Gaëlle De Smet (CD&V)
‘Gentse ondernemers zitten niet te wachten op een zoveelste praatbarak’
‘Een stad als Gent moet meer zorg dragen voor haar ondernemers. Wie meerwaarde creëert, verdient meer dan een Gents onderonsje in een ‘Handelskabinet”, schrijft Gaëlle De Smet (CD&V).
Kandidaat-burgemeester voor SP.A Rudy Coddens lanceerde recent het voorstel om na de lokale verkiezingen een Handelskabinet op te richten. Een mooi voorbeeld van een oude politieke cultuur die inmiddels zo passé is dat het lijkt af te stammen uit een tijd waarin christendemocraten nog de Gentse meerderheid bevolkten. En dat is toch wel al heel lang geleden.
De afgelopen bestuursperiode heeft de stad al in een aantal andere dossiers op dezelfde manierhet paard achter de wagen gespannen. Allerlei kabinetten, task forces en zelfs een Gentse G7 lijken alleen maar te dienen om ‘beslist of ontoereikend beleid’ te vergoelijken. Deze initiatieven zorgen niet noodzakelijk voor ernstige inspraak voor de Gentenaars, laat staan voor een betere bestuurscultuur. Kijk naar het Burgerkabinet Gent dat het circulatieplan zou evalueren. Gezien de impact van dat plan op het dagelijkse leven van de Gentenaars, waren de verwachtingen rond inspraak op een Burgerkabinet zo hoog gespannen, dat het enkel teleurstellingen heeft voortgebracht. Zo bekom je als bestuur natuurlijk een averechts effect, zeker als het werkelijk de bedoeling was om op een geloofwaardige manier inspraak te organiseren?
Gentse ondernemers zitten niet te wachten op een zoveelste praatbarak
Het Handelskabinet doet sterk denken aan een idee dat de afgelopen bestuursperiode intern leefde bij JONGCD&V Gent, namelijk het installeren van een adviesraad lokale economie. Beide ideeën komen voort uit de vaststelling dat het beleid de afgelopen legislaturen tekort schoot, met toenemend ongenoegen bij verschillende spelers uit de lokale economie.
Maar ondernemers – of je ze nu zelfstandigen, handelaars, horeca, middenstanders of zaakvoerders noemt – staan helemaal niet te springen voor ideeën als Handelskabinetten of adviesraden lokale economie. Aan de debattafels die gericht waren op ondernemen op de recente toekomstateliers van CD&V Gent, was dit opnieuw een opvallende conclusie.
Wie goed luistert naar de verzuchtingen van ondernemers, stelt vast dat zij geen nood hebben aan een zoveelste ‘praatbarak’. Zulke fysieke overlegplatformen werken in de eerste plaats tijdrovend. Ondernemers hebben het boven alles druk met het tijdsefficiënt regelen van hun zaak, en alle verplichtingen dat dit met zich meebrengt. Daarnaast zijn het gewoon mensen als u en ik, die graag ook tijd maken voor hun gezin. Wie aandacht heeft voor ondernemers, stelt vast dat zij in Gent eerder vragende partij zijn voor een bestuurlijke cultuuromslag.
Een bestuurlijke politieke meerderheid moet haar ondernemers vooral ‘ontzorgen‘ in plaats van hen met meer zorgen op te zadelen. Om opnieuw het circulatieplan als voorbeeld te nemen: de theorie wordt met veel tromgeroffel ingevoerd, maar de praktische uitwerking hinkt achterop. Ondernemers kopen ook niets voor de zoveelste internationale prijs die stad Gent in de wacht sleept. Had de meerderheid bijvoorbeeld op voorhand een performant vergunningenbeleid ingevoerd, dan had dat op zijn minst blijk gegeven van een oprechte intentie om zorg te willen dragen voor dat menselijk en maatschappelijk kapitaal dat ondernemers vormen, maar die slechts een klein gedeelte van het electoraat vertegenwoordigen.
Tevreden klanten en werknemers worden uiteindelijk tevreden bewoners of bezoekers van een aantrekkelijke stad.
Ondernemers maken een stad evengoed als haar bewoners. Ze vormen een onontbeerlijke tussenschakel in het sociaal weefsel en staan in voor een divers aanbod van goederen en diensten. Op die manier creëren zij tewerkstelling in een stad, en leggen ze de basis voor een welvarend Gent. Tevreden klanten en werknemers worden uiteindelijk tevreden bewoners of bezoekers van een aantrekkelijke stad. Steden kunnen zich toch geen betere ambassadeurs wensen? Een Handelskabinet is dan een zwaktebod.
Het stadsbestuur van Gent heeft zich de laatste jaren hoofdzakelijk toegelegd op een evenementenbeleid om bezoekers naar de stad te lokken. Die evenementen worden naar eigen zeggen georganiseerd voor de lokale ondernemers, maar bij hen hoor je vaak een ander verhaal: De middelen die worden ingezet voor evenementen gaan ten koste van duurzame maatregelen met een langere houdbaarheidsdatum. Ondernemers houd je niet zomaar koest houdt met wat spektakel. Zij vragen luisterbereidheid, gerichte inspraak en op die manier waardering voor de inspanningen die ze leveren voor een economisch gezonde stad.
In verkiezingstijden is een nieuwigheidje zoals een Handelskabinet nogal voorspelbaar. Maar het is pas wanneer zo’n ideeën concrete resultaten opleveren, dat het beleidsmatig interessant wordt. Burgers voelen zich pas vertegenwoordigd als er ook concrete resultaten worden geboekt. De ervaring in stad Gent met andere fysieke overlegplatformen leert dat de ondernemende burger zich door zo’n Handelskabinet niet vertegenwoordigd zal voelen, als de resultaten uiteindelijk een maat voor niets zijn. Als het Handelskabinet dezelfde minimale rol zal krijgen als de bestaande adviesraden, zal het slechts een doekje zijn voor het economische bloeden.
Wijkregisseurs en een economische bouwmeester
Ondernemen in een fiere stad als Gent verdient een meer innovatieve bestuursaanpak. Voor de verdere herinrichting van handelspleinen en winkelstraten tot creatieve ontmoetingsplaatsen met ruimte voor experiment, ambacht en originele maakindustrie, kunnen bijvoorbeeld economische wijkregisseurs worden aangesteld. Zo krijg je directe aanspreekpunten voor alle ondernemers in een buurt. Zij kunnen proactief een onafhankelijke rol spelen door ervaringen, bekommernissen en ideeën te verzamelen, en die informatie via gerichte verslaggeving terug te koppelen naar het beleid.
Ook kan er een economische stadsbouwmeester worden aangesteld, die de bestaande ruimte om te ondernemen in kaart brengt en actief op zoek gaat naar nieuwe fysieke ruimte voor kantoren, co-workingspaces en (maak)industrie. Deze bouwmeester vertrekt telkens vanuit de bestaande economische mogelijkheden en noden, en creëert een situatie waarbij vraag en aanbod maximaal op elkaar worden afgestemd.
Tot slot verdienen ook de stadsfaciliteiten een upgrade met speciale aandacht voor ondernemers. De verschillende stadsdiensten moeten hun rol kunnen spelen door het overzicht te bewaken en zo de ondernemer maximaal te ontzorgen Want nogmaals: Een stad als Gent moet meer zorg dragen voor haar ondernemers. Wie meerwaarde creëert, verdient meer dan een Gents onderonsje in een Handelskabinet.
Gaëlle De Smet is advocaat en lid van CD&V Gent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier