Een geschiedenis van het onderwijs in Nederland

Piet de Rooy

Wereldbibliotheek, Amsterdam 2018

349 blz., ? 22,99 ISBN 978 90 284 2728 0

Wispelturige ideaalbeelden

Piet de Rooy, emeritus hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de UvA, begon zijn academische loopbaan bij de afdeling historische pedagogiek van diezelfde universiteit. Met zijn nieuwste boek laat hij zien dat hij zijn eerste liefde altijd trouw is gebleven. Met speels gemak en zichtbaar plezier wordt de lezer rondgeleid door het boeiende, maar ook wel wispelturige Nederlandse onderwijswereldje. Het resultaat is een persoonlijk boek geworden, niet in de laatste plaats omdat de auteur de onderwijscarrière van zijn vader en die van hemzelf (en af en toe die van zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen) als richtsnoer gebruikt.

De Rooy schrijft meer over hoe in de loop van pakweg vijf eeuwen is gedacht over het onderwijs dan over hoe het er in het klaslokaal aan toeging, met nadruk op de 20ste eeuw. De auteur onderscheidt drie grote bewegingen om het Nederlandse onderwijs te vernieuwen. In het begin van de 20ste eeuw was er de Reformpedagogiek, waarbij de ‘natuur van het kind’ centraal stond. In de jaren zestig en zeventig draaide het in het onderwijs om het begrip ‘gelijkheid’ (voor een betere verdeling in inkomen, bezit, macht en kennis). Aan het eind van de eeuw werd dit ideaal ingeruild voor ‘excellentie’. De redenering was dat de welvaart afhankelijk is van de kwaliteit van het onderwijs. En deze kon verhoogd worden door veel (het liefst alles) te regelen en te meten. Ook op dit terrein sloegen de onderwijskundigen door. De Rooy haalt een basisschooldirecteur aan die over het leerlingvolgsysteem zei: ‘Ik heb kenmerken van leerlingen moeten invullen, waarvan ik van mijn eigen vrouw – die ik al meer dan veertig jaar ken – niet zou weten wat te schrijven.’

Partner Content