De getuigenis van Rudi Decrop, de klokkenluider in het F-16-dossier, sloeg de commissie Defensie met verstomming.
Wie kan nog volgen? In 2015 werd in een studie, opgesteld door de luchtmacht, geschat dat een verlengd gebruik – zo’n zes tot acht jaar extra – van de Belgische F-16-toestellen 2,2 miljard euro zou kosten. Die nota vormde voor de regering de basis voor de beslissing om op zoek te gaan naar een nieuw gevechtsvliegtuig. Maar van die redenering werd vandaag brandhout gemaakt door luitenant-kolonel Rudi Decrop, de klokkenluider in het F-16-dossier dat nu al een maand de Wetstraat beheerst. Hij getuigde vandaag in een hoorzitting georganiseerd door de Kamercommissie Defensie.
Volgens Decrop, die als een absolute specialist geldt inzake de technische mogelijkheden van de F-16’s, is de kostprijs van zo’n verlenging niet alleen erg gering, maar zou die vervolgens ook nog eens voor een aanzienlijke besparing zorgen: liefst 150 miljoen euro per jaar, of 900 miljoen op zes jaar tijd. Wil ons land de gevechtsvliegtuigen nog 20 jaar inzetten, dan kijkt Defensie op tegen een investering van 1 miljard, zo rekende hij voor. Een opvallend contrast met de cijfers die tot nu toe circuleerden.
Helaas kreeg het parlement vorige week nog maar te horen dat zo’n verlenging enkel in theorie een optie is. Aan een belangrijke voorwaarde is immers niet voldaan: de ingenieurs moeten beschikken over 90 procent van de historische vluchtgegevens van de F-16’s. Aangezien pas in 2006 de nodige apparatuur werd geïnstalleerd – en slechts op een deel van de Belgische vloot – ontbreken bij Defensie dus de gegevens om te evalueren of een verlenging mogelijk is.
Maar ook dat idee verwees Decrop resoluut naar de prullenmand. Hij sprak over studies door Lockheed Martin, waardoor we ‘voldoende gegevens hebben over de correcte toestand van onze vloot. Daarbij maakte hij wel de bemerking dat nu zo snel mogelijk alle overige F-16-toestellen van de juiste systemen voorzien moeten worden, en dat nog extra studies nodig zijn naar onder meer de motor en de hydraulica. Maar de teneur was duidelijk: de informatie die Defensie tot nog toe naar buiten heeft gebracht, laat erg te wensen over.
‘Het parlement moet de juiste informatie krijgen’
Vorige week maakte de legertop ook duidelijk dat áls een verlenging mogelijk was, niemand daar een handtekening voor zou zetten: niemand zou immers de verantwoordelijkheid willen dragen om piloten in mogelijk onveilige vliegtuigen de lucht in te sturen. Toen Decrop dat bezwaar voor de voeten geworpen kreeg, reageerde hij luchtig: ‘Daar is geen handtekening voor nodig.’ Het luchtwaardigheidscertificaat dat door Lockheed Martin wordt uitgevaardigd, voorziet immers een verlenging voorbij de 8.000 vlieguren – de theoretische grens die tot nog toe altijd als maximum werd genomen.
De woorden van Decrop sloegen de commissieleden zichtbaar met verstomming. SP.A’er Dirk Van Der Maelen eiste een debat in de Kamer met de premier, en vergeleek de situatie met het moment ’toen we ontdekten dat de rijkswacht een staat in de staat was. De conclusie die we na de getuigenis van kolonel Decrop moeten maken, is dat het leger een staat in de staat is. Ze denken dat ze het recht hebben informatie achter te houden voor de politiek.’
Ook bij meerderheidspartijen CD&V en Open VLD was de ongerustheid groot. ‘We komen hier tot de kern van de zaak,’ aldus Tim Vandenput. ‘Het parlement moet de juiste informatie krijgen.’ Als Decrop de waarheid vertelt, en als het dus klopt dat het gebrek aan vluchtgegevens uit het verleden geen belemmering vormt, dan zit het parlement ‘met een groot probleem’.
‘We hebben dus niet alle opties op een correcte manier onder ogen gekregen,’ concludeerde Groen-Kamerlid Wouter De Vriendt. ‘De minister heeft altijd gezegd dat een verlenging van zes jaar 2,2 miljard kost, maar volgens luitenant-kolonel Decrop kost een verlenging van 20 jaar 1 miljard. Zijn we hier als politieke klasse in de zak gezet door de minister en de legerleiding?’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
