Expo: Niele Toroni in de Stichting de 11 lijnen in Oudenburg

Niele Toroni volhardt al meer dan veertig jaar in een picturale standvastigheid om toetsen verf op de systematische manier aan te brengen.

De Zwitsers-Franse kunstenaar Niele Toroni (1937) is al sedert de jaren zestig een vaste waarde in “kunstenland”. Hij nam vanaf midden de jaren zestig deel aan alle grote internationale tentoonstellingen van belang en realiseerde talloze werken in situ gebaseerd op een heel eenvoudige instructie die hij op een consequente manier trouw blijft.

Niele Toroni die in 1959 verhuist naar Parijs verleent in 1966 zijn naam aan één van de meest straffe kunstenaarsinitiatieven uit die periode. In dat jaar ontstaat de losse groep van vier kunstenaars onder het logo BMPT . De letters staan voor de vier kunstenaars Daniel Buren, Olivier Mosset, Michel Parmentier (+) en Niele Toroni die met publieke acties, manifestaties en manifesten een statement plaatsen tegenover de toen als burgerlijk ervaren kunst en kunstwereld.

De schilderkunst van Niele Toroni is zeer herkenbaar, zelfs vormelijk voorspelbaar en de manier en wijze van schilderen wordt steevast geciteerd in de titel van het werk.

“Afdrukken van een kwast nr. 50, herhaald op regelmatige afstanden van 30 cm” is de enige uitleg en/of commentaar die Niele Toroni relevant vindt bij zijn werk. Als legitimatie verwijst Toroni nogal eens naar de Franse schilder Edouard Manet: “La peinture n’est autre chose que la peinture,elle n’exprime qu’elle même”.

De repetitieve toetsen die zich aandienen als kleine onregelmatige vierkantjes worden altijd met een zelfde kwast uitgevoerd en vertonen een regelmatig patroon door exact 30 cm onderlinge tussenruimte.

Dit werk etaleert helemaal geen verhalende inhoud, verwijst alleen naar een primaire, persoonlijke aanbreng van verf op een drager én verhoudt zich prachtig tot de ruimte en de architectuur van de plaats van handeling. De toetsen/stippen zijn nooit identiek en verdwijnen in hun authenticiteit in de totaliteit waarin de stippen functioneren als aparte bouwsteentjes.

Momenteel bewijst Niele Toroni zoals een formidabele “plaatsgevoelige seismograaf” met verve zijn artistiek kunnen in de Stichting de 11 lijnen” in Oudenburg.

De ruime witte lokalen met een open en helemaal zichtbaar zadeldak blijkt een ideale context voor Niele Toroni die zijn schilderkunst in de drie basiskleuren én zwart op een glasheldere manier in dialoog opvoert met de architectuur van de Stichting.

Hierbij is het opmerkelijk dat hij hier de architectuur als het ware analyseert en zelfs in een visueel koppelteken plaatst met het mooie polderlandschap.

Voor de positionering van de verftoetsen gebruikt Toroni een passer zodat hij op een eenvoudige manier bij elk kruisje in potlood van de passer exact een verftoets kan “verven”. In die zin kunnen we van zijn Amerikaanse collega/kunstenaar Mel Bochner spreken van een “seriële attitude bij Toroni die zijn schilderkunst maakt als een “machinale” activiteit. Hierbij moet duidelijk een onderscheid worden gemaakt tussen het bedenken van het concept en de reële uitvoering.

Niele Toroni accentueert de architectuur met zwarte stippen die als het ware een nieuwe dimensie aangaat tussen binnen en buiten. Hij projecteert dakhoeken in rode toetsen en doet een zelfde analyse met gele “stippen”. Het is mooi hoe Niele Toroni in de hoofdkleuren (een verwijzing naar de Stijl) en zwart op de witte muren als het ware met deze kleuren impliciet een hommage brengt aan de modernistische schilderkunst.

We weten ook dat Niele Toroni een boontje heeft voor de historische constructivistische kunst en laten we hier niet vergeten dat Alexander Rodchenko al in 1917 een drieluik presenteerde met monochromen in een “zuivere” rode, blauwe en gele kleur als een signaal dat verf ontdaan van alle kunstzinnige referenties dan ten dienste zou staan voor het vorm geven van de nieuwe realiteit van de Revolutie. Alexander Rodchenko poneerde met zijn drieluik tabula rasa en kondigde een nieuw tijdperk aan die verder reikte dan l’art pour l’art.


De verf-interventies op de muren van de 11 lijnen blijven maar tijdelijk zichtbaar en stellen als artistiek gebaar een statement tegenover de alles recupererende en “verkopende” kunstmarkt. Niet voor niets noemt Niele Toroni zich liever “Peintre” dan “kunstenaar” en tracht hij met alle middelen zich ver te houden van de professionele kunstkritiek.

Niele Toroni: “Waarom wordt schilderen niet eenvoudigweg gezien als een beroep waarmee men in zijn levensonderhoud voorziet?”.


De samenvatting of liever de index/condensatie van zijn in situ ingreep in Oudenburg is te zien op vier keurig naast elkaar gemonteerde driehoeken op plaat die in kleur en toets op een logische manier verwijzen naar het omringende straffe werk in situ.

De driehoeken refereren qua vorm aan de hoeken in het zadeldak en qua kleur aan respectievelijk de vier kleuren die Niele Toroni gebruikte tegen de muren van de Stichting.


Niele Toroni: “Dat ik vandaag de dag nog schilder komt omdat juist hierin dingen gebeuren die zich aan iedere inhoud onttrekken – ze zijn niet terug te brengen tot het geschreven woord en evenmin tot de foto”.


Niele Toroni is samen met anderen uit zijn generatie een ijkpunt in de recente kunstgeschiedenis; met doorgedreven passie werkt hij verder aan zijn verhaal dat an sich nooit kan eindigen omdat de omstandigheden waarin hij werkt altijd wisselen en de perceptie van zijn werk beïnvloeden.

Op een kaartje bij de inkom van de tentoonstelling in Oudenburg schreef Niele Toroni een mooie boodschap die de kloof aankaart tussen kunst en architectuur.

“Un essai de dialogue entre Madame architecture et Madame peinture, sans oublier que l’architecture c’est bien , mais la peinture c’est mieux.”



Niele Toroni nog tot 3 juli (vrijdag en zaterdag van 14u.00 tot 18u.00) in Foundation de 11 lijnen, Groenedijkstraat 1 in Oudenburg.

Tel: (059) 27.07.57


luk lambrecht


Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content