De Amsterdamse herberg 1450-1800

Maarten Hell

Geestrijk centrum van het openbare leven

Vantilt, Nijmegen 2017

488 blz., ? 29,95 ISBN 978 94 600 4343 7

Een boek van bijna vijfhonderd bladzijden over drieeneenhalve eeuw geschiedenis van de Amsterdamse herbergen is, dat zal duidelijk zijn, niet een boek dat men in één adem uitleest. Hell moet over een engelengeduld beschikken omdat hij zich als een mol door tientallen meters archiefstukken van diverse herkomst heeft moeten vreten op zoek naar bruikbare gegevens. Respect daarvoor. Hell gebruikt al die gegevens om aan te tonen dat de herberg in die vroegmoderne tijd zonder moderne communicatiemiddelen een centrumfunctie bekleedde in het openbare leven. Een tapperij, herberg of logement was allereerst dé plaats om een kan bier te bestellen, te drinken, eten en overnachten, maar ook dé plaats om elkaar te ontmoeten, afspraken te maken, te vergaderen (zo hadden diverse gilden hun eigen favoriete herbergen), nieuws uit te wisselen, informatie in te winnen, de politiek te bespreken, goederen te veilen, te bemiddelen en wat dies meer zij. Maar Hell laat het daarbij niet. Enthousiast vertelt hij over hoe de herbergiers en tappers de accijnsbelasting probeerden te ontduiken, de illegale praktijken die zich hier afpeelden, de manieren waarop de uitbaters meer publiek probeerden aan te trekken door het bieden van vermakelijkheden zoals bal- en dierenspelen, muziekuitvoeringen, kermisattracties en doolhoven, de talrijke vechtpartijen die nu eenmaal gepaard gaan met overmatig drankgebruik, de inrichting van het interieur, de uithangtekens, de menukaarten, de rekening en uiteraard de prostitutie. Kortom, niets blijft de lezer bespaard, waardoor dit boek enerzijds bijzonder informatief, maar tegelijkertijd ook vermoeiend is.

Partner Content