Expo: Knockin’ on heaven’s door

BOZAR presenteert na een decennium van afwezigheid in eigen land Wim Delvoye met Knockin’ on heaven’s door (***).

BOZAR presenteert na een decennium van afwezigheid in eigen land, Wim Delvoye met Knockin’ on heaven’s door (***).
Knock knock
Focuspunt is Delvoyes metershoge gotische toren gemaakt van staal dat ultrafijn door een laser gesneden werd. De fijnmazige toren heeft men op het dak van het Paleis voor Schone Kunsten een plaatsje gegeven, alwaar hij moet dialogeren met de concurrerende torens van de Brusselse skyline, of tot in de hemel reiken en er – jawel – aankloppen. Tour luidt een nieuw hoofdstuk in Delvoyes carrière in. Dit is niet onweerstaanbaar grappig, kritisch of nihilistisch. Hier spreekt poëzie en de charme van onuitvoerbare dromen uit; onder andere van een jongen die de grootste toren wil hebben.

Dat laatste blijkt uit de grote prent op de expo. Een reusachtige versie van de gotische spits torent boven het oude Brussel uit. Niet zo fijnzinnig is het gegeven dat de prent nogal bruut oogt en de toren van het stadhuis alle finesse verloren heeft. Delvoyes gevaarte steekt er bijgevolg ook esthetisch bovenuit. Men kon dit charmanter opgelost hebben.

Waarom hangt men deze prent niet pontificaal in de centrale ingang van de expositieruimte van het Paleis? Qua scenografie en dramatiek zou dit moeilijk te kloppen zijn. Het effect kan overeenstemmen met de wens om in het stadsbeeld aanwezig te zijn. Men wil de mensen in de publieke ruimte raken, bespelen. Of zoals Delvoye het amusant verwoordt: “Net daarom past die toren niet in een salon.”

In de catalogus wringt men zich in allerlei bochten om het Torenproject te duiden als een humanistische droom en een verlangen naar een ideale stad. Klinkt allemaal zeer beladen, en net iets te zwaar op de hand.

Sculpturen
De expo vangt aan in de koninklijke rotonde, alwaar enkele gepolijste bronzen sculpturen de bezoeker opwachten. Twee bustes en een Daphne en Chloë zijn opgevallend getorst, alsof Picasso en Boccioni een robbertje gevochten hebben. Knap gemaakt, maar te steriel qua zegkracht.

Inventiever zijn de dubbele helices met bronzen gekruisigde Jezusfiguren. Om hen van een context te voorzien, maakte Delvoye schetsen waarin ze in een omgeving geplaatst werden. Die schetsen zijn helemaal niet slecht, en behoren tot het beste van wat er te beleven valt. Aansluitend op Knockin’ on heaven’s door is er de degelijke tentoonstelling rond Lucas Cranach de Oude. Op het einde van dat parcours botst men op zo’n bronzen sculptuur van Delvoye. Jammer dat het duo elkaar niet aanvult of tegenspreekt. Het oogt te artificieel en werkt bijgevolg niet.

Volwassen
Delvoye beweert dat hij volwassen geworden is; dat zijn equipe beter weet hoe een expo opgesteld, gearrangeerd of geconcipieerd moet worden. Dat geloven we best, maar spannender is het er in BOZAR niet op geworden. Een Delvoye die niet uitdaagt, is die wel boeiend genoeg om te volgen?

Het minder fijne nieuws is dat de expo wat tegenvalt. De klinische ruimten inspireren niet en dat geldt ook voor de helft van het spaarzaam geëxposeerde materiaal. De klop op de hemelpoort mist grandeur. De punch die van Cloaca uitging, en gaat – wanneer heeft men zo’n uppercut ooit verteerd? – is vervangen door onschuldige ornamentiek. Premier Yves Leterme oppert in de catalogus: “But art also challenges us and shocks us; it rocks our certainties, the way we view the world.” Maar net dat doet hij niet meer: Delvoye charmeert en brengt een visueel charmante sculptuur.

Delvoye plant een soort kathedraal om er al zijn werk in onder te brengen en er een godsdienst voor de kakmachine te installeren. Maar een gebouw maken of daarover dromen in functie van een omkadering of een gotisch etalageraam voor het oeuvre, lijkt ons niet zo interessant. Is het echt al tijd om een schrijn voor het eigen oeuvre te vervaardigen? Men stelt vaak dat de kunst van Delvoye veelzijdig is, en dat is ook zo, maar het is eveneens onevenwichtig op het vlak van de kwaliteit. Kwam Cloaca te vroeg? Of wachten we gewoon zijn nieuwe religie af? Daar zit beslist vuurwerk in.

Interessant is het gegeven dat de toren een work in progress is. Bij Delvoye krijgt men het gevoel dat de man niet graag stilstaat: hij weigert om vakantie te nemen. Vakantie is iets voor mietjes. Hij verafschuwt het, is er misschien bang voor. En misschien ook bang voor de dood als hij tracht bij de hemel aan te kloppen.

De potsierlijke uitleg over humanistische idealen botst met Delvoyes boeiende zoektocht doorheen de architectuurgeschiedenis, op zoek naar de ideale vorm voor zijn toren. Of met zijn scabreuze humor en gewiekste kritiek die in de “röntgenramen” nog altijd opduiken. Als tentoonstelling is dit niet het hoogste goed, maar van de toren doen we liever niets af. Tip: mis de “Wim shop” niet!

Knockin’ on heaven’s door
Tot 23/01
BOZAR
Ingang via de Koningsstraat 10
Website

Matthias Depoorter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content