te laten. Ik kom niet uit een collaboratiefamilie, maar wel uit een Vlaamsgezind milieu. Zelfs ik ben opgegroeid met ontzag voor collaboratiefiguren als Cyriel Verschaeve en August Borms.

Ik bereid aan het Vredescentrum in Antwerpen een boek voor over de bevrijding van Antwerpen, dit jaar 75 jaar geleden. Het valt me op dat wij in Vlaanderen geen enkele cultuur hebben om het verzet te herdenken, laat staan dat we er waardering voor hebben. Geen kip kent hier de namen van verzetsstrijders als Louis Van Brussel of Marcel Louette. Maar godbetert in Breendonk heb je wel nog een Verschaevestraat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content